Belgische Federale Overheid
13-04-2007
Ontwikkelcirkels: raden van beroep
Oprichting van 2 raden van beroep voor de openbare instellingen van de
sociale zekerheid (OISZ) en de instellingen van openbaar nut (ION)
Op de Ministerraad van 1 maart 2007 werd een ontwerp van koninklijk
besluit goedgekeurd tot oprichting van een gemeenschappelijke raad van
beroep voor de 15 OISZ's en een tweede voor de overige ION's die
onderworpen zijn aan het koninklijk besluit van 8 januari 1973 (NGI,
CDSCA, BIRB, het Planbureau, de Regie der Gebouwen, het Instituut voor
Veteranen, het Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten,
de Pensioendienst voor de Overheidssector, het Instituut voor de
gelijkheid van mannen en vrouwen, de Controledienst voor de
ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, de Pool der
Zeelieden, het Agentschap voor de oproepen tot de hulpdiensten).
Volgens de huidige regelgeving (art. 33 quinquies van het koninklijk
besluit van 8 januari 1973), wordt het beroep van ambtenaren van de
ION's en van de OISZ's tegen een eerste of tweede vermelding
"onvoldoende" in het kader van een evaluatiecyclus, onderzocht door
hetzij een raad van beroep binnen hun instelling, hetzij een raad van
beroep voor alle organisaties die onder de controlebevoegdheid van
eenzelfde minister vallen.
In de sector van de OISZ's kunnen alleen de instellingen gegroepeerd
worden die onder een en dezelfde minister ressorteren. Zo zou men een
raad van beroep kunnen oprichten voor de 4 instellingen die afhangen
van de Minister van Sociale Zaken (RIZIV, RKW, HZIV en de Hulp- en
Voorzorgskas voor Zeevarenden) en een andere voor de 4 instellingen
die afhangen van de Minister van Werkgelegenheid (FAO, RVA, HVW, RJV).
De 7 andere instellingen zouden dan elk hun eigen raad van beroep
moeten oprichten.
Daarom heeft het College van Openbare instellingen van sociale
zekerheid voorgesteld om één gemeenschappelijke raad van beroep op te
richten voor de 15 instellingen.
Voor de uniformiteit werd voorgesteld om een tweede raad van beroep op
te richten voor de overige ION's die onderworpen zijn aan het
koninklijk besluit van 8 januari 1973.
Over het ontwerp van koninklijk besluit werd onderhandeld in het
Comité B op 21 maart 2007. Het ligt ter advies voor aan de Raad van
State.