Ministerie van Verkeer en Waterstaat
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
4 april 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
RWS/SDG/NW2007/540/47488 206070940
Onderwerp
Beantwoording kamervragen (206070940) van lid Roemer (SP) over centrale
bediening van sluizen, bruggen en stuwen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Roemer (SP) aan de minister van
Verkeer en Waterstaat over de centrale bediening van sluizen, bruggen en stuwen.
(Ingezonden 20 maart 2007)
1. Kunt u aangeven waarom steeds meer bruggen, sluizen en stuwen centrale bediening
kennen? Wat is uw beleid hierin?
1. Sinds de jaren '70 is centrale bediening op de meeste sluizen gerealiseerd. Daarmee
wordt bedoeld, dat vanuit een centraal bedieningsgebouw op het object de
sluisdeuren van één of meerdere sluiskolken vanaf één centraal punt worden bediend.
Hierbij worden onder meer camera's gebruikt. Sinds de jaren '90 is de techniek
beschikbaar gekomen om op grotere afstand sluizen, bruggen en stuwen te kunnen
bedienen.
In 1995 werd afstandbediening voor de objecten in de Brabantse Rijkskanalen
gerealiseerd. De idee hierachter was de mogelijkheid tot een vergroting van de
dienstbaarheid aan het publiek (langere bedieningstijden van sluizen en bruggen) met
inzet van minder personeel. De ervaringen opgedaan in Brabant zijn positief. In de
afgelopen twaalf jaar is de veiligheid op eenzelfde hoog niveau gebleven, de beroeps-
en recreatievaart waarderen om uiteenlopende redenen deze wijze van bediening en
het personeel is tevreden met deze wijze van werken.
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
RWS/SDG/NW2007/540/47488
Het op afstand bedienen van objecten is geen doel op zich. Het type object, de staat
van onderhoud, de fase in de life-cycle, de verkeerssituatie, de personele situatie en
de kosten -batenverhouding zijn tot nog toe per individueel project beoordeeld voor
een overstap naar bediening op afstand.
Op basis van de opgedane positieve ervaringen wil ik meerdere objecten in de
komende tijd op afstand laten bedienen.
2. Kunt u aangeven hoeveel de kosten bedragen van het invoeren van centrale
bediening en hoeveel er bezuinigd gaat worden op personeel?
2. Invoering van bediening op afstand zal gefaseerd plaatsvinden. Op dit moment is nog
niet voor heel Nederland duidelijk welke objecten daarvoor geschikt zijn. Het is dus
nog niet duidelijk hoeveel de totale kosten daarvoor zullen bedragen. Op basis van de
ervaring tot nu toe is een besparing op personele kosten mogelijk van ongeveer 30%
tot 50% met een verhoogd serviceniveau.
3. Kunt u aangeven in hoeverre u nog overtuigd bent dat hulpverleners bij een
calamiteit snel genoeg aanwezig kunnen zijn bij een sluis, brug of stuw als deze
centraal bediend wordt?
3. Er is geen verschil in de snelheid waarmee hulpverleners bij een calamiteit aanwezig
kunnen zijn bij een object als deze centraal wordt bediend.
Op de objecten waar nu centraal bediend wordt (dus op het object zelf) waarschuwt
het personeel de hulpverlenende instanties ingeval van een calamiteit. RWS faciliteert
zonodig de hulpverlening. Dit verandert niet bij bediening op afstand.
4. Wat is uw mening over de vraagtekens die Zeeuwse schippers plaatsen bij de
invoering van centrale bediening, onder andere over de gevolgen hiervan op de
afhandelingsnelheid?
4. Ervaring van de beroeps- en recreatievaart met bediening op afstand leert dat deze
goed gewaardeerd wordt. Op een schaal van 0 tot 10 waardeert de beroepsvaart
deze met een 7,9.
De ervaring leert dat de snelheid van afhandeling bij bediening op afstand groter is
dan de afhandeling bij centrale bediening op het object zelf.
5. Kunt u aangeven hoeveel incidenten zich hebben voorgedaan bij sluizen, bruggen en
stuwen die centraal bediend worden? Hoe verhoudt dit zich tot de bemenste sluizen,
bruggen en stuwen? Wat is uw mening hierover?
