12-04-2007 17:39
VAN MIDDELKOOP WIL MEER INVLOED CIVIELE INSTANTIES IN AFGHANISTAN
Minister van Defensie Eimert van Middelkoop pleit voor een grotere rol
voor civiele instanties in Afghanistan. De bewindsman, die vandaag in
Quebec, Canada, aanwezig is op een bijeenkomst voor troepenleverende
landen aan de ISAF-missie in het zuiden van Afghanistan, wil dat de
Navo zich meer richt op civiel-militaire samenwerking. Ook streeft hij
naar meer invloed voor de Verenigde Naties.
"De NAVO moet een bruggenbouwer zijn naar de VN, de EU en andere
civiele instanties. We moeten hen meer in staat stellen hun werk te
doen. Dat betekent beter faciliteren, met geld, maar ook met middelen.
Het is van belang dat de NAVO zorgt voor een veilige omgeving, zodat
anderen het opbouwwerk kunnen doen", aldus Van Middelkoop. "Wat we
niet moeten vergeten is dat ISAF een "assitance force" is. ISAF is
juist bedoeld om het werk van civiele instanties mogelijk te maken. In
de eerste plaats natuurlijk de democratisch gekozen Afghaanse
overheid, maar ook de VN, of NGO's. Vechten is niet ons doel,
integendeel."
Ook is minister Van Middelkoop van mening dat de zogenaamde drie
D-aanpak (Development, Diplomacy, Defence), die Nederland voorstaat
meer profiel moet krijgen. "Het zou goed zijn als alle partners naast
de militaire leiding in het Hoofdkwartier civiele adviseurs zouden
inzetten".
Naast militaire operaties richt ISAF zich vooral op de versterking van
het Afghaanse bestuur. Vooral in het zuiden is het bestuur nog niet in
staat haar eigen verantwoordelijkheden te dragen. Daarom hebben de
Nederlandse ISAF-eenheden een speerpunt gemaakt van de opleiding van
het Afghaanse Nationale Leger (ANA), de Nationale Politie (ANP) en de
Hulppolitie (ANAP). Dit sluit nauw aan op de strategie van het
inktvlekmodel dat ISAF hanteert. Binnen dit model creëren deze
Afghaanse veiligheidsinstanties gebieden waarbinnen de veiligheid en
stabiliteit kan worden gehandhaafd. Volgens Van Middelkoop is het
noodzakelijk dat de NAVO de training van deze eenheden grotere
prioriteit geeft.
In Quebec zetten de ministers "de klokken gelijk". Volgens minister
Van Middelkoop is het een missie die vele uitdagingen kent, en waarbij
zowel in binnen- als buitenland bij voortduring kritisch gekeken wordt
naar de voortgang, de aanpak en de resultaten die worden behaald.
"Daarom is het goed elkaar af en toe op dit niveau in de ogen te
kijken. Kritische geluiden zijn nuttig, en kunnen helpen in het
continue proces van evaluatie van de missie".
"In het zuiden van Afghanistan is onder Nederlandse leiding sprake van
een Navo-aanpak, waarin tussen de aanpak van de diverse landen wel
nuanceverschillen kunnen zitten, maar zeker geen sprake is van
geïsoleerd of afwijkend optreden. De Nederlandse aanpak past volledig
binnen deze Navo-strategie, waarbij vanuit de inktvlekken rondom de
grootste bevolkingscentra veiligheid en stabiliteit wordt gecreëerd
waarbinnen wederopbouw mogelijk wordt. Daarbuiten wordt de Taliban
verstoord in haar operaties, zodat de veiligheid binnen de inktvlek
niet kan worden bedreigd. Nederlandse troepen komen daarbij ook
regelmatig in gevechtscontacten terecht, en treden waar nodig robuust
op. Regiobrede operaties als Baaz Tsuka en Achilles, zoals die in
Kandahar en Helmand hebben plaatsgevonden, hebben in Uruzgan nog niet
plaatsgevonden. Dat neemt niet weg dat Nederlandse eenheden, zowel op
de grond als in de lucht, hieraan ten volle meedoen," aldus de
bewindsman.
Aan de bijeenkomst in Quebec nemen de landen deel die in het kader van
de ISAF-missie van de NAVO (International Security Assistance Force)
met militaire eenheden actief zijn in het zuiden van Afghanistan.
Naast Nederland zijn dat Australië, Canada, Denemarken, Estland,
Roemenië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Het is de
vierde keer dat de landen van Regional Command South op dit niveau bij
elkaar komen. De bijeenkomsten hebben tot doel de samenwerking tussen
de in het zuiden van Afghanistan actieve landen te versterken.
De ISAF-operatie in het zuiden van Afghanistan staat momenteel onder
bevel van generaal-majoor Ton van Loon.
Ministerie van Defensie