In Nederland gesloten zgn. homohuwelijk geldt ook in Aruba als
huwelijk
Samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 13 april 2007 in de
zaak van de ambtenaar van de burgerlijke stand van Aruba en het Land
Aruba tegen twee vrouwen. Bij verschil tussen deze samenvatting en de
volledige uitspraak is laatstgenoemde bindend.
Achtergrond
De vrouwen zijn in 1999 in Nederland een geregistreerd partnerschap
aangegaan dat zij in 2001 hebben omgezet in een huwelijk. Nadat zij
zich in Aruba hadden gevestigd, hebben zij het verzoek ingediend om in
het bevolkingsregister als gehuwden te worden ingeschreven. De
ambtenaar van de burgerlijke stand en van het bevolkingsregister heeft
dat echter geweigerd.
Vervolgens hebben de partners bij de civiele rechter een procedure
aangespannen tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand en het Land
Aruba. Daarin hebben zij het gerecht in eerste aanleg verzocht een
"verklaring voor recht" uit te spreken dat hun Nederlandse
huwelijksakte "vatbaar is voor opneming in een register van de
burgerlijke stand". Zo'n uitspraak, waarin het Burgerlijk Wetboek
voorziet, betekent dat die akte ook in Aruba rechtskracht heeft.
Uitspraken van het gerecht in eerste aanleg en het gemeenschappelijk
hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Het gerecht in eerste aanleg heeft de verzochte verklaring voor recht
gegeven. In het door de ambtenaar van de burgerlijke stand en het Land
Aruba ingestelde hoger beroep heeft het gemeenschappelijke hof van
Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba de uitspraak van het
gerecht bevestigd. Het vond, kort gezegd, dat het Statuut voor het
Koninkrijk der Nederlanden de rechter verplicht de rechtskracht van
een Nederlandse huwelijksakte zonder meer te aanvaarden, ook al kent
Aruba geen huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht.
De procedure bij de Hoge Raad
Tegen de uitspraak van het gemeenschappelijk hof hebben de ambtenaar
van de burgerlijke stand en het Land Aruba beroep in cassatie
ingesteld bij de Hoge Raad.
Als advocaat in cassatie traden op:
voor de ambtenaar van de burgerlijke stand en het Land Aruba: mr. E.H.
van Staden ten Brink, advocaat in Den Haag;
voor de partners: mr. A.L.C.M. Oomen, advocaat in Den Haag.
Advocaat-generaal mr. L. Strikwerda heeft op 12 januari 2007 in zijn
conclusie de Hoge Raad geadviseerd het beroep van de ambtenaar van de
burgerlijke stand en het Land Aruba te verwerpen.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen. Hij oordeelt dat
artikel 40 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
meebrengt dat een in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba door
een ambtenaar opgemaakte akte, zoals een huwelijksakte, in alle delen
van het Koninkrijk dezelfde rechtskracht en gevolgen heeft. Het
Koninkrijk geldt op dit punt als één rechtsgebied. Daarom moet de
Arubaanse rechter de rechtskracht van deze Nederlandse huwelijksakte
zonder meer aanvaarden en mag hij die niet toetsen aan het Arubaanse
recht of de Arubaanse openbare orde.
Dat wordt niet anders doordat het hier gaat om een huwelijk tussen
personen van hetzelfde geslacht en een dergelijke huwelijk in de
cultuur van Aruba en van de landen in de regio wordt afgewezen omdat
dit als strijdig met de goede zeden wordt beschouwd.
Het Statuut laat de afzonderlijke delen van het Koninkrijk toe hun
burgerlijk recht zelf vast te stellen. Waar in een of meer landen
binnen het Koninkrijk fundamenteel verschillende maatschappelijke
opvattingen heersen over een bepaald onderdeel van dat recht - zoals
de vraag of personen van hetzelfde geslacht met elkaar kunnen trouwen
-, blijven de Koninkrijksdelen bevoegd dat verschillend in hun
wetgeving te regelen. In zoverre bestaat er ruimte voor
verscheidenheid op grond van culturele verschillen.
Maar het Koninkrijksverband brengt óók mee dat alle delen van het
Koninkrijk de gevolgen van die verscheidenheid moeten aanvaarden. Dat
betekent dat zij binnen hun eigen rechtsorde de rechtskracht en de
rechtsgevolgen van elkaars authentieke akten, zoals deze
huwelijksakte, moeten aanvaarden, ook indien die rechtsgevolgen niet
aansluiten bij de plaatselijke opvattingen. Op dit punt laat het
Statuut geen ruimte.
De partners kunnen alsnog verlangen dat zij in het bevolkingsregister
van Aruba worden vermeld als gehuwd.
LJ Nummer
AZ6095
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 13 april 2007 Naar boven