FNV Bouw

datum: 30-03-2007 / bericht: 1 van 40

Duurzaam bosbeheer moet ook socialer

Als bosbeheerders worden 'gekeurd' op het gebied van duurzame productie moet meer naar sociale aspecten zoals arbeidsomstandigheden worden gekeken. Dat betoogde Bob Ramsay van de internationale vakbond voor werknemers in de bouw- en houtsectoren BWI.
Hij gaf zijn mening op de themadag 'Duurzaam bosbeheer, verantwoord houtgebruik', die FNV Bouw op 30 maart in Woerden organiseerde in samenwerking met FNV Mondiaal en de Raad voor Goed Bosbeheer (FSC).

Die laatste organisatie zit achter het bekende 'FSC-keurmerk", waaraan consumenten kunnen zien dat een product is gemaakt uit hout dat afkomstig is uit goed beheerde bossen. Producten krijgen zo'n FSC-keurmerk als ze aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo wordt er gekeken of de natuurlijke functies van het bos voldoende is beschermd. Maar er wordt ook op gelet of de bosarbeiders in de landen waar het hout wordt geproduceerd goede arbeidsomstandigheden en een goed salaris krijgen.
En op die sociale omstandigheden zou bij het 'certificeren' van een houtproducent beter gelet moeten worden, vindt Ramsay. Volgens hem zijn de certificeerders prima in staat om te beoordelen of hout op een milieu-vriendelijke manier wordt geproduceerd. Maar zijn ze niet getraind om ook de sociale aspecten goed te beoordelen. "Ze weten niet wat een vakbond is al vallen ze er over", schetste Ramsay.

Hij vond dat de vakbonden in de landen waar hout wordt geproduceerd meer betrokken moeten zijn bij zo'n certificering en moeten beseffen hoe belangrijk dat is. Dat moeten ze ook duidelijk maken aan werkgevers en de overheid. Dat heeft er in Kenia bijvoorbeeld voor gezorgd dat de bond niet alleen maar werd gezien als een lastpost, die uit was op stakingen en problemen. In dat land blijken de loononderhandelingen na een certificeringsproject nu makkelijker te lopen dan vroeger. De werkgevers hebben in de gaten gekregen dat bonden een opbouwende rol hebben.

Paul Opanga coördineert voor BWI bosbouwprojecten in Kenia. Ook hij zei dat de vakbonden een belangrijke rol moeten spelen bij duurzaam bosbeheer. Zo had de grootscheepse ontbossing in Kenia niet alleen gevolgen voor het milieu, maar ook voor de werknemers in de bosbouw. Het aantal zagerijen is drastisch teruggevallen en dat zorgde voor veel slechtere leef- en werkomstandigheden van de werknemers. De palmolieplantages die voor de gekapte bossen in de plaats kwamen bieden veel minder banen dan de productiebossen die er eerst waren.

t.k.