Ingezonden persbericht

Steden lanceren Aanval op Uitval

DEN HAAG, 11 april 2007 - Hulp aan kansarmen in Nederland verloopt vaak moeizaam door wetgeving en een wirwar aan betrokken instanties. Daardoor dreigen probleemjongeren, kansarmen zoals bijvoorbeeld multiprobleemgezinnen en probleemwijken af te glijden.
Uit de publicatie 'Aanval op de Uitval, Blik op de frontlijn' van de G27, het samenwerkingsverband van 27 middelgrote steden, en het Nicis Institute, blijkt dat bij een probleemgezin ruim twintig instanties betrokken zijn. Samenwerking tussen deze instanties is geen automatisme. De G27 zetten met het project 'Aanval op de Uitval' in op meer en betere samenwerking.

In de zijlijn van de samenleving
"Er vallen in onze samenleving nog steeds veel mensen buiten de boot", zegt Frank Kerckhaert, burgemeester te Hengelo en voorzitter van de commissie die het project leidt. "En dat is niet nodig. Wel moeten partijen beter samenwerken. En dat blijkt niet altijd even eenvoudig. We kwamen een jongere tegen die graag naar school wilde, zestien instellingen en meer dan vijftig contactmomenten later, zat hij nog steeds niet op school. Een ander voorbeeld is een gezin waar meer dan twintig instellingen bij betrokken waren. En de problemen werden alleen maar groter. Toen hebben we met een groep steden gezegd, de maat is vol. Iedereen roept altijd over samenwerken en regievoeren, maar niemand weet eigenlijk hoe dat echt moet", aldus Kerckhaert.

Tegengestelde belangen
"Samenwerking tussen instanties komt maar moeilik van de grond. Dat komt omdat instanties tegenstrijdige belangen hebben. Als iemand van de ene hulpverlener op medische gronden moet thuisblijven, wil een ander hem graag vanwege 'resocialisatie' liever per direct weer aan het werk zien. Het verschil in de realiteit van de straat en die in de beleving van instanties en overheidsinstellingen is schrikbarend groot. Het is noodzakelijk hierin een doorbraak te bereiken", stelt Wim Hafkamp wetenschappelijk directeur van het Nicis Institute.

Wetgeving
Kerckhaert signaleert ook wetgeving die tegenwerkt. "Bepalingen in de Wet Werk en Bijstand zorgen er bijvoorbeeld voor dat een jonge alleenstaande moeder die een opleiding wil volgen, een deel van de voor haar bestemde middelen niet mag inzetten voor het betalen van kinderopvang. Daarnaast moeten werklozen volledig beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt om niet hun recht op een uitkering te verliezen. Dat is erg lastig voor jongeren die tegelijk willen leren en werken én aanspraak willen maken op de bijstand omdat ze geen geld krijgen van hun ouders."

Oplossing
In zes G27-gemeenten is in het afgelopen jaar geëxperimenteerd met een nieuwe aanpak. In een zogeheten 'snelkookpansessie' worden alle betrokken instanties rond een probleemgeval bij elkaar gezet. Vanuit het oogpunt van bijvoorbeeld een verslaafde, kansarme jongere of het probleemgezin wordt gekeken naar de acties van de hulpverleners. "Wanneer falend beleid heel concreet wordt gemaakt gaan de ogen van veel mensen open. 'Dit kan toch niet waar zijn', is een veelgehoorde uitspraak tijdens de snelkookpansessies. Concrete problemen worden tijdens de sessie vertaald naar concrete oplossingen", zegt Kerckhaert. Uit de publicatie 'Blik op de frontlijn' blijkt dat deze methode zijn vruchten afwerpt. Vanwege het succes is het project verlengd en doen dit jaar acht nieuwe steden mee.

Publicatie en conferentie
Deze methode en manier van werken is vastgelegd in 'Aanval op de Uitval: Blik op de frontlijn.' Een handzaam boekje waarin de snelkookpanmethode uiteen wordt gezet. Daarnaast organiseert de G27 op 11 april aanstaande een conferentie waarin goede voorbeelden worden gepresenteerd en vertegenwoordigers van alle steden aanwezig zijn. Verder vinden in de komende maanden snelkookpansessies plaats in 8 steden.

Belangrijkste oorzaken falende hulp kansarmen:
* Ontbreken van maatwerk: Mensen met complexe problemen passen niet in algemene wet- en regelgeving en doelgroepenbeleid;
* Veel verschillende instanties waarover de maatschappelijke verantwoordelijkheid is verdeeld. Daardoor is het moeilijk om alle partijen aan tafel te krijgen;
* Gesprekken over samenwerking zijn abstract, voorstellen voor samenwerking zijn zelden concreet. Het blijft bij convenanten, intentieverklaringen en afspraken om nog eens door te praten;
* Partijen kijken verschillend tegen de problemen van de hulpzoekende aan. Er bestaat geen gedeelde probleemanalyse;
* Er is wil tot samenwerking. Maar uitvoerders spreken met uitvoerders, beleidsmakers met beleidsmakeers en bestuurders met bestuurders. Het gebeurt niet vaak dat die partijen allemaal om één tafel zitten;
* Partijen wijzen naar elkaar als het op samenwerken aankomt. Uitspraken als: 'Als het ROC nu eens dit' en 'Als de politie nu eens dat' of 'dat is de verantwoordelijkheid van het CWI' staan een gedegen samenwerking in de weg.

De publicatie 'Aanval op de Uitval - Blik op de frontlijn' is in opdracht van de G27 en het Nicis Institute samengesteld door het Centre for Government Studies, Universiteit Leiden, Campus Den Haag.

//// EINDE BERICHT ///

Noot voor de redactie /

Ingezonden persbericht