Gemeente Den Haag

Koninklijke Hoogheid,
Minister President,
Vice-voorzitter van de Raad van State,

Ik heet u allen van harte welkom op deze feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte van onze nieuwe prinses.

Wij zijn in Den Haag bijzonder gelukkig. Gelukkig met de geboorte van uw dochter en gelukkig dat u voor de derde maal hier in het stadhuis aan de Haagse Groenmarkt aangifte komt doen.
Oranje en Den Haag; ze zijn al sinds de zestiende eeuw met elkaar verbonden. En u, in deze moderne tijd, geeft daar opnieuw invulling aan.

Ik ken u en uw vrouw persoonlijk. We komen elkaar geregeld tegen. Zeker uw vrouw die als werkende moeder vaak in onze stad te vinden is. Altijd geĂŻnteresseerd in onze burgers en vaak vindt zij dan ook nog de tijd om een hartelijk en belangstellend woord met hen te wisselen.
Wij zijn trots op deze band die Den Haag als Hofstad kenmerkt. Dat bewijst ook deze feestelijke aangifte.

U weet, Den Haag is regeringsstad. Maar Den Haag is ook een internationale stad. Wij staan inmiddels op de wereldkaart als stad van vrede recht en veiligheid.

Die begrippen klinken deftig en voornaam en behoren tot de wereld van het internationaal recht.

Bij de geboorte van een kind krijgt vooral het begrip veiligheid een heel andere betekenis.

Veilig ter wereld komen, op een veilige plek op aarde. Veilig in de armen van je ouders. Opgroeien in omgeving die veilig is.

Opgroeien in een wereld waar vrede, recht en veiligheid zijn gewaarborgd.
Al die internationale organisaties in onze stad werken aan die betere wereld. Maar ook wij inwoners van Den Haag, van Nederland hebben de opdracht hieraan te werken.

Ik hoop van harte dat uw dochter, in alle geluk en gezondheid, in die betere wereld opgroeien mag.

Ik wens u, Koninklijke Hoogheid, uw vrouw Maxima, uw dochters Amalia en Alexia, oma en de rest van de familie een heel gelukkige tijd met uw prachtige dochter.