Gemeente Utrecht


Schriftelijke vragen 2007, nr.58 inzake autodate

2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
58 Vragen van mevrouw N.R. Schipper en de heer H.IJ. van der Roest
(ingekomen op 8 april 2007)

Op het gebied van autodate kent de gemeente Utrecht, na toekenning van de in oktober 2004 toegezegde 45 extra plaatsen, 114 autodate-plekken. Onderzoek van één van de aanbieders van autodaten heeft aangetoond dat de behoefte aan autodate-plekken in de gemeente Utrecht veel groter is, met name in en rond de binnenstad. Dit sluit aan bij landelijk onderzoek van adviesbureau's naar de groeimogelijkheden in Nederland.

Gelet op de verkeers- en parkeerproblematiek in de stad zou ter verlichting van de autodruk het autodaten gepromoot en gestimuleerd moeten worden. Een aantal andere grote steden in Nederland hebben daarvoor projecten lopen en kunnen als voorbeeld dienen, zoals Amsterdam, Leiden en Nijmegen.

Naast particulieren die autodaten kunnen ook bedrijven klant worden, zodat hun personeel voor dienstreizen gebruik kan maken van de deelauto's. Gemeenten die in het kader van BANS-klimaatconvenant interne vervoersplannen opstellen en uitvoeren kunnen ook deelauto's inzetten.
Zo is de gemeente Zaanstad inmiddels klant is van een autodate-aanbieder. In het kader van mobiliteitsmanagement maken de medewerkers van de gemeente dienstreizen in principe met het openbaar vervoer. Alleen wanneer een plek niet of moeilijk met het openbaar vervoer te bereiken is, kunnen medewerkers gebruik maken van de deelauto's. Het gebruik van de auto's is een succes.

Vanuit het subsidieprogramma CO2-reductie Personenvervoer wordt uitbreiding van het aantal steden waar deelauto's beschikbaar zijn, gestimuleerd. In de praktijk blijkt namelijk dat deelauto's zorgen voor een selectief autogebruik. Op dit moment loopt ook een project vanuit het programma Mobiliteitsmanagement van SenterNovem om een nieuwe dienst te ontwikkelen: de plekchecker. Hiermee kan een klant zien waar de dichtstbijzijnde deelauto geparkeerd staat. Hierdoor hoeven geen aparte parkeerplaatsen meer gereserveerd te worden voor de deelauto's. Het probleem dat het in sommige steden lastig is om het aantal gereserveerde parkeerplekken uit te breiden, behoort daarmee tot het verleden.

Vragen
1. Deelt het college de mening van GroenLinks en de PvdA dat autodaten een bijdrage kan leveren aan het selectiever gebruik van de auto?
2. Is het college na oktober 2004 benaderd door autodate-aanbieders met het verzoek het aantal plekken te mogen uitbreiden? Zo ja, heeft het college hieraan meegewerkt? Zo nee, waarom niet?
3. Ziet het College voor haar een rol weggelegd in het stimuleren van autodaten onder de bewoners en werknemers in de gemeente Utrecht? Zo ja, op welke wijze wordt hier invulling aan gegeven?
4. Maakt autodaten deel uit van het mobiliteitsmanagement van de gemeente Utrecht? Zo ja, in welke mate? Zo nee, is het college bereid autodaten op te nemen als één van de instrumenten in het gemeentelijk mobiliteitsmanagement?
5. Is het college bekend met de plekchecker van SenterNovem? Ziet het college in dit project mogelijkheden om de autodaten in Utrecht uit te breiden?
6. Kan het college iets zeggen over het aantal plek