IP/07/473
Brussel, 4 april 2007
Staatssteun: de Commissie keurt opleidingssteun voor General Motors Belgium
ten dele goed
De Europese Commissie heeft een diepgaand onderzoek afgerond waarbij zij tot
de conclusie is gekomen dat de opleidingssteun voor een bedrag van
2,18 miljoen euro die het Vlaamse Gewest voornemens is toe te kennen aan
General Motors Belgium in Antwerpen ("GM Antwerp"), verenigbaar is met de
staatssteunregels van het EG-Verdrag. De Commissie constateerde echter
eveneens dat nog eens 3,15 miljoen euro steun zou worden verleend voor
opleidingsactiviteiten die General Motors hoe dan ook, zelfs zonder steun,
zou uitvoeren. Deze steun zou niet bijdragen tot het gemeenschappelijk
belang door een uitbreiding van het opleidingsaanbod, maar zou enkel de
mededinging en de handel tussen lidstaten verstoren. Daarom heeft de
Commissie geoordeeld dat dit laatste deel van de steun niet verenigbaar is
met de gemeenschappelijke markt.
In een reactie verklaarde Neelie Kroes, Europees commissaris voor
concurrentie: "De Commissie is een groot voorstander van steun om
economische groei en het scheppen van banen te stimuleren, en zij
keurt dan ook graag de opleidingssteun van 2,1 miljoen euro aan
General Motors Belgium goed. Daarentegen menen wij dat een deel van de
voorgenomen steun geen extra opleidingsactiviteiten zou opleveren en
derhalve niet verenigbaar is met de EU-staatssteunregels."
De Belgische autoriteiten hebben het voornemen van het Vlaamse Gewest
aangemeld om, ten behoeve van een opleidingsprogramma van in totaal
19,94 miljoen euro van GM Antwerp, een Belgische dochteronderneming
van General Motors Corporation, een bedrag van 5,33 miljoen euro
subsidie ter beschikking te stellen.
De fabriek van GM in Antwerpen werd in 1924 in bedrijf genomen. Er
worden verschillende versies van het model Astra vervaardigd, een
model dat ook in Bochum, Duitsland, en in Ellesmere Port, VK wordt
geproduceerd. In 2006 produceerde GM Antwerp 224 000 auto's en had de
onderneming 4 760 werknemers. De aangemelde steun is bestemd voor een
opleidingsprogramma in de periode 2005-2007 dat bedoeld is om de
werknemers voor te bereiden op de productie van een nieuwe versie van
de Astra - de Astra Twin-Top (met inklapbaar hardtop-dak) - alsook
voor de uitbreiding van de perserijactiviteiten (productie van extra
carrosseriedelen). Voor deze twee nieuwe activiteiten moeten nieuwe
productieprocedés, werkmethoden en technieken worden ingevoerd waarmee
de werknemers vertrouwd moeten raken.
Over het algemeen staat de Commissie positief tegenover
opleidingsactiviteiten; deze komen immers ten goede aan de Europese
economie doordat alle ondernemingen de beschikking krijgen over een
ruimer aanbod aan geschoolde werknemers.
Toch moet zij in individuele gevallen opleidingssteun nader
onderzoeken om ervoor te zorgen dat de steun ondernemingen
daadwerkelijk aanmoedigt extra opleidingsactiviteiten te ontplooien en
om te voorkomen dat de steun alleen wordt gebruikt voor het
subsidiëren van opleidingskosten die de onderneming hoe dan ook zou
dragen. Dergelijk onderzoek is met name nodig in een economische
context waar autofabrieken onderling concurreren met de bouw van
nieuwe modellen en onnodige steun deze concurrentie ernstig zou kunnen
verstoren doordat zij één onderneming begunstigt.
Het onderzoek van de Commissie heeft uitgewezen dat de voorgenomen
steun op onderdelen niet in overeenstemming was met de EU-regels
inzake opleidingssteun. Met name is de Commissie van oordeel dat
opleiding in verband met het uitbrengen van nieuwe modellen en het
persen van carrosseriedelen onder de exploitatiekosten valt die
autofabrikanten hoe dan ook moeten dragen onder druk van de
marktkrachten. Daarom meent de Commissie dat dit deel van de steun
niet tot een toename van de opleidingsactiviteiten zal leiden en dus
niet verenigbaar is met de staatssteunregels van het EG-Verdrag.
Bijgevolg kan een bedrag van 3,15 miljoen euro aan voorgenomen steun
niet worden goedgekeurd. De Belgische overheid heeft verklaard dat de
steun nog niet is uitgekeerd en daarom niet behoeft te worden
teruggevorderd.
De rest van de steun, ten belope van 2,18 miljoen euro, is bestemd
voor opleidingsactiviteiten van meer algemene aard. Een deel van de
opleiding gaat verder dan wat noodzakelijk is om het nieuwe model te
produceren en de perserijactiviteiten van de fabriek uit te breiden.
Het tweede deel heeft betrekking op het aanleren van vaardigheden ten
aanzien waarvan op de Vlaamse arbeidsmarkt een groot tekort bestaat,
zoals de Belgische autoriteiten hebben aangetoond. Als gevolg van dit
tekort vertrekken jaarlijks veel werknemers bij GM Antwerp wanneer zij
de gevraagde kwalificaties hebben verworven. Daarom is de onderneming
niet genegen de aanzienlijke kosten die met het onderwijzen van deze
vaardigheden gepaard gaan, te blijven dragen. De Commissie is tot de
conclusie gekomen dat de steun voor deze twee onderdelen van het
opleidingsprogramma de onderneming er daadwerkelijk toe aanzet extra
opleidingsactiviteiten uit te voeren en dat deze steun derhalve
verenigbaar is met de EU-regels inzake opleidingssteun.
European Union