Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Ons kenmerk W&B/URP/07/8676 Datum 5 april 2007

Onderwerp Wetsvoorstel bijstand bij verblijf buiten Nederland

Op 16 maart jl. heeft uw Kamer het verslag vastgesteld naar aanleiding van de bevindingen ten aanzien van het door het vorige kabinet ingediende wetsvoorstel wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland (Kamerstukken II, 30 936). De inhoud van voornoemd wetsvoorstel, alsmede het door uw Kamer hierbij vastgestelde verslag, zijn voor mij aanleiding om het ingediende wetsvoorstel op een aantal punten te wijzigen. Ik streef ernaar om de vertraging die de afhandeling van het wetsvoorstel hierdoor oploopt zo kort mogelijk te laten zijn.

Tot het moment dat de wijziging van de Wet werk en bijstand (WWB) in werking treedt, zijn de gemeenten gehouden aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) d.d. 5 december 2006, nr. 06/1851 WWB (LJN: AZ5429). In deze uitspraak bevestigt de CRvB dat het in artikel 13, vierde lid, van de WWB gemaakte onderscheid naar leeftijd tussen enerzijds bijstandsgerechtigden van 57,5 jaar en ouder die zijn ontheven van de plicht tot arbeidsinschakeling en recht hebben op bijstand bij een verblijf van ten hoogste 13 weken in het buitenland, en anderzijds jongere bijstandsgerechtigden die eveneens hiervan zijn ontheven, maar recht hebben op bijstand bij een verblijf van ten hoogste vier weken in het buitenland, niet op objectieve en redelijke gronden berust. Tot het moment waarop het onderscheidende karakter van genoemd artikel door het ingediende wetsvoorstel zal zijn opgeheven, valt op grond van de uitspraak van de CRvB dus ook deze laatste groep binnen het bereik van artikel 13, vierde lid, WWB. Ik zal de gemeenten in een komende verzamelbrief hierover informeren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(ing. A. Aboutaleb)