Zorg voor minderjarige vreemdeling als voor eigen kind
04 april 2007, Amsterdam/Den Haag - Op 4 april praat de Tweede Kamer
over alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv's) die spoorloos
verdwijnen. Hoe willen we dit probleem aanpakken? Echt of met
schijnoplossingen? Karin Kloosterboer (Unicef Nederland) en Carla van
Os (Defence for Children International) pleiten voor een
kinderrechtenbenadering.
In 2005 verdwenen er 322 minderjarige vreemdelingen. Zij werden
geregistreerd als 'mob': met onbekende bestemming vertrokken. Dat is
bijna 85 procent van het totale aantal amv's dat in 2005 de opvang
verliet. De reactie van de toenmalige minister voor Vreemdelingenzaken
en Integratie, Verdonk, was minstens opvallend te noemen. Allereerst
veroorzaakten de verdwijningen geen chaos en paniek. Ongetwijfeld zou
dat anders zijn geweest als zoveel andere (Nederlandse) kinderen
spoorloos verdwenen. Tot vandaag heeft het ministerie geen enkel idee
wat het lot is van de verdwenen kinderen.
De minister ging er bovendien vanuit dat de minderjarigen die 'mob
gaan' daar veelal zélf voor kiezen. Een vrije keuze veronderstelt
echter informatie, rijpheid én vrijheid. Het getuigt van
wereldvreemdheid om aan te nemen dat amv's dat hebben. Vaak staan ze
onder invloed van anderen en zijn ze extra kwetsbaar door de situatie
waarin ze verkeren. Kinderhandel illustreert dat pijnlijk duidelijk.
Simpel
Ondertussen blijven er kinderen verdwijnen. Een makkelijke 'oplossing'
van een probleemgroep waar we toch al mee in onze maag zaten? Nee!
Deze kinderen komen terecht in de rafelranden van onze samenleving. Ze
zijn gedesillusioneerd, zien geen toekomst, sommigen worden crimineel.
Zo krijgen we er later alsnog mee te maken, pas als het veel lastiger
is om nog iets te redden.
En het is zo simpel. Behandel ieder kind zoals je zou willen dat je
eigen kind bejegend wordt. Nederland ratificeerde het
Kinderrechtenverdrag al twaalf jaar geleden. Als we ons daar ook eens
aan gingen houden?
Dus geen schijnoplossingen zoals het afnemen van vingerafdrukken,
verscherpt (camera)toezicht en adequater melden van verdwijningen.
Nee, echt iets doen.
Dat start bij het belang van het kind. Dan kom je uit bij bescherming
van amv's en een zo kort mogelijke periode van (nieuwe) onzekerheid,
om de ontwikkeling van deze kinderen niet nog verder in gevaar te
brengen. Vertaald in beleid betekent het allereerst dat alle kinderen
die binnenkomen binnen een dag een voogd hebben die juridisch en
feitelijk voor ze door het vuur gaat.
Als de overheid na een zorgvuldige asielprocedure tot de conclusie
komt dat een kind niet beschermd hoeft te worden als vluchteling,
onderzoekt zij of er daadwerkelijk 'adequate opvang' is in het land
van herkomst. Deze opvang moet veilig zijn en passen in het sociale
netwerk van het kind én het moet in zijn belang zijn om hem daar
naartoe te sturen. Kan de IND opvang niet binnen één jaar na aankomst
realiseren, of is terugkeer schadelijk dan krijgt de minderjarige een
permanente verblijfsvergunning. Een kindvriendelijk gehoor en opvang
die ingericht is op kinderen met adequaat onderwijs, begeleiding en
spel en ontspanning, zijn andere voorwaarden waaraan voldaan moet
worden.
Zo'n aanpak maakt dat amv's erop kunnen vertrouwen dat de Nederlandse
overheid zich altijd inspant om kinderrechten serieus te nemen, ook
als dat even wat minder goed uitkomt. Er zullen dan beslist minder
amv's verdwijnen. Beter voor hen én beter voor Nederland.
mr. drs. Carla van Os is jurist bij Defence for Children International
mr. Karin Kloosterboer is beleidsmedewerker kinderrechten bij Unicef
Nederland