ChristenUnie


Inbreng bij wijziging van de Octrooiwet

Inbreng bij wijziging van de Octrooiwet

vrijdag 30 maart 2007 11:22

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van voorliggend wetsvoorstel. Deze leden hebben bij vorige behandelingen van de octrooiwet steeds het belang benadrukt van de Nederlandse taal. Vanuit deze achtergrond beoordelen zij ook voorliggend voorstel.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat het 6-jarig octrooi afgeschaft wordt. Met dit 6-jarige octrooi werd een laagdrempelig octrooistysteem gecreëerd voor met name het MKB, zo vermeldt de memorie van Toelichting. De leden van de ChristenUnie fractie vragen de staatssecretaris of de laagdrempeligheid voldoende gegarandeerd blijft met het afschaffen van dit 6-jarig octrooi?

De regering geeft aan dat naar verwachting minimaal 75% van de aanvragers van 6-jarige octrooien zullen overstappen. (Een aanzienlijk deel, namelijk 25% of minder blijft dus buiten beschouwing). De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de staatssecretaris waar deze cijfers op gebaseerd zijn? Wat is volgens de staatssecretaris de vermoedelijke reden om niet over te stappen, en dus geen octrooi aan te vragen? En wordt er door de staatssecretaris actie ondernomen om ook de niet-overstappers tegemoet te komen, zo vragen deze leden?

Ten aanzien van de mogelijkheid om de octrooiaanvraag ook in het engels in te dienen, hebben de leden van de ChristenUnie-fractie enige vragen. Klopt de visie van deze leden dat Nederland hier een unieke positie in de wereld in gaat nemen, door als enige land toe te staan dat in de nationale procedure een andere taal dan de eigen taal mogelijk wordt voor het indienen van een aanvraag? Is de staatssecretaris het met deze leden eens dat hierdoor mogelijk verdringen van de Nederlandse bedrijven en een verstoring van het level playing field optreedt, doordat buitenlandse bedrijven gemakkelijker toegang hebben tot de Nederlandse markt, dan Nederlandse bedrijven waar dan ook ter wereld?

De voornaamste reden voor het invoeren van de mogelijkheid om in het engels is kostenbesparing, zo stelt de staatssecretaris. Maar heeft het merendeel van de aanvragers van de nationale procedure wel de intentie om ook een internationale procedure te gaan volgen, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie? Heeft de staatssecretaris inzicht in de aantallen die ná het volgen van een nationale procedure nog besluiten over te gaan tot het volgen van de internationale procedure? En wat is de uiteindelijke verwachte kostenbesparing aan de zijde van, vooral, het MKB, zo vragen deze leden? Klopt hun visie dat de kostenbesparing vooral te vinden zal zijn aan de zijde van de buitenlandse aanvragers, omdat zij immers uitsluitend de conclusies nog in het Nederlands hoeven te laten vertalen? Graag reactie van de staatssecretaris.

Door het mogelijk te maken om de octrooiaanvraag ook in het Engels in te dienen wordt het voor buitenlandse bedrijven makkelijker en goedkoper te maken om een octrooi in Nederland aan te vragen. De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn benieuwd of dit niet een verzwakking van de positie van het Nederlandse MKB met zich meebrengt omdat ondernemers te maken krijgen met meer octrooien, waardoor kansen van eigen octrooien in het gedrang komen en ondernemers kosten zullen moeten maken om deze octrooien in de gaten te houden op mogelijke inbreuk? En hoe verhouden de voordelen zich met de kosten voor het Nederlandse bedrijfsleven als zij voortaan octrooien in het Engels zal moeten raadplegen of zelf een vertaling zal moeten laten maken?

Ten slotte nog een opmerking over de verlaging van de kosten van een nationaal onderzoek. De leden van de fractie van de ChristenUnie vrezen dat de lage kosten voor het onderzoek voor een nationaal octrooi onbedoelde effecten kan hebben. Klopt het dat de prijs voor dit onderzoek, dat een internationale reikwijdte heeft, niet kostendekkend is? Hoe verhouden de kosten zich tot de prijs die de aanvrager zal moeten betalen? En wordt het dan voor internationale bedrijven die door dit wetsvoorstel hun aanvraag in het engels zouden kunnen aanleveren, niet erg goedkoop om een onderzoek te laten doen naar hun octrooimogelijkheden, ook buiten Nederland, zo vragen deze leden? Voorts vragen zij of door deze bepaling ook de Nederlandse overheid met toenemende kosten geconfronteerd zal worden. Zo ja, hoe wenselijk acht de staatssecretaris dat? Graag een reactie.