Ingezonden persbericht


PERSBERICHT 30 maart 2007

'HET DODE KINDJE' van Bartholomeus van der Helst terug in Gouda!

Dinsdag 3 april om 13.00 uur op zaal!

Dinsdag 3 april 2007 om 13.00 uur keert het schilderij 'Het Dode Kindje' terug naar Gouda. De erven Goudstikker hebben dit schilderij, als enige, geschonken aan de Nederlandse staat. Het schilderij heeft 46 jaar gehangen in museumgoudA en keert na afwezigheid van enkele maanden onverwachts terug op zaal.

'Doodsbed van een kind' van Bartholomeus van der Helst behoort in Gouda tot de publiekslievelingen. Het is dan ook meer dan verheugend dat net dit ene schilderij voor Nederland behouden blijft.

Het ontroerende schilderij van een onbekend gebleven jongetje uit de zeventiende eeuw was van 1959 tot april 2006 als langdurig bruikleen in het Catharina Gasthuis te zien. Het is bijzonder geliefd bij het Goudse museumpubliek, er werd sinds de afwezigheid vorig jaar dan ook regelmatig naar gevraagd door bezoekers. Het doek is bovendien de laatste jaren meermalen op tijdelijke tentoonstellingen in binnen- en buitenland te zien geweest.

Bartholomeus van der Helst is voornamelijk bekend om zijn schuttersstukken en andere groepsportretten. Deze grootse doeken vol pracht en praal zijn veelal geschilderd in een precieze techniek en weinig aan de verbeelding overlatende stijl. In dit intieme portretje slaat hij duidelijk een andere toon aan. Het stille, asgrauwe gelaat van het dode kindje, waarschijnlijk een jongen, en het heldere wit van zijn linnen doodshemdje en de lakens contrasteren op subtiele wijze met het diepe glanzende zwart van het teruggeslagen gordijn en de achtergrond. Van het uiterst ingetogen palet spreekt eigenlijk alleen het geel van het stro waarop het kussen rust. Aan de voeten van het kind ligt een uitgedoofde toorts.

In de zeventiende eeuw was in de Nederlanden nog sprake van massale kindersterfte. Door gebrekkige hygiënische omstandigheden haalde meer dan de helft van de kinderen het vijfde levensjaar niet. Dat de ouders daarom zouden proberen zich niet te zeer aan kinderen te hechten, zoals wel is beweerd, wordt weerlegd door de talrijke portretten en ook literaire uitingen over overleden kinderen. Het ontroerende portretje door Van der Helst mag hiervan welhaast een icoon worden genoemd. Het stro van het sterfbedje had een praktisch doel, namelijk het absorberen van lijkvocht. Maar het heeft tevens een bijzondere betekenis: door een overledene op stro te leggen was deze gevrijwaard van demonen, zo wilde het volksgeloof. Bovendien zouden de nabestaanden ervan verzekerd zijn dat de ziel van de overledene zich niet aan het bed kon vasthechten en kon opstijgen. De volle korenaren wijzen wellicht op een herleven na de dood. Nog tot in de twintigste eeuw was het in bijvoorbeeld Brabant gebruikelijk om bij overlijden tot aan de begrafenis voor het sterfhuis een 'lijkstrootje' te plaatsen, een dubbele bundel stro die bijeen werd gehouden door leren riemen en afgedekt met een aantal plankjes.

//