PvdA Rotterdam


PERSBERICHT

Rotterdam, woensdag 04 april 2007

PvdA wil emotionele problemen jongeren tijdig aanpakken

Steeds meer jongeren kampen met gevoelens van angst en depressie. Dat blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit en uit de Jeugdmonitor van de GGD van 2006. Deze angst- en depressieve gevoelens leiden tot schooluitval en tot grotere psychosociale problemen.

Vroeg aanpakken lijkt te werken, maar op dit moment worden er slechts mondjesmaat cursussen aangeboden aan jongeren. PvdA-raadslid Matthijs van Muijen: "Dit is volstrekt onvoldoende! De PvdA vindt dat in elke wijk laagdrempelige cursussen gegeven moeten worden, op school of in het buurthuis. Deze cursussen kunnen jongeren leren hoe om te gaan met problemen."

Via programma's als Tip voor je Dip en Vrienden kan veel persoonlijk leed en schooluitval voorkomen worden. Deze lessen worden in samenwerking met Context, de preventieafdeling van de RIAGG, gegeven en ze leren jongeren beter om te gaan met angsten en depressies.

De PvdA vindt dat ook de zorgverzekeraars bij moeten springen om de cursussen te betalen. "Voorkomen is beter dan genezen", aldus Van Muijen. "Wie nu geld stopt in de aanpak van deze problemen, voorkomt problemen en langdurige behandelingen in de psychiatrie op latere leeftijd." De PvdA heeft het college van B&W hier uitgebreid vragen over gesteld.

Voor de redactie:

Meer informatie bij

Matthijs van Muijen, 06 17 838 616

Bijlage: de schriftelijke vragen aan het college van B&W

Monique Smits

Communicatie
PvdA-fractie Rotterdam

010-417 9368, 06-12 355 791

msmits@stadhuis.rotterdam.nl

Coolsingel 40, 3011 AD Rotterdam T: 010-417 2105 F: 010-4120845 E: pvda@stadhuis.rotterdam.nl

Aan het College van Burgemeester en Wethouders
Coolsingel 40
3011 AD Rotterdam

Schriftelijke vragen cf art. 19 van het Reglement van Orde

Betreft: Vroegtijdig aanpak emotionele problemen jongeren

Rotterdam, 2 april 2007

Geacht College,

Eind december 2006 verscheen het proefschrift van Floor van Oort van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam getiteld "Emotional and behavioral problems of Turkish adolescents and Young adults in the Netherlands". Ze deed onderzoek naar de emotionele en gedragsproblemen van Turkse adolescenten en jong volwassenen in Nederland. Belangrijk resultaat is dat emotionele problemen meer voorkomen bij Turkse jongeren. Emotionele problemen leiden tot minder succesvol schoolverloop en start op de arbeidsmarkt (zowel bij Turken als bij Nederlanders). Omdat emotionele problemen zoveel meer voorkomen bij Turkse jongeren zijn ze mede oorzaak van het ontstaan van maatschappelijke achterstanden bij Turkse jonge volwassenen.

Uit het eindrapport "Kosten en baten van vroegtijdig schoolverlaten", In 't Veld et al, mei 2006 in opdracht van de Taskforce Jeugdwerkloosheid blijkt dat psychische of psychosociale problemen een belangrijke veroorzaker zijn van schooluitval. Vroegtijdige behandeling kan er voor zorgen dat de klachten beperkt blijven. Hierdoor kunnen leerlingen hun schoolloopbaan op 'normale' wijze doorlopen. De totale behandelkosten nemen eveneens af (latere hulpverlening is intensiever en duurder). Het huidige systeem is echter gericht op behandeling in een laat stadium, wanneer de symptomen ernstige vormen aannemen, bijvoorbeeld doordat jongeren agressief worden of uitvallen. De problemen kunnen dan dikwijls alleen nog maar met hele zware, ingrijpende behandelingswijzen worden aangepakt. Bij vroegtijdige behandeling vormen onderwijsinstellingen binnen hun muren een netwerk van hulpverlening dat al in een vroegtijdig stadium jongeren kan ondersteunen bij ontluikende problemen. Het is daarom aan te bevelen emotionele problemen van jongeren vroeg op te sporen en te behandelen.

De GGD meet door middel van de Jeugdmonitor aan alle leerlingen van de 1e en 3e klas van voortgezet onderwijs onder andere de emotionele problemen. De tien procent jongeren met de hoogste scores op vragen over emotionele problemen krijgen een gesprek met de jeugdverpleegkundige. Die beslist vervolgens of er wel of geen doorverwijzing nodig is. Jongeren met grote problemen worden direct naar de RIAGG doorverwezen.

