Verbond van Verzekeraars

Solvency II van groot belang voor Europa

Doe mee aan 'QIS 3' (Quantitative Impact Study), zodat u weet wat u te wachten staat én u uw invloed nog kunt laten gelden: dat was de belangrijkste oproep tijdens een themabijeenkomst die het Verbond op 27 maart samen met De Nederlandsche Bank (DNB) organiseerde over de Europese richtlijn Solvency II. DNB gaat tussen begin april en eind juni de derde QIS-studie uitvoeren, om helder te krijgen wat de consequenties zijn van de nieuwe richtlijn én om te bepalen wat verzekeraars (nog) moeten doen om 'Solvency-proof' te zijn.

Wie niet thuis is in de wereld van solvabiliteit, zal de bijeenkomst van vorige week al snel als een soort 'abracadabra' hebben ervaren. Vakkundige termen als MCR, SCR en CEIOPS vlogen veelvuldig over tafel en lieten al snel een beeld achter dat Solvency II vooral een technisch dossier is.
Niets is echter minder waar, zo wisten de aanwezige verzekeraars. "Omdat de 'oude' regels (het huidige Solvency I-regime) veel tekortkomingen bevatten, weinig ruimte bieden voor marktontwikkelingen, goed risicobeheer niet belonen en slecht risicobeheer geen prijs heeft, is de mate van consumentenbescherming onduidelijk en ongelijk", zegt Nico Obolonsky van het Verbond. "Vanuit Europa is dan ook geconcludeerd dat de solvabiliteitseisen aan herziening én harmonisatie toe zijn, om de consument nog beter te beschermen tegen het risico dat maatschappijen in gebreke blijven. Het Europese belang van Solvency is vanuit die optiek groot. Als alle verzekeraars en toezichthouders straks dezelfde criteria hanteren, wordt bovendien een gelijk speelveld gecreëerd, waardoor een betere product- en prijsvergelijking mogelijk is. Dat zorgt voor meer inzichtelijkheid en concurrentie. Solvency II past dus perfect in een tijd waarin trends als transparantie en consumentenbescherming centraal staan."

SCR en MCR
Solvency II bevat twee drempels die een maatschappij moet aanhouden om als 'solvabel' te worden beschouwd: de Solvency Capital Requirement (SCR), die het streefniveau van de financiële middelen toont die nodig zijn om eventuele financiële moeilijkheden te kunnen opvangen, en de Minimum Capital Requirement (MCR), die het niveau bepaalt waaronder het écht niet meer mogelijk is de uitoefening van een verzekeringsactiviteit toe te staan. Als een maatschappij onder het SCR-niveau komt, komt de toezichthouder in actie, waarbij een glijdende schaal ('interventieladder') van maatregelen kan worden gehanteerd. Zit een bedrijf onder het MCR-niveau, dan geldt een soort alarmfase en zal de toezichthoudende instantie ingrijpende maatregelen nemen, zoals een verbod om nieuwe polisovereenkomsten te sluiten.

Impact
Om de gevolgen van de nieuwe richtlijn in kaart te brengen, worden door de toezichthouders in alle landen zogenaamde QIS-studies uitgevoerd. Aan de tweede QIS-studie, die tussen mei en eind juli vorig jaar is uitgevoerd, hebben in totaal 514 verzekeraars uit 23 landen meegedaan. Uit QIS 2 is onder meer geconcludeerd dat de SCR een belangrijk doel moet zijn, maar dat eventuele sancties bij het scoren onder SCR-niveau wel afhankelijk moeten zijn van de mate waarin wordt 'gebroken' met de solvabiliteitsvereiste.
Tijdens de themabijeenkomst gaf DNB aan dat in de derde QIS-studie, die tussen april en eind juni wordt uitgevoerd, vooral duidelijk moet worden wat de (kapitaal)consequenties voor de verzekeringssector zijn én wat er nog moet gebeuren om 'Solvency II-proof' te zijn. "Met name voor de middelgrote en kleine verzekeraars heeft Solvency II een behoorlijke impact. Juist daarom is het - in hun eigen belang - zeer belangrijk dat zij meedoen aan QIS 3. Als ze tegen zaken aanlopen die problemen opleveren, kan dat in dit stadium nog worden meegenomen", meent Obolonsky.
Meer informatie over QIS 3 is te vinden op de website van DNB (www.dnb.nl). Voor vragen is het speciale e-mailadres QIS3@dnb.nl opengesteld.

Wanneer nieuwe richtlijn?
De Europese Commissie heeft vorig jaar een eerste voorzet voor Solvency II gedaan, die het raamwerk van de nieuwe richtlijn bevat. De bedoeling is dat dit raamwerk, als het aan het Europees Parlement (EP) wordt aangeboden, op 15 juli definitief is. Vervolgens worden de hoofdprincipes uitgewerkt. De planning is dat het EP hiervoor medio 2009 zijn goedkeuring verleent. In de derde fase tot slot moeten zowel het raamwerk als de uitwerking in de lidstaten zijn geïmplementeerd. Verwacht wordt dat het nieuwe Solvency-raamwerk rond 2011 in nationale wetgeving is opgenomen.

Verzekerd!, april 2007