Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

LVVN

T.a.v. prof.dr.F.P.Weerman

Postbus 11398

1001 GJ Amsterdam

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van 5 april 2007 VO/OK/07/4755 6 februari 2007

Onderwerp Bijlage(n) versterking inhoud van het vak Nederlands brief aan TK

Geachte professor Weerman,

In uw brief doet u een oproep om te komen tot een inhoudelijke verbetering van het vak Nederlands. Ik deel uw mening dat er signalen zijn dat een verbetering gewenst is. Ik heb dan ook inmiddels besloten om invulling te geven aan het voornemen dat de vorige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Maria J.A. van der Hoeven aankondigde in haar brief van 12 februari 2007 aan de voorzitter van de Tweede Kamer, namelijk de instelling van een expertgroep die voor rekenen/wiskunde en taal een doorlopende leerlijn met concrete inhoudelijke eisen zal ontwikkelen. De brief voeg ik als bijlage toe. Ik hoop de expertgroep binnenkort te installeren.

In de brief wordt erover gesproken dat er naast deze groep ook een klankbordgroep zal zijn. Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om u hierbij uit te nodigen een voordracht te doen voor de benoeming van een lid van deze klankbordgroep namens uw vereniging.

De door u genoemde punten 1, 2, 3, 5 en punt 6 (wat betreft taal) maken deel uit van het aandachtsgebied van de expertgroep.

Daarnaast doet u een aantal voorstellen specifiek voor het vwo en havo. In punt 4 stelt u voor, het onderdeel literatuur bij Nederlands uit te breiden. Er is in principe één vak Nederlandse taal en literatuur. De school bepaalt hoeveel tijd daaraan besteed wordt. De leraar bepaalt hoeveel daarvan aan literatuur besteed wordt. Wat de exameneisen betreft treden per
1 augustus 2007 nieuwe examenprogramma's in werking. In het nieuwe examenprogramma Nederlands is een minimumaantal te lezen boeken opgenomen (niet meer een vaststaand aantal) en verder is het examenprogramma havo uitgebreid doordat bij de literatuur ook het onderdeel literatuurgeschiedenis weer verplicht is geworden. Daarmee is aan uw wens voldaan. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/2

In het nieuwe examenprogramma is verder de mogelijkheid opgenomen dat de school eigen onderwerpen aan het programma van het schoolexamen toevoegt. Bij Nederlands kan dat eigenlijk alleen betekenen het onderdeel taalkunde, dat u aan de orde stelt in punt 5. Om de scholen de mogelijkheid te geven daaraan ook echt vorm te geven, heeft mijn ministerie bovendien subsidie verstrekt voor het samenstellen van lesmateriaal op dit gebied (inmiddels is daarnaast ook een alternatief boek verschenen).
Tenslotte stelt u in punt 6 nog voor, om literatuur onderdeel te doen zijn van het centraal examen. Alleen op dat punt ben ik het fundamenteel met u oneens. Ik streef naar duidelijke inhoudelijke eisen waar dat nodig is (zie het voorgaande), maar ook naar ruimte voor de leraar waar dat mogelijk en wenselijk is. Het onderdeel literatuur is bij uitstek zo'n onderdeel waar die ruimte voor de eigen inbreng van de leraar, het inzetten van zijn eigen enthousiasme, het meest effectief is. Die ruimte in het literatuuronderwijs doet ook recht aan zijn professie. Hier geldt wel heel in het bijzonder: goed onderwijs is toch vooral een zaak van een deskundige en enthousiaste leraar ­ dat wil ik waarderen. Bovendien past het centraal examineren van literatuur niet in de vrijheid van richting: scholen moet hier hun eigen accenten kunnen plaatsen.

Ik hoop dat u in wilt gaan op mijn uitnodiging bij te dragen aan de verbetering door een lid voor te dragen voor de klankbordgroep. Kunt u dat doen binnen drie weken?

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart