Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Ons kenmerk SV/WV/07/12796 Datum 5 april 2007

Onderwerp Uitwerking WAO-paragraaf coalitieakkoord

Het coalitieakkoord van CDA, PvdA en CU bevat een aantal afspraken met betrekking tot de WAO. Op 16 maart 2007 informeerde ik u reeds over de voorlopige maatregelen die ik met betrekking tot de herbeoordeling en de verlenging van de TRI- regeling heb getroffen. Thans informeer ik u over de definitieve uitwerking van de afspraken inzake:
· het verlagen van de leeftijdsgrens van 50 naar 45 jaar in de herbeoordelingsoperatie;
· het verhogen van de uitkering voor volledig arbeidsongeschikten van 70 naar 75 pro- cent;

· het verlengen van de TRI-tegemoetkoming van zes naar twaalf maanden.

Uitgangspunt: mensen aan de slag helpen
In het stelsel van de arbeidsongeschiktheidsregelingen zijn in de afgelopen jaren prikkels geïn- troduceerd gericht op een activerende werking van het stelsel en het stimuleren van arbeidsge- schiktheid. Het betreft de wet verbetering poortwachter, de verlenging van de loondoorbeta- lingsperiode en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Deze nieuwe regelin- gen beantwoorden naar thans kan worden vastgesteld aan hun doelstelling. Het aantal gevallen dat personen arbeidsongeschikt worden verklaard is teruggelopen (WIA), er worden minder WAO-uitkeringen verstrekt en het aantal personen dat na herbeoordeling meer arbeidsgeschikt is en werkt, is toegenomen.

Een activerende aanpak - kijken naar de mogelijkheden die mensen nog hebben, mensen daar- op aanspreken en ze stimuleren te gaan werken - sluit aan bij de ambitie van het kabinet om de arbeidsparticipatie in de komende jaren te versterken. De afspraken in het coalitieakkoord met betrekking tot de uitvoering van de WAO moeten in die context geplaatst worden.

Mogelijkheden blijven benutten, ook tussen de 45 en 50 jaar De afspraak met betrekking tot het verlagen van de leeftijdsgrens van 50 naar 45 jaar betreft de herbeoordelingsoperatie. Die operatie vormt een wezenlijk onderdeel van de herziening van het stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen, waarbij het Schattingsbesluit is aangepast. De aanpassing van het Schattingsbesluit betrof niet de definitie van de medische beperkingen die tot arbeidsongeschiktheid leiden, maar de wijze waarop via de arbeidskundige beoordeling

Ons kenmerk SV/WV/07

de perspectieven op de arbeidsmarkt worden vastgesteld, op basis waarvan de omvang van de ongeschiktheid wordt bepaald.
Door de herbeoordelingsoperatie zijn meer mensen aan het werk gegaan. Van degenen waar- van de uitkering verlaagd of beëindigd is, werkt ongeveer een derde; deze groep is primair aangewezen op urenuitbreiding bij de eigen werkgever. Van degenen die nog niet werken, zit eenderde deel nog in een re-integratietraject en eenderde deel geeft aan niet voor een traject in aanmerking te willen komen. In totaliteit werkt 18 maanden na de herbeoordeling ongeveer de helft van de herbeoordeelden van wie de uitkering is verlaagd of beëindigd.

Ten tijde van de wijziging van het Schattingsbesluit in 2004 is besloten dat de herbeoordeling van WAO-ers volgens de nieuwe schatting van de arbeidsmarktperspectieven niet zou plaats- vinden voor personen die 50 jaar en ouder waren in verband met hun kansen op de arbeids- markt. In het coalitieakkoord hebben de partijen geconcludeerd dat WAO-ers die op de peilda- tum tussen de 45 jaar en 50 jaar oud waren, niet volgens het aangepaste Schattingsbesluit zou- den moeten worden herbeoordeeld. Zij zullen echter wel overeenkomstig de vóór de wijziging van het Schattingsbesluit geldende regels in aanmerking komen voor herbeoordeling. Zij kun- nen aanspraak maken op een re-integratietraject en waar nodig in het kader van re-integratie gebruikmaken van een brugbaan.

Deze wijziging betreft een groep van 116.000 personen die ten tijde van de invoering van het nieuwe Schattingsbesluit tussen de 45 en 50 jaar waren. Van hen heeft het UWV reeds 44.000 personen herbeoordeeld. Circa 29.000 van deze mensen hebben als gevolg van de herbeoorde- ling hetzelfde of een hoger arbeidsongeschiktheidspercentage gekregen. Bij circa 15.000 men- sen is de uitkering op basis van het nieuwe Schattingsbesluit verlaagd of beëindigd.

De afspraak in het coalitieakkoord houdt in dat de resultaten van de medische keuring niet op basis van het nieuwe schattingsbesluit beoordeeld moeten worden, maar aan de hand van de oude regels. Voor de personen van wie de uitkering is beëindigd of verlaagd, meen ik dat hier gevolg aan kan worden gegeven door hun situatie opnieuw te bezien aan de hand van de gege- vens uit hun dossier, getoetst aan de criteria van het oude Schattingsbesluit. Dit kan leiden tot een hogere uitkering. Verwacht wordt echter dat in circa 50% van de gevallen ook bij een be- oordeling volgens het oude Schattingsbesluit de uitkering gewijzigd had moeten worden of beëindigd. Voor wat betreft de 29.000 personen wier uitkering volgens het nieuwe schattings- besluit ongewijzigd is gebleven of verhoogd, hoeft in principe geen nieuwe beoordeling plaats te vinden.

In die gevallen dat op grond van de nieuwe beoordeling van hun dossier personen een hogere uitkering krijgen, wil ik de aanspraak daarop terug laten werken tot het moment van aantreden van het huidige kabinet. Dat is immers het moment waarop het voornemen om tot aanpassing van de uitkeringen te komen, tot programma van de regering werd verheven. Een deel van de herbeoordeelden, is na de herbeoordeling weer of meer gaan werken. Het ka- binet wil voorkomen dat deze mensen onnodig in een uitkering terugvallen. UWV beziet van
---

Ons kenmerk SV/WV/07

deze personen het recht op uitkering in relatie tot hun inkomen conform de gebruikelijke re- gels. Indien zij minder verdienen dan hun resterende verdiencapaciteit op basis van het oude Schattingsbesluit, dan ontvangen zij naast hun loon een WAO-uitkering. Mocht iemand die werkt, opnieuw uitvallen, dan zal hij worden beoordeeld op basis van het oude Schattingsbe- sluit. Op deze wijze worden talenten en mogelijkheden van deze groep benut.

Uitkering volledig arbeidsongeschikten op 1 juli 2007 omhoog Vanaf het begin is aan de aanscherping van de toelatingseisen voor de WIA de wens gekop- peld om wanneer de instroom drastisch terug zou lopen, de uitkeringen van personen die vol- ledig duurzaam arbeidsongeschikt zijn te verhogen tot 75 procent. In het coalitieakkoord is afgesproken dat ook de uitkeringen van volledig arbeidsongeschikten in de WAO, Waz en Wajong van 70% naar 75% zullen worden verhoogd. Het is de bedoeling om die verhoging op
1 juli 2007 in te doen gaan. Dit is de eerste datum waarop het UWV de verhoging kan uitbeta- len.

De verhoging van de uitkering zal worden toegepast op de grondslag. Dit zijn voor de WAO het vervolgdagloon en indien van toepassing het dagloon. De gevolgen voor de personen met een zogenoemde `WAO-gat'verzekering worden nog bezien.
Voor de werkgevers die eigenrisicodrager zijn, is deze verhoging niet voorzienbaar geweest. Daardoor kunnen deze werkgevers het bedrag wat nodig is voor de uitkeringsverhoging decla- reren bij het UWV.

