PvdA Europees parlement


Degelijke kennis islam in Nederland staat op het spel

30 maart 2007

Jan Marinus Wiersma De enige studierichting die de islam bestudeert door de originele bronnen in het Arabisch te lezen, wordt met sluiting bedreigd. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft besloten te stoppen met de richting Arabisch omdat de norminstroom niet wordt gehaald. Omdat er in deze tijden van spanningen met delen van de islamitische wereld een breed maatschappelijk belang in het geding is, vraagt PvdA-europarlementariƫr Jan Marinus Wiersma aan minister Ronald Plasterk (onderwijs) om in actie te komen.

Buitenlandspecialist Wiersma en zijn GroenLinks-collega Joost Lagendijk werken de laatste tijd nauw samen met professor en arabist Harald Motzki van de Nijmeegse Faculteit der Letteren bij het schrijven van een boek over de relatie tussen Europa en de nabije islam. Wiersma: "Motzkis gedetailleerde en specialistische kennis van de klassieke en de huidige Arabische wereld en van de islam is uitmuntend. We hebben veel gebruik mogen maken van zijn kennis over salafisme en de invloed van deze militante islamitische stroming. Juist in deze tijden van dreigingen van moslimextremisme en de soms gespannen verhouding met de islamitische wereld is het van groot belang dat we zulke kennis in ons land koesteren. Kennis maakt macht, en dat geldt zeker voor deze complexe vraagstukken."

Aankomende islamdeskundigen krijgen in Nijmegen een gedegen taalopleiding waardoor zij zelf oorspronkelijke oude en nieuwe bronnen kunnen lezen. Daarom gaat hun kennis niet slechts terug op kennis van anderen. Bovendien wordt de islam niet uitsluitend als theologisch fenomeen benaderd maar ook bezien in zijn sociaal-culturele omgeving. "Opheffing van de mogelijkheid om de islam via de Arabische bronnen en in de historische en sociale context te bestuderen is ronduit schadelijk voor Nederland en Europa," aldus Wiersma.

Uiteraard is het stoppen van een studierichting in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de Nijmeegse Faculteit der Letteren en het College van Bestuur. Maar omdat er volgens Wiersma een breder maatschappelijk en politiek belang in het geding is, vraagt hij de minister toch om te gaan praten in Nijmegen.