Op basis van gegevens blijkt dat bij 27 procent van de meisjes en 11 procent van de jongens in de leeftijd van 15-16 jaar sprake is van een ongunstig psychisch welbevinden (Van de Looij, 2003). Binnen deze groep jongeren kampt een groot gedeelte met depressieve verschijnselen: depressie of somberheidklachten. Depressie bij jongeren wordt vaak gevolgd door andere problemen zoals onhandelbaar, crimineel of juist teruggetrokken gedrag, misbruik van psychoactieve middelen, slechtere lichamelijk gezondheid, sociale isolatie en/of zelfmoord.

De PvdA wil graag meer inzet om emotionele problemen tijdig te signaleren en aan te pakken. Daarom stellen we de volgende vragen.

Over de Jeugdmonitor:


1. Kan er onderzoek gedaan worden door de GGD naar de frequentie van doorverwijzen van de jeugdverpleegkundige als scholieren hoog scoren bij vragen in de Jeugdmonitor inzake emotionele problemen? En waar wordt naar doorverwezen? Is dit aanbod voldoende laagdrempelig?
2. Kan in 2007 onderzocht worden of de jongeren het advies van de jeugdverpleegkundige opvolgen en daadwerkelijk in zorg komen na doorverwijzing en of behandeling succes heeft?
3. Wat vindt het college van het idee om meer persoonsgerichte voorlichting te ontwikkelen? Advies-op-maat kan direct na het invullen van de vragen uit de Jeugdmonitor. Er komt op internet een terugkoppeling als de score voor emotionele problemen hoog is en er komt uitleg over wat emotionele problemen zijn en waar je er hulp voor kunt zoeken (websites, instanties).


4. Er is op dit moment nog geen aanbod voor signalering na de derde klas voortgezet onderwijs. Is het mogelijk om jongeren opnieuw uit te nodigen die in de derde klas hoog scoorden voor een gesprek twee jaar later bij de jeugdverpleegkundige?
5. Op de ROC's wordt geen onderzoek gedaan met vragen over emotionele problemen zoals die onderdeel uitmaken van de Jeugdmonitor. Kunnen bij ROC-leerlingen ook vragen gesteld worden om emotionele problemen van jongeren te signaleren en door te verwijzen? Welke acties worden ondernomen om de zorgstructuur op de ROC's voor deze problematiek te versterken en te leerlingen en docenten te informeren over de emotionele problemen, een belangrijke oorzaak van schooluitval?

Over voorlichting:


6. Is het mogelijk dat er een sociale kaart wordt ontwikkeld voor voorlichting met betrekking tot structuur van zorg voor emotionele problemen. Dat is dan bedoeld voor leerkrachten en schoolmaatschappelijk werk, jeugdverpleegkundigen en in aangepaste vorm voor ouders en jongeren waarbij helder staat welke structuren er voor zorg zijn voor emotionele problemen.


7. Er ontbreekt algemene voorlichting over emotionele problemen bij leerlingen, bij hun ouders en bij leerkrachten op scholen. Gezien de omvang van de problematiek en het belang vroegtijdig te signaleren vinden we het belangrijk dat het huidig aanbod - voorlichting en preventie wordt uitgebreid. Hulp moet laagdrempelig zijn op school of in de buurt. De stap naar de GGD of de Riagg is soms nog te groot. Welke voorstellen wil het college doen om dit te verbeteren? Is het mogelijk dat in elk buurthuis voorlichting hierover beschikbaar komt? Kan het college stimuleren dat deelgemeenten in hun Wijk Actieplannen Sociaal hieraan aandacht besteden?


8. Enkele jaren geleden is in Rotterdam het programma "Levensvaardigheden" op de voortgezet onderwijsscholen geïntroduceerd. Dit is op veel scholen ingevoerd. Dit kan je zien als preventie van emotioneel problemen. In hoeverre wordt dit programma gegeven voor docenten. Kan de gemeente stimuleren dat docenten getraind worden en begeleiding krijgen om sneller deze problematiek bij leerlingen te signaleren, aan te pakken en door te verwijzen?
9. Kan de GGD een studiedag voor scholen organiseren in samenwerking met de RIAGG en Context, het centrum voor GGZ preventie met als doel schoolbeleid te vormen over emotionele problemen en depressie bij jongeren?