5. Rijkswaterstaat doet sinds 1995 ervaring op met bediening op afstand in de regio
Noord Brabant. In deze periode heeft zich geen serieus incident voorgedaan. Deze
ervaring staaft ons in de mening dat bij een zorgvuldige voorbereiding en uitvoering
van bediening op afstand, er wat veiligheid betreft geen verschil is met bediening op
het object zelf.
2
RWS/SDG/NW2007/540/47488
6. Kunt u aangeven hoe het vervoer van gevaarlijke stoffen per binnenvaart zich
ontwikkelt? Acht u onbemenste sluizen, bruggen en stuwen verantwoord in dit
kader? Kunt u uw antwoord toelichten?
6. Het grootste deel van het vervoer van gevaarlijke stoffen vindt plaats per buisleiding.
In de verdeling tussen weg, rail en water neemt de binnenvaart op dit ogenblik ruim
75% van het vervoer van gevaarlijke stoffen per ton/kilometer in Nederland voor
haar rekening. Er is sprake van een bescheiden volumegroei. Bediening op afstand is
in dit kader verantwoord. In de feitelijke bediening verandert namelijk niets, alleen de
afstand van de bedienaar tot het object wordt groter. Ook nu bij centrale bediening
op het object - worden de objecten op enige afstand bediend en met behulp van
camera's in de gaten gehouden.
7. Kunt u aangeven wat de gevolgen van onbemenste sluizen, stuwen en bruggen zijn
voor alle vaarweggebruikers (zowel beroepsvaart als recreatief) en de bevolking
rondom deze plek? Is hier onderzoek naar gedaan? Zo ja, kunt u dit onderzoek aan
de Kamer toesturen? Zo neen, ben u bereid dit te onderzoeken?
7. Gelet op onze ervaringen in Brabant zijn er geen (veiligheids) gevolgen voor de
vaarweggebruikers en de bevolking rondom de op afstand bediende objecten. Hier is
geen onderzoek naar gedaan en gezien onze positieve ervaringen met bedienen op
afstand zie ik ook geen noodzaak tot een onderzoek.
8. Kunt u aangeven hoe vaak er storingen zijn bij de bediening op afstand? Vindt u dit
acceptabel? Zo neen, welke maatregelen gaat u nemen?
8. Rijkswaterstaat doet sinds 1995 ervaring op met bediening op afstand in de regio
Noord Brabant. Door de jaren heen is dit uitgebreid tot vier centrale bedienposten van
waaruit de meeste objecten (bruggen en sluizen) binnen het Brabantse beheergebied
op afstand worden bediend. De (ver)storingen per object zijn hierbij niet in aantal toe-
of afgenomen. Alleen tijdens de aanleg van een centrale neemt het aantal kleine
storingen wat toe (maar blijft aanvaardbaar) als gevolg van aansluitingen van nieuwe
technieken op oude bestaande constructies.
9. Deelt u de zorgen dat onbemenste sluizen, bruggen en stuwen hangplekken voor
jongeren kunnen worden? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit te
voorkomen?
9. Nee. Die zorg deel ik niet. Op de bruggen na zijn alle op afstand bediende objecten
met hekwerk afgeschermd van het publiek. Alle objecten worden tevens met
camera's bewaakt.
10. Is er onderzoek gedaan naar de mening van bedienend personeel over de centrale
bediening? Zo ja, wat zijn de resultaten van dit onderzoek? Zo neen, bent u bereid
hier alsnog onderzoek naar te doen?
10. Ja, in Brabant is het bedienend personeel nauw betrokken geweest bij de overgang
naar bediening op afstand. Vooraf gaf het personeel aan niet zoveel te zien in
bediening op afstand. Men was gewend aan het `baas' zijn op eigen object.
3
RWS/SDG/NW2007/540/47488
Nu, na meer dan tien jaar ervaring, geeft het personeel aan (heel) tevreden te zijn met
onder meer de toegenomen diversiteit van het werk en de toegenomen
samenwerking met de collega's.
11. Bent u bereid het proces van bediening op afstand van bruggen, sluizen en stuwen te
stoppen totdat er voldoende duidelijkheid is over de gevolgen hiervan?
11. Nee. Gezien onze positieve ervaringen met zowel veiligheid als gebruikers- en
personeelsbeleving zie ik geen noodzaak het huidige proces van bediening op afstand
van bruggen, sluizen en stuwen te stoppen.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw. J.C. Huizinga-Heringa
4
Ministerie van Verkeer en Waterstaat