ChristenUnie


Inbreng bij wegnemen knelpunten leerlinggebonden financiering

Inbreng bij wegnemen knelpunten leerlinggebonden financiering

dinsdag 10 april 2007 16:46

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel inzake wijziging van onder meer de Wet op de expertisecentra en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met het wegnemen van enkele knelpunten bij leerlinggebonden financiering en het opheffen van de landelijke commissie toezicht indicatiestelling.

De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn verheugd dat vooruitlopend op een bredere herziening van de zorgstructuren in het reguliere onderwijs, op korte termijn verbeteringen worden voorgesteld. Deze leden verwachten dat met de voorstellen voor vereenvoudiging van de indicatie daadwerkelijk verbeteringen kunnen worden gerealiseerd. Door het afschaffen van de LCTI, het creëren van scherper toezicht van de Inspectie op de coördinatie van ambulante begeleiding, de ondersteuning van de ouders, de organisatie en onafhankelijkheid van de CvI, en het verloop van de indicatieprocedure, kan de praktijk worden verbeterd.

De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het daarnaast positief dat er met dit wetsvoorstel een basis wordt gelegd om te kunnen variëren in de indicatietermijnen binnen een onderwijssoort op grond van leerlingkenmerken. Zo hoeven ouders van bijvoorbeeld een kind met het Syndroom van Down niet meer dan één keer per schoolperiode formulieren in te vullen over de gezondheid van hun kind.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben over de concrete vormgeving echter nog wel een aantal vragen.

Op pag. 1 en 2 van de Memorie van Toelichting worden een aantal wijzigingen voorgesteld met betrekking tot de uitvoering van de indicatiestelling die voor minder administratieve lasten moeten zorgen. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen zich af wat in de praktijk precies het verschil wordt in administratieve lasten wanneer het gaat om het invullen van formulieren die met voorliggende wetswijziging worden toegestaan in vergelijking tot de formulieren die bij ministeriële regeling zijn voorgeschreven? Kan de regering een inschatting geven van het concrete positieve effect dat met het loslaten van het formulier bij ministeriële regeling wordt behaald?

Het is de bedoeling dat op den duur er één aanmeldingsformulier wordt gebruikt ten behoeve van onderwijs en zorg. De leden van de ChristenUniefractie vragen de regering hoe zich dit verhoudt tot de passage in het coalitieakkoord waarin wordt gesproken over `het wegwerken van wachtlijsten en de verdere vereenvoudiging van de indicatiestelling, waar mogelijk in samenhang met de (jeugd)zorg krijgt prioriteit'. Tevens vragen deze leden hoe zich deze uniformering verhoudt tot een zorgvuldig gebruik van het Elektronisch Kinddossier en het onderwijsnummer, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Is het voorstel voor het bredere gebruik ook besproken met het Cpb? Zo neen, waarom niet?

Met betrekking tot de aanvraag van een indicatiestelling van een leerlinggebonden financiering hebben de leden van de fractie van de ChristenUnie enkele vragen en opmerkingen. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de regering nader in te gaan op het voorstel van de Raad van State waarin wordt gesteld dat een indicatie mogelijk moet worden gemaakt door derden, zoals bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg (pag. 2 advies Raad van State). Wat zijn de mogelijkheden van de regering om iets te doen voor de groep leerlingen waarvan de ouders geen indicatiestelling aanvragen, maar waarvoor het bevoegd gezag van de school wegens het niet beschikken over de (juiste) gegevens van de leerling geen indicatiestelling aan kan vragen?

De leden van de ChristenUnie-fractie juichen de verruiming van de mogelijkheid een vso- afdeling in te richten toe. Wat deze leden betreft wordt dit nog dit schooljaar mogelijk gemaakt. Een verzoek van het bevoegd gezag tot het inrichten van een vso-voorziening kan al voorafgaande aan de inwerkintreding van dit onderdeel bij de Minister van OCW worden ingediend. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering of het daarmee mogelijk wordt om per 1 augustus 2007 daadwerkelijk met een vso-afdeling te beginnen? Zo neen, waarom niet? Tevens vragen deze leden in welke mate de regering verwacht dat met dit wetsvoorstel de gaten in het aanbod voortgezet speciaal onderwijs voor havo/vwo kunnen worden opgelost?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de regering nader toe te lichten of het voordeel van de school om niet langer ieder jaar een verzoek om bekostiging voor residentiële instellingen te hoeven indienen, opweegt tegen de mogelijke financiële gevolgen voor de school danwel de overheid, nu de kans groter wordt dat er bekostiging plaatsvindt van zogenaamde `lege plaatsen'?