Over "Tip voor je dip"

'Tip voor je dip' is een praktische cursus voor jongeren met somberheidklachten in de leeftijd van 14 tot en met 17 jaar. De cursus is gebaseerd op 'Een stap op weg' (Stikkelbroek & Cuijpers, 1999). In Tip voor je Dip krijgen jongeren vaardigheden aangereikt om met hun somberheid om te gaan en deze mogelijk te verminderen. Het is geen therapie. Door middel van oefeningen wordt geleerd om irreële gedachten te herkennen en om te zetten in reële gedachten. Daarnaast gaat aandacht uit naar sociale vaardigheden en ontspannende activiteiten. In de cursus wordt rekening gehouden met culturele diversiteit.

De cursus is onderdeel van een project om depressieve klachten van leerlingen in het voortgezet onderwijs vroegtijdig op te sporen en te signaleren en het aantal klachten te verminderen. Het is ontwikkeld door de GGD Rotterdam, Riagg Rijnmond en Context, het centrum voor GGZ preventie van Bavo Europoort. Uit de evaluatie van Tip voor je dip (mei 2006) blijkt dat "Tip voor je Dip een veelbelovende interventie is waarbij de kracht ligt in de samenwerking tussen de GGD, jeugdgezondheidszorg en de GGZ instellingen in de regio. In de eerste twee jaar is een goede basis gelegd voor de preventie van depressie bij jongeren in de regio Rotterdam. De doelstelling om sombere jongeren te signaleren en ze een interventie aan te bieden om depressieve klachten te verminderen is behaald.


10. Kunt u aangeven wat met de aanbevelingen uit de evaluatie is gebeurd en gaat gebeuren om het bereik te vergroten, de uitval te verkleinen, de samenwerking te vergroten en de kwaliteit van de cursus te verhogen?


11. Helaas is en er nu vanuit de GGD slechts capaciteit om vier cursussen per jaar aan te bieden. Per cursus doen er 8 tot 12 jongeren mee. Het bereik van de cursus is zeer gering, terwijl het aantal jongeren dat somberheidklachten heeft veel hoger ligt. Kan het college ervoor zorgen dat het nieuwe schooljaar op elke school of in elke buurthuis in de omgeving van de school een Tip voor je dip cursus gehouden kan worden (in samenwerking tussen schoolmaatschappelijk werk en GGZ)?


12. Is het college bereid voor het financieren van de uitbreiding van het aantal cursussen ook te kijken naar een forse bijdrage van zorgverzekeraars die belang hebben bij preventie van GGZ problematiek? Vooral met oog op het steeds groter aantal mensen dat aan een depressie leidt en de kosten voor de samenleving die dat met zich meebrengt.

Over "Vrienden":


13. Door Context, centrum voor GGZ preventie, wordt de cursus 'Vrienden' aangeboden. Dit is een cursus voor jongeren met angstklachten. In Australie wordt deze cursus op elke basisschool gegeven en de Wereldgezondheidsorganisatie is enthousiast over de methodiek. Kan het college ervoor zorgen dat het nieuwe schooljaar op elke school of in elke buurthuis in de omgeving van de school de cursus "Vrienden"gegeven wordt?

Overige vragen:


14. Zelfbeschadiging en suïcide is een probleem onder jongeren in het voortgezet onderwijs. Uit de Jeugdmonitor blijkt dat 24% van de jongeren in de derde klas van het voortgezet onderwijs er minimaal één keer aan heeft gedacht om een einde aan het leven te maken. 7% heeft ooit een poging ondernomen om een eind aan het leven te maken. (Van de Looij, 2003). Is het college op de hoogte van dit probleem? Welke maatregelen worden genomen in preventieve zin?


15. Onlangs werd in de media (Algemeen Dagblad, 28 februari jl.)bericht over 120.000 jongeren in Nederland met ernstige psychische problemen die niet behandeld worden. Het gaat om angst- en gedragsstoornissen (adhd), depressie of een persoonlijkheidsstoornis. Is bekend hoeveel jongeren uit Rotterdam afkomstig zijn? Is in deze regio ook een tekort aan kinder- en jeugdpsychiaters. In Nederland hebben ongeveer 1,2 miljoen kinderen ouders met pyschische problemen of een verslaving. Kinderen hebben in deze gevallen een groter kans ook depressief te worden, zeker als de ouders lager opgeleid zijn. In hoeverre zijn hiervoor speciale programma's? Worden die in voldoende mate en laagdrempelig in Rotterdam aangeboden?

Matthijs van Muijen Metin Celik Zeki Baran


---- --