Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid



Persbericht

De restauratieproductie tot 2011

---

Onzekere toekomst voor restauratiemarkt

Vorig jaar werd een eerste aanzet gegeven voor een wijziging van het subsidiestelsel voor de instandhouding van monumenten. In plaats van het verstrekken van financiële bijdragen aan restauratie-ingrepen, wil het rijk toe naar een systeem waarin het bevorderen van onderhoud centraal staat. Dit stelsel wordt in de komende jaren stapsgewijs ingevoerd. Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid onderzocht wat de effecten zijn van deze maatregel. Het instituut verwacht, dat de nieuwe onderhoudssubsidie voorlopig nog onvoldoende vraag oplevert om het verlies aan restauratieproductie op te vangen. Daardoor moet op termijn rekening worden gehouden met een krimpende markt voor restauratie en onderhoud. Per saldo komt het productievolume in 2011 naar verwachting uit op 325 miljoen (in prijzen van 2005). Dat is 20 procent minder dan in 2006.
Tot deze conclusie komt het EIB in het rapport De restauratiemarkt tot 2011. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Vakgroep Restauratie, de brancheorganisatie van de grote restaurerende bouwbedrijven in Nederland.

Op korte termijn blijft de restauratieproductie nog op peil. In de eerstvolgende jaren komen nog veel restauraties tot uitvoering op basis van subsidietoezeggingen uit het verleden. Daardoor wordt het effect van de stelselwijziging nog niet direct volledig zichtbaar. Dit beeld wordt nog versterkt doordat het kabinet in december 2006 een aanvullend subsidiebudget voor restauratie toekende van 140 miljoen. Deze gelden leiden in de periode 2007-2010 tot veel extra productie. Door het aflopen van deze regeling en de uitputting van de eerder uitgegeven subsidietoezeggingen, valt na 2010 een substantiële vraagprikkel weg.

Nederland telt 51.000 rijksmonumenten en 36.000 gemeentelijke monumenten. Voor de instandhouding van deze waardevolle historische gebouwen werd door de eigenaars in 2006 ruim 400 miljoen uitgegeven aan restauratie en onderhoud. Het rijk droeg daaraan sterk bij door het verstrekken van restauratiesubsidies. Niet al het restauratiewerk komt voort uit projecten waar subsidie voor wordt verleend. Ook nu al wordt een deel van de restauratieproductie zonder rijksbijdrage uitgevoerd. Deze ongesubsidieerde productie ondervindt geen nadeel van de wijziging in het subsidiestelsel. De onderhouds- en restauratieproductie groeit in dit marktsegment in de komende jaren met gemiddeld 2,5 procent per jaar. Dit biedt echter onvoldoende tegenwicht tegen de daling die in de gesubsidieerde sector wordt verwacht.
Zie publicatie: De restauratieproductie tot 2011