Langere TRI-tegemoetkoming vanaf 23 maart
In het coalitieakkoord is afgesproken dat de TRI-tegemoetkoming (Tijdelijke Regeling Inko- mensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten) wordt verlengd van maximaal zes naar maximaal twaalf maanden. Zo krijgen mensen die herbeoordeeld zijn meer tijd voor re- integratie en goede ondersteuning en wordt de mogelijkheid voor maatwerk bij re-integratie versterkt.

Inmiddels heb ik een ministeriële regeling vastgesteld die op 21 maart 2007 is gepubliceerd in de Staatscourant, ingevolge welke iedereen die een TRI-tegemoetkoming krijgt of na die da- tum gaat ontvangen, recht heeft op maximaal twaalf maanden tegemoetkoming; nu is dat maximaal zes maanden. Uiteraard moeten deze mensen wel aan de geldende voorwaarden vol- doen. Die verlenging is twee dagen na publicatie, op 23 maart, ingegaan.

De TRI is bedoeld als aanvulling op een na herbeoordeling gewijzigde uitkering en wordt ge- combineerd met werken aan re-integratie. Het verlengen heeft derhalve primair zin voor die gevallen waarin de TRI nog loopt. Dit zou echter tot gevolg hebben dat personen wier TRI- tegemoetkoming reeds was afgelopen op het moment van verlenging de tegemoetkomingen tot twaalf maanden, enkel om die reden daarvoor niet in aanmerking komen. Dit onderscheid valt minder goed uit te leggen. Vandaar dat ik in aanvulling op de reeds genoemde wijziging de
---

Ons kenmerk SV/WV/07

TRI verder wil aanpassen teneinde degenen die een inmiddels beëindigde tegemoetkoming hebben gehad, de mogelijkheid geven om een verlenging aan te vragen voor maximaal zes maanden indien zij meewerken aan reïntegratie. Vanwege de verwevenheid van de tegemoet- koming met de inzet van de ontvanger voor zijn reïntegratie, zal snel van deze mogelijkheid gebruik gemaakt moeten worden. Zij krijgen daarom, na publicatie van de daartoe strekkende aanpassing van de TRI-regeling, twee maanden de tijd om die verlenging aan te vragen. Ten- einde even wel te voorkomen dat deze maanden onopgemerkt voorbij gaan, zal het UWV hen daartoe benaderen. De TRI-tegemoetkoming zal vervolgens verstrekt worden voor maximaal zes maanden vanaf de datum van de nieuwe beschikking en mits aan re-integratie wordt mee- gewerkt.

Wetgeving
Uw Kamer zal voor het zomerreces een wetsvoorstel ontvangen dat zowel de verhoging van de uitkering voor volledig arbeidsongeschikten als de verlaging van de leeftijdsgrens voor de her- beoordelingsoperatie formeel regelt. Ook zal ik het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheids- wetten aanpassen aan de leeftijdsverlaging. Dit besluit leg ik, zoals gebruikelijk, voor publica- tie aan de Kamer voor.

Het ligt evenwel in mijn bedoeling om het UWV te vragen voor wat betreft de nieuwe beoor- deling van de dossiers niet te wachten tot de wetswijziging in het Staatsblad staat, maar meteen met deze aanpak te beginnen. Ook voor wat betreft de verhoging van de WAO, Waz en Wa- jong van 70% naar 75% zal ik het UWV vragen om vanaf 1 juli aanstaande vooruit te lopen op de aanstaande wetswijziging.

Over de uitwerking van de brugbanen zal ik u, na overleg met de sociale partners, nader be- richten. Voor de volledigheid wijs ik U er op dat wetgeving tot afschaffing van Pemba in voorbereiding is.

Tot slot
Met deze uitwerking van het coalitieakkoord geeft het kabinet invulling aan zijn doelstelling om participatie van mensen te bevorderen, uitgaan van wat mensen nog wel kunnen en hen te ondersteunen bij de stap naar werk.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. J.P.H. Donner)

---