Ministerie van Financiën

Directie Financiële Markten

2060709410
Vragen van het lid Irrgang (SP) aan de minister van Financiën over vastgoed- CV's (Ingezonden 13 maart 2007).


1. Heeft u kennisgenomen van de bevindingen door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over de markt voor vastgoed-CV's)

Ja.


2. Hoe beoordeelt u het grote gebrek aan transparantie, waarvan nog steeds sprake is in deze markt?

Enerzijds stemt het positief dat in het rapport van de AFM geen feitelijke bevindingen naar voren zijn gekomen die wijzen op grote integriteitsrisico's in deze sector. Anderzijds is het betreurenswaardig dat blijkt dat de sector - ondanks dat bij het eerste rapport van de AFM al gewezen is op het gebrek aan transparantie - nog onvoldoende stappen heeft ondernomen om de transparantie te verbeteren.


3. Wat is uw reactie op de bevinding van de AFM dat vastgoed-CV's onderling moeilijk kunnen worden vergeleken?

Indien vastgoed-CV's zijn gestructureerd als beleggingsfondsen in de zin van de Wet op het financieel toezicht (Wft) dan moeten zij verplicht een financiële bijsluiter publiceren. Deze bijsluiter geeft een eerste inzicht in de kosten, rendementen en risico's van het product. Deze gegevens zijn gestandaardiseerd om vergelijking met andere beleggingsfondsen mogelijk te maken. Dat is de reden dat een bijsluiter voor vastgoed-CV's geen specifieke informatie over het vastgoed zelf bevat. Wat betreft het prospectus zou het wel goed zijn als vastgoed-CV's onderling beter vergelijkbaar zouden zijn. Ik begrijp dat in dat kader zowel de Stichting transparantie Vastgoed (STV) als de Vereniging Vastgoed Fondsen (VVF) een code hebben opgesteld die beoogt de onderlinge vergelijkbaarheid van vastgoed-CV's te bevorderen. Idealiter komen de STV en de VVF met een gezamenlijke code waardoor de transparantie en de vergelijkbaarheid verder toeneemt.


4. Hoe beoordeelt u de huidige situatie waarbij de belegger in een vastgoed-CV volledig afhankelijk is van de door de aanbieder verstrekte informatie?

Bij alle financiële producten die worden aangeboden aan consumenten is de belegger afhankelijk van het feit dat de aanbieder van dat product de vereiste informatie verstrekt. Het is aan de AFM om erop toe te zien dat de belegger ook die informatie ontvangt.


5. Bent u bereid te werken aan een betere regulering van de markt voor vastgoed-CV's, nadat zelfregulering door de sector sinds 1 juli 2006, de deadline die door u werd gesteld, nog steeds niet van de grond is gekomen?

Aanbieders van en participanten in besloten vastgoedfondsen hebben de AFM op 9 maart 2007 laten weten dat zij zijn gestart met een traject om te komen tot een uniforme gedragscode, geschillenregeling, beoordelingsrichtlijn en prospectusopbouw. Naar verwachting is deze gedragscode er in mei 2007. Het normenkader voor de informatieverstrekking zal naar verwachting in juli 2007 worden opgeleverd. Op dat moment zal worden bekeken of de sector voldoende stappen heeft ondernomen. Indien dat niet het geval is dan ben ik voornemens om aanvullende regels op te stellen. Bij de invulling daarvan zal ik rekening moeten houden met het feit dat de Europese Commissie in het kader van de herziening van de richtlijn beleggingsinstelling (de icbe-richtlijn) een onderzoek heeft ingesteld naar vastgoedfondsen.1 Het rapport daarover verschijnt naar verwachting in het najaar van 2007.


6. Bent u het ermee eens dat de noodzaak tot regulering van de markt voor vastgoed-CV's is toegenomen door de grote instroom van kleine beleggers die geen specifieke kennis hebben van vastgoed?

Ja, door de komst van kleinere particuliere beleggers zonder specifieke kennis van het vastgoed is de kennisasymmetrie tussen aanbieders en beleggers toegenomen.


7. Bent u bereid te kijken hoe het toezichtsinstrumentarium van de AFM kan worden uitgebreid, nu blijkt dat de AFM naar eigen zeggen onvoldoende instrumenten heeft om een diepgravend onderzoek in te stellen?

Nee, het toezichtinstrumentarium van de AFM schiet volgens het rapport enkel tekort in situaties waarin de AFM een diepgravend onderzoek wil instellen naar ABC-constructies of bepaalde situaties waarin de belangen van beleggers


1
De Europese Commissie beziet in het kader van de herziening van de richtlijn beleggingsinstellingen de mogelijkheden voor het creëren van een interne-markt voor niet- geharmoniseerde fondsen. Dit zijn alle beleggingsinstellingen die niet met behulp van een Europees paspoort gemakkelijk grensoverschrijdend kunnen worden aangeboden. Dit zijn bijvoorbeeld beleggingsinstellingen die in andere activa beleggen dan waar icbe's in mogen beleggen. Hieronder vallen onder meer vastgoedfondsen.

2 / 3

kunnen worden geschaad. De AFM kan indien zij vermoedt dat dergelijke praktijken plaatsvinden dit aankaarten bij opsporingsinstanties als de FIOD-ECD, de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie of de AIVD. Deze instanties hebben ruimere bevoegdheden dan de AFM om een diepgravend onderzoek in te stellen.


8. Ervaart u het als een belemmering dat een groot deel van de vastgoed-CV's niet meer onder het toezicht valt van de AFM als gevolg van de nieuwe vrijstellingsregeling?

Nee, er hebben namelijk recentelijk geen inhoudelijke wijzigingen plaatsgevonden. Zowel de Vrijstellingsregeling Wet toezicht beleggingsinstellingen als Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 zijn ongewijzigd en beleidsneutraal overgenomen in de Vrijstellingsregeling van de Wet op het financieel toezicht.

Waar de vraagsteller wellicht op doelt, is dat als gevolg van de implementatie van de maximaal geharmoniseerde richtlijn prospectus in 1 juli 2005 een vrijstelling is opgenomen indien effecten worden aangeboden met een totale tegenwaarde per pakket van ten minste 50.000 of waarvan de nominale waarde per effect ten minste 50.000 bedraagt. Deze vrijstelling is zowel opgenomen in de Vrijstellingsregeling Wte 1995 als de Vrijstellingsregeling Wet toezicht beleggingsinstellingen. Door beide vrijstellingsregelingen zo veel mogelijk te harmoniseren wordt ontduikingsgedrag tussen beide regelingen voorkomen. Dit komt de overzichtelijkheid voor marktpartijen ten goede.

Vastgoedfondsen kunnen op verschillende wijze worden gestructureerd. Als gevolg van verschillende Europese richtlijnen kan het toezichtregime daardoor per segment verschillen, waarbij ieder segment zijn eigen vrijstellingsgronden heeft. Dat er verschillende regimes bestaan is dus onvermijdelijk. De transparantie daarover is recentelijk echter wel verbeterd. Vrijgestelde aanbieders moeten een zogenaamd "wild-west bord" publiceren. Daarmee worden de aanbieders verplicht in zowel het aanbod als in reclame-uitingen te vermelden dat zij voor het aanbieden van bijvoorbeeld rechten van deelneming in een beleggingsinstelling niet vergunningplichtig zijn en niet onder toezicht staan van de AFM of DNB.

3 / 3


---- --