Gemeente Utrecht


2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
45 Vragen van de heer A.J. Kleuver, mevrouw G.A. Oskam,
de heer T.W. Schipper en de heer M.E.J. Eggermont
(ingekomen op 21 maart 2007
en antwoorden door het college verzonden op 17 april 2007)


In het Kruisvaartkwartier zijn op 28 februari 2007 de bomen gekapt op het zogenaamde 'schiereiland' nabij de Da Costakade. Dit n.a.v. een saneringsvergunning die verleend is door de gemeente op 10 mei 2006 aan de NS. Op basis daarvan is een velaanvraag voor een gebied van 2000m2 ingediend door NS en is de vergunning daartoe vervolgens verleend door de gemeente. Ondanks een procedure bij de voorzieningenrechter en een gesprek tussen wethouder Giesberts en de NS, zijn de bomen op het gehele schiereiland gekapt. De saneringsvergunning is echter verleend (zie brief G06.112525 van 15 december 2006) voor de Wbb-gevallen 12, 15 en 16. Alles bij elkaar 1000m3. Daar hoorde het 4e geval niet bij, geval 13, niet bij. De velaanvraag van 2 are lijkt dan ook niet voor dit stuk van het schiereiland te gelden.

Op 15 maart 2007 kregen de omwonenden een brief, onder kenmerk DSO 07.033565, dat er "een aanvullend bodemonderzoek" is geweest, waaruit zou blijken dat de verontreiniging op het schiereiland groter is dan gedacht. Vandaar dat er aanvullende werkzaamheden nodig zijn. In deze brief wordt vermeld dat het college "ingestemd heeft met deze afwijking van het oorspronkelijke saneringsplan voor NS-emplacement Utrecht CS, expeditieknooppunt en demarcatielijn NSV, Wbb-gevallen 12, 13, 15 en 16."

Het saneringsplan, inclusief de melding van de afwijking, wordt op 21 maart 2007, gepubliceerd in Ons Utrecht. Daarna kunnen omwonenden gedurende 6 weken bezwaren indienen. De werkzaamheden voor de aanvullende sanering zouden slechts kunnen worden opgeschort via het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening. De werkzaamheden voor de aanvullende sanering zijn echter al op 19 maart begonnen.

Dit alles leidt D66 en SP tot de volgende vragen:
1. Voor welk gebied is nu een saneringsvergunning aangevraagd?


Op het zgn. schiereiland nabij de Da Costakade is een ernstige bodemverontreiniging die moet worden gesaneerd in het kader van de Wet Bodembescherming. Wij hebben op 10 mei 2006 ingestemd met het bodemsaneringsplan van de Stichting Bodemsanering NS voor de Wbb-gevallen 12, 13, 15 en 16 (zie bijlage 1: kaartje Wbb-gevallen.. Noot: Wbb-geval 13 ligt niet op het schiereiland maar nabij het emplacement Utrecht CS). Tijdens de uitvoering is voor de nummers 15 en 16 geconstateerd dat de bodemverontreiniging groter is dan tijdens het onderzoek is gebleken. Het komt regelmatig voor dat bij uitvoering van de sanering de daadwerkelijke omvang van de verontreiniging groter is dan uit het onderzoek blijkt. Dienaangaande is door Stichting Bodemsanering NS op 16 februari 2007 een melding ingediend voor instemming met een afwijking van het oorspronkelijke saneringsplan om de grotere omvang van de kwik- en PAKverontreiniging te saneren. Bij besluit van 15 maart 2007 hebben wij ingestemd met deze afwijking van het saneringsplan. Dit betekent dat het talud grotendeels moet worden afgegraven (zie bijlage 2: ontgravingstekening).


2. Voor welk gebied is nu een velvergunning verleend?


Op 21 juni 2006 is een velvergunning verleend voor het gebied dat betrekking heeft op Wbb-gevallen 12, 15, en 16 (zie bijlage 3: situatietekening te kappen bomen). Ter zitting van de voorzieningenrechter 25 september 2006 heeft NS aangegeven voor Wbb-geval 15 een nieuwe velvergunning aan te vragen. Op 27 december 2006 is deze velvergunning verleend voor het Wbb-geval 15 .


3. Is er in de gesprekken met de NS nimmer over deze aanvullende bodemonderzoeken gesproken?


Nee, er is sprake van een normale publiekrechtelijke procedure in het kader van de Wet Bodembescherming. Dit betekent dat er een formele melding moet worden gedaan. De afwijking van het saneringsplan wordt ter instemming aan ons voorgelegd. Dit proces wordt schriftelijk afgehandeld.


4. Wanneer heeft het college ingestemd met het gewijzigde saneringsplan? Zeker ook gezien de voorgeschiedenis?


Op 15 maart 2007 hebben wij besloten tot instemming met de afwijking van het saneringsplan.


5. Volgens de brief van 15 december meent u juridisch niet de velaanvraag te kunnen weigeren. Daaruit lijkt dat u op zich dat wel had gewild. Waarom bent u daarom akkoord gegaan met deze aanvullende procedure?


De constatering dat wij de velaanvraag hadden willen weigeren is niet juist. En om de volgende redenenen. Als er geen APV waarden worden geconstateerd moeten wij de velvergunning verlenen. Uit de beoordeling van de gemeentelijke bomendeskundige blijkt dat deze bomen geen waarde hebben. Gezien de omvang van het terrein en de hoeveelheid bomen en bossages is er in de beschikking voor gekozen om de velvergunning middels een situatieschets weer te geven

Op grond van het schikkingsakkoord van de voorlopige voorzieningenprocedure heeft NS Vastgoed een nieuwe velaanvraag ingediend op 3 november 2006. Deze aanvraag heeft betrekking op Wbb-geval 15. Als zodanig is dit een uitvloeisel van een gerechtelijke procedure.

In reactie op de inbreng van omwonenden hebben wij buiten de procedure van de velvergunning om contact gelegd met NS Vastgoed. Wij hebben afspraken gemaakt over het terugbrengen van de groenvoorzieningen. NS Vastgoed heeft per brief van 28 maart 2007 de omwonenden hierover geïnformeerd.


6. Had u met de nieuwe informatie de velaanvraag wel kunnen weigeren?


Nee, wij hadden de velaanvraag niet kunnen weigeren want de bomen hebben geen waarde als bedoeld in de APV.


7. Was de velaanvraag en de daadwerkelijke kap, met de nieuwe informatie, juist?


Ja, de velaanvraag was conform het schikkingsakkoord en de daadwerkelijke kap is conform de velvergunning uitgevoerd.


8. Bent u het eens met D66 en SP dat de voorliggende gewijzigde saneringsplanprocedure in tijd in feite onacceptabel of op zijn minst niet netjes is?


Nee, dat zijn wij niet met D66 en SP eens. Het gewijzigde saneringsplan is conform de Wet Bodembescherming tijdig gemeld. Wij hebben conform de wettelijke procedure gehandeld.


9. Wilt u de termijn verlengen en ook de sanering zelf uitstellen totdat omwonenden op zijn minst de kans hebben om een verzoek tot voorlopige voorziening in te dienen?


Nee. Er is in de Wet Bodembescherming geen verlengingsmogelijkheid. Na het verlenen van instemming met het saneringsplan kan de uitvoerder daar direct (of maximaal twee jaar na verzending van de vergunning)gebruik van maken. De uitvoerder is NS en niet de gemeente. Het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening kan plaatsvinden vanaf de datum van verlening als bezwaar is aangetekend en als er sprake is van een spoedeisend belang.


---- --