Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2060711480
Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap en van Economische Zaken over subsidie ten behoeve van videoclips.
(Ingezonden 4 april 2007)
1
Hebt u kennisgenomen van de videoclip van Salah Edin over het thema radicalisering?
1)
2
Is het waar dat deze clip door middel van het TAX-videoclipfonds wordt gesubsidieerd
door de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische
Zaken? In welke verhouding staan het TAX-videoclipfonds en de genoemde
departementen tot elkaar?
3
Hoe beoordeelt u de bewuste clip? Wat vindt u ervan dat deze clip alle begrip toont
voor radicalisering en het daarmee lijkt te rechtvaardigen?
4
Deelt u de opvatting van de woordvoerder van het TAX-videoclipfonds dat de clip van
Edin moet worden aangemerkt als artistiek hoogwaardig en zodoende de videoclips in
Nederland `naar een hoger niveau' tilt?
5
Is artistieke hoogwaardigheid het enige criterium aan de hand waarvan subsidies door
het TAX-videoclipfonds worden toegekend? Dienen artistieke uitingen die de
videoclips naar een hoger niveau moeten tillen ook niet aan andere criteria te
voldoen?
6
Welke criteria hanteert u in het algemeen bij subsidiëring van kunstuitingen? In
hoeverre ziet u het subsidiëren van videoclips als een taak van de overheid? Hoe
wordt gegarandeerd dat tal van bestaande ranzige clips niet door de overheid worden
gesubsidieerd?
7
Bent u bereid de subsidiëring door middel van het TAX-videoclipfonds in te trekken,
dan wel de criteria voor de verdeling van subsidies zodanig te herzien dat de suggestie
van de legitimiteit van radicalisering niet meer met behulp van overheidsmiddelen
wordt ondersteund?
8
Op welke manier zet u zich in om het vertonen van clips die haaks staan op het
bevorderen van een vreedzame samenleving tegen te gaan?
1) De Pers, 3 april 2007