Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD)
Bestuurskamer SER positief over code goed bestuur product- en
bedrijfschappen
Datum: 04/04/2007
De Bestuurskamer van de SER spreekt een positief oordeel uit over de
Code Goed Bestuur die de product- en bedrijfschappen recent hebben
vastgesteld. In haar brief van 30 maart 2007 aan minister Donner van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijft de Bestuurskamer de Code
Goed Bestuur voor het schappenstelsel te beschouwen âals een
substantiële stap voorwaarts in het proces van moderniseringâ. Het
komt er nu op aan dat de schappen op hun eigen niveau invulling en
uitwerking geven aan de code, aldus de Bestuurskamer.
In de brief aan minister Donner geeft de Bestuurskamer ook aan dat zij
waardering heeft voor de wijze en de snelheid waarmee de code tot
stand gekomen is. De werkgroep die de code opstelde, begon haar
werkzaamheden in augustus 2006 en betrok daarbij vanaf het begin de
individuele bestuursleden van de schappen. Deze aanpak heeft daarmee
bijgedragen aan een bewustwordingsproces, wat een goede naleving van
de code ten goede komt.
Het belang van de code ziet de Bestuurskamer vooral in het feit dat de
product- en bedrijfschappen hiermee expliciet hebben gemaakt op welke
bestuurlijke principes zij kunnen worden aangesproken en hoe zij
hierover publiekelijk verantwoording afleggen. Daarbij gaat het vooral
om gedragslijnen die in aanvulling op bestaande praktijken of
wettelijke voorschriften zijn geformuleerd. Belangrijke onderdelen van
de code hebben betrekking op de invloed van individuele ondernemers op
het beleid van een schap en op transparantie en verantwoording.
De bestuurskamer verwacht dat hiermee het zelfcontrolerend en
zelfcorrigerend vermogen van de schappen zal toenemen. De
Bestuurskamer acht van belang dat de code niet een statisch document
is. De code zal per 1 juli 2007 ingevoerd worden. Twee jaar daarna zal
een inventarisatie van de getroffen maatregelen plaatsvinden, gevolgd
door een evaluatie. Daardoor kunnen bijstellingen en aanvullingen
plaatsvinden op grond van ervaringen met de code en nieuwe inzichten
op het terrein van het openbaar bestuur.
Met haar brief reageert de Bestuurskamer op een eerder verzoek van de
minister om vóór 1 april het oordeel van de SER te vernemen over de
inmiddels door alle schappen vastgestelde code. Ook plaatst de
Bestuurskamer enkele kanttekeningen bij een aantal onderdelen van het
kabinetsstandpunt uit mei 2006 over de toekomst van het stelsel van
product- en bedrijfschappen.
De volledige brief en de tekst van de code zijn te lezen op de site
van de SER.