Productschap Margarine
12.04.2007
MEP subsidie essentieel voor stimulering duurzame elektriciteitsproductie
De productie van duurzame elektriciteit is in Nederland in grote mate
afhankelijk van financiële ondersteuning door de MEP-subsidie. Dat is
het antwoord op de centrale vraag in het onderzoek: "MEP subsidies:
maatschappelijke kosten en baten" in hoeverre de maatschappelijke
kosten van de MEP-regeling opwegen tegen de maatschappelijke baten en
in hoeverre deze regeling een bijdrage heeft geleverd aan de
innovatie- en technologieontwikkeling.
Op voorstel van de vaste kamercommissie voor Economische Zaken heeft
de Tweede Kamer besloten dit onderzoek in te stellen naar de
doelmatigheid en de uitvoering van de subsidieregeling Milieukwaliteit
Elektriciteitsproductie (MEP). Deze regeling is in 2003 geïntroduceerd
als opvolger van de fiscale regeling voor de productie van 'groene
stroom'. De aanleiding voor dit onderzoek ligt in de directe
beëindiging van de regeling in augustus 2006 voor nieuwe projecten. De
reden voor deze beëindiging was de constatering van de minister van
Economische Zaken dat op basis van de op dat moment bekende gegevens
de doelstelling voor de productie van duurzame elektriciteit van 9
procent gehaald zou gaan worden, waardoor het subsidiëren van nieuwe
projecten niet langer nodig zou zijn. De Tweede Kamer wil nu weten wat
de resultaten zijn van de MEP-subsidieregeling, hoe doelmatig de
regeling was en in hoeverre de regeling heeft bijgedragen aan
innovatie en technologieontwikkeling. De resultaten van dit onderzoek
kunnen worden gebruikt bij de voorbereiding van nieuw
stimuleringsbeleid voor duurzame elektriciteit.
Door gebrek aan voldoende data was niet mogelijk om in het rapport een
uitspraak te doen over de kosteneffectiviteit van de ondersteuning.
Wel was het mogelijk om een beeld te schetsen van de maatschappelijke
baten in de vorm van vermeden milieu- en gezondheidskosten. De relatie
tussen MEP en technologieontwikkeling is bescheiden. De relatie is een
indirecte: doordat met MEP-subsidies in het vooruitzicht producenten
van bijvoorbeeld windturbines opdrachten en omzet verwerven zijn zij
in staat te investeren in R&D. Aanbevolen wordt om of een generiek
feed-in systeem te kiezen (een soort MEP+) of een combinatiesysteem:
toegesneden per technologie.
In het onderzoek zijn verschillende stimuleringssystemen die er in de
EU zijn, vergeleken. Het gaat om grofweg vier systemen:
* Een feed-in systeem waarmee de productie van duurzame
elektriciteit wordt ondersteund
* Een quota systeem in combinatie met verhandelbare certificaten.
* Een tender systeem dat meerdere belangstellenden uitnodigt een
voorstel te doen
* Fiscale maatregelen
Op basis van Europees vergelijkend onderzoek komt naar voren dat het
feed-in systeem - dat in 21 van de 28 lidstaten wordt gebruikt - in
het algemeen doeltreffender en kosteneffectiever is dan de andere
systemen. Ook wordt door het bedrijfsleven het feed-in systeem als
meest gewenste systeem geduid, mits er meerjarige zekerheid wordt
geboden. Het rapport doet aanbevelingen voor het ontwikkelen van nieuw
beleid. De aanbevelingen bieden twee mogelijke alternatieven.
A. Generiek feed-in systeem: een MEP+
Als de productie met één generiek instrument gestimuleerd zou gaan
worden, dan ligt op grond van de thans beschikbare kennis, het feed-in
systeem het meest voor de hand. Wel zou het volgens de onderzoekers
raadzaam zijn een aantal verbeteringen door te voeren ten opzichte van
de huidige MEP, te weten:
* Een adequate koppeling aanbrengen met de actuele
elektriciteitsprijzen.Het MEP-tarief werd gebaseerd op een
inschatting van de ontwikkeling van de elektriciteitsprijzen.
Hierdoor kon het volgens de gesprekspartners gebeuren dat er door
producenten veel verdiend werd aan de MEP op het moment dat de
elektriciteitsprijzen in de praktijk hoger uitvielen. Voor de
toekomst zou de financiële ondersteuning gekoppeld moeten worden
aan de actuele elektriciteitsprijs.
* Kiezen voor een langere looptijd. Wanneer investeerders en
producenten zekerheid krijgen voor een langere periode - 15 tot 20
jaar - dan kunnen de kosten ook over een langere periode verrekend
worden waardoor de omvang van de onrendabele top verminderd.
B. Combinatiesysteem: toegesneden per technologie
Een andere mogelijkheid is een systeem waarbij er maatregelen worden
gekozen die zijn toegesneden op de technologie. Voorgesteld wordt de
(elementen van) de volgende ondersteuningsmix te kiezen:
* Kapitaalintensieve technologie, zoals windenergie en kleinschalige
biomassa kunnen het best gestimuleerd worden met een feed-in
systeem. Om dit beter te laten functioneren worden de volgende
veranderingen voorgesteld:
+ een adequate koppeling aanbrengen met de actuele
elektriciteitsprijzen.
+ kiezen voor een langere looptijd.
* Grootschalige biomassa: het rijk zou met de producenten
volumeafspraken kunnen maken voor een aantal jaren. Dit kan
individueel of op basis van een tenderregeling.