KPMG


Desinvesteringen leveren bedrijven onvoldoende kapitaal op

5 april 2007

Ondernemingen die onderdelen van hun bedrijf verkopen, slagen er niet in de maximale opbrengst uit de transactie te halen.

Hoewel verkopers een sterkere uitgangspositie hebben dan een aantal jaren geleden, slagen zij er niet in deze te gelde te maken. Uit onderzoek van KPMG onder ruim 400 grote en middelgrote ondernemingen in Europa, Azië en Noord-Amerika blijkt dat bijna de helft van de bedrijven vindt dat zij er niet in geslaagd zijn de maximale opbrengst uit de laatste verkooptransactie te halen. Van de ruim 60 onderzochte private equity huizen geeft een kwart aan dat de laatste deal onvoldoende kapitaal heeft opgeleverd. Voor bedrijven die onderdelen willen verkopen, kunnen de omstandigheden volgens Rene Vader van KPMG Transaction Services niet gunstiger zijn dan nu het geval is. Vader: Fusies en overnames staan hoog op de agenda van bedrijven en private equity huizen en het lijkt erop dat het gunstige tij onder invloed van de toegenomen liquiditeit en de beschikbaarheid van goedkope leningen voortduurt. Verkopende partijen delen op dit moment de lakens uit en zouden de mogelijkheden die zich voordoen dan ook beter moeten benutten.

Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat de verkopende bedrijven hun verkoopstrategie vergeleken met het vorige onderzoek hebben aangepast. Vader: De bedrijven blijken lering te trekken uit de praktijken van de private equity huizen en richten zich meer dan voorheen op planning en voorbereiding, aspecten waar met name private equity huizen sterk in zijn. De kunst van een succesvolle transactie wordt immers nog altijd bepaald door een goed begrip van het bedrijf en een degelijke voorbereiding op de verkoop. Veel verkopers blijken overigens nogal wat problemen te ondervinden met de naweeën van een transactie, die in het algemeen leiden tot waardeverlies. Tweederde van de bedrijven en de durfinvesteerders blijkt hiervan last te hebben. Vooral garantie- en schade-eisen, onvoorziene boekhoudkundige problemen en geschillen met betrekking tot de afsluiting van de transactie spelen in de eindfase een rol.

De onderzochte bedrijven blijken voorts problemen te ondervinden met de controle op het tijdsbestek waarin de transactie in hun ogen afgerond moet zijn. Vader: Zowel bedrijven als durfinvesteerders zijn in het algemeen voorstander van een kort tijdsbestek. Een te lang proces kan immers nadelige gevolgen hebben voor het bedrijfsonderdeel dat verkocht moet worden en voor het zittende management, uitmondend in mindere prestaties en waardeverlies. Toch kan een kort en dus agressief tijdsbestek een belemmerend effect hebben op de noodzakelijke planning en voorbereiding. Verkopers moeten zich beter bewust worden van het feit dat transacties soms lang kunnen duren. Een realistisch oordeel bij het opstellen van het tijdschema is dan ook een noodzakelijke voorwaarde voor het laten slagen van een transactie en het maximaliseren van de opbrengst.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039

© 2007 KPMG Holding N.V., registered with the trade register in the Netherlands under number 34153857 and a Dutch limited liability company and a member firm of the KPMG network of independent member firms affiliated with KPMG International, a Swiss cooperative. All rights reserved.