Openbaar Ministerie

OM rondt onderzoek naar strafbare feiten Tjerk Hiddes af

Arnhem, 11 april 2007

Het Openbaar Ministerie heeft het onderzoek afgerond naar eventuele strafbare feiten op marinefregat Tjerk Hiddes.

Onderzoek

Op 29 maart 2006 is er aangifte gedaan namens de marineleiding van mogelijke strafbare feiten op het fregat Tjerk Hiddes. Daarop is door de Koninklijke Marechaussee en onder leiding van het Openbaar Ministerie in Arnhem onderzoek ingesteld. Het onderzoek naar strafbare feiten richtte zich op bedreiging, schennis, aanranding, verkrachting, ontucht met misbruik van gezag en het buiten boord houden en in een kist stoppen van een persoon.

Vervolging

Ten aanzien van zes personen zijn ernstige vermoedens gerezen ter zake van het buiten boord houden en het in een kist stoppen van een vrouwelijke matroos. Dit is strafbaar als militaire mishandeling op grond van artikel 140 Wetboek van Militair Strafrecht. Betrokkenen zullen hiervoor strafrechtelijk ter verantwoording geroepen worden door het Openbaar Ministerie.

Sepot

De overige strafbare feiten (acht zaken) waarnaar onderzoek is verricht, zijn om verschillende redenen geseponeerd.

Het onderzoek wijst uit dat er geen sprake is geweest van strafrechtelijke bedreigingen in de drie gevallen die onderzocht zijn. Daarom zijn deze zaken geseponeerd.

Onderzoek naar een mogelijke aanranding heeft geen strafbare gedragingen opgeleverd. Daarvoor zal niemand vervolgd worden.

Een andere zaak betrof verkrachting dan wel ontucht met misbruik van gezag. Omdat de twee betrokkenen beiden met de seksuele handelingen instemden, is er geen sprake van verkrachting. Wel was er sprake van een gezagsverhouding. Het onderzoek heeft uitgewezen dat direct maatregelen zijn genomen door de commandant van de Tjerk Hiddes met betrekking tot deze gezagsverhouding. Daarom heeft het OM de zaak voorwaardelijk geseponeerd.

Een vrouwelijke matroos heeft in haar verklaringen melding gemaakt van jegens haar gepleegde schennis, aanranding en verkrachting door verschillende personen op verschillende tijdstippen. Hiervoor zijn drie personen als verdachte aangemerkt. In het onderzoek zijn de vrouw, de verdachten en getuigen gehoord. Uitgebreid onderzoek heeft geen bevestiging opgeleverd van de door de vrouw afgelegde verklaringen. Ook overigens is uit het onderzoek gebleken dat het onwaarschijnlijk is dat de feiten hebben plaatsgevonden. Het Openbaar Ministerie heeft dan ook achteraf vastgesteld dat deze drie personen ten onrechte als verdachte waren aangemerkt, aangezien zij zich niet schuldig hebben gemaakt aan genoemde strafbare feiten.

Tevens heeft de vrouwelijke matroos melding gemaakt van grensoverschrijdende gebeurtenissen (onder meer aanwezigheid van dronken en handtastelijke mannen in het vrouwenverblijf) die zich op het marinefregat zouden hebben afgespeeld. Uitgebreid onderzoek heeft geen bevestiging opgeleverd van de betreffende incidenten.