Gemeente Utrecht


STREKT TER VERVANGING
Mondelinge vragen van de heer M.E.J. Eggermont (SP)


Inzake het landelijk principe-akkoord van de brandweer.

Morgen volgt de uitspraak van de rechter naar aanleiding van het verzoek door de gemeente Utrecht voor een voorlopige voorziening inzake het nieuwe dienstrooster van de brandweer. Wat de uitspraak ook zal zijn, het gaat om een voorlopige voorziening. Ook na deze uitspraak zal de gemeente nog de weg moeten doorlopen van ondernemingskamer en desnoods een bodemprocedure.

Waarom dan nu, met deze zaak nog onder de rechter, mondelinge vragen?
Recent nam de brandweercommandant, met politieke rugdekking van wethouder Giesberts, de beslissing om de minimale bezetting terug te brengen naar 20 stoelen. Onacceptabel, volgens de ondernemingsraad, vanwege de gevolgen voor de veiligheid in de stad. De SP deelt deze mening, vooral omdat het eigenlijk maar om een arbeidsconflict gaat.

En het arbeidsconflict is slechts een slecht begrepen misverstand.
Want waar gaat het nu eigenlijk om? De brandwachten stonden tot 1 januari 54 uur per week voor ons klaar, terwijl ze slechts een arbeidscontract hebben van 36 uur. 18 uur per week (33%) is elke brandwacht dus feitelijk vrijwilliger.

Aangezien het verlof wel werd toegekend op basis van een 36-urige werkweek, moest er een truc worden toegepast om de brandwachten wel hun weken verlof te gunnen. In Utrecht werd rekening gehouden met die 33% en werd in plaats van 24 uur, 16 uur verlof afgeschreven. Hier komen we op de bron van het misverstand. Want de bron van het misverstand is de weging van uren, maar dan moet wel begrepen worden waar die weging van uren vandaan komt.

Als wethouder Giesberts, in zijn brief aan de ondernemingsraad, het wederom heeft over een werkweek van 32 uur als verklaring voor het terugbrengen van de bezetting van de brandweer dan baseert hij zich op een weging die te maken heeft met verlofverstrekking. De feitelijke situatie is dat de brandwacht sinds 1 januari ook een maximale werkweek kent van 48 uur. Van deze werkweek van 48 uur wordt hij 36 uur betaald en is hij 12 uur verplicht-vrijwilliger. Het enige wat hoeft te gebeuren is dat de weging in de verlofregeling moet worden aangepast, i.p.v. voor 33% zijn brandwachten tegenwoordig voor 25% vrijwilliger.

Deze iets uitgebreidere inleiding heb ik me in de huidige situatie gepermitteerd om tot mijn vragen te komen.
Vragen die te maken hebben met het loslaten van de weging van uren als het gaat om het maken van roosters, zoals dit in het landelijk principe akkoord van 7 maart is overeengekomen en waardoor er nu, gezien de situatie in het Utrechtse, wellicht minder zicht is op een definitief akkoord op 27 april.

Tot slot leidt de ontwikkeling van de afgelopen week voor ons tot een aanvullende vraag. Wij hebben ons er namelijk over verbaasd dat de wethouder zo makkelijk instemt met het terugbrengen van de minimale bezetting terwijl de Ondernemingsraad oplossingen weet waarmee deze aantasting van de bezetting is te vermijden. Het antwoord op deze vraag zullen we zwaar laten meewegen welke gevolgen de in onze ogen onacceptabele politieke dekking van de beslissing van de commandant moet hebben.

1. Wat is het standpunt van het college over het gesloten principe-akkoord tussen VNG en de vakbonden.
2. Onderschrijft het college dat het principe van weging van uren moet worden losgelaten?
3. Wanneer laat het college haar stemgedrag over het gesloten principe-akkoord weten?
4. Welke stappen gaat het college ondernemen zodat er 27 april een definitief akkoord ligt tussen de gemeenten en de vakbeweging?
5. In hoeverre heeft u de door de ondernemingsraad aangegeven oplossingen voor handhaving van een acceptabeler zorgniveau serieus genomen? Op grond waarvan heeft u aangegeven hier geen gebruik van te willen maken? Of op grond waarvan bent u van mening dat u van deze oplossingen geen gebruik kan maken? Heeft u deze oplossingen bijvoorbeeld voorgelegd aan de arbeidsinspectie? Bent u bereid om de beslissing van de commandant terug te draaien?


---- --