VVD


18-4-2007

VVD wil dóór met aanbesteding Openbaar Vervoer

Het heeft op veel plaatsen geleid tot betere kwaliteit van het OV. Dat is in het belang van de reiziger. De VVD erkent dat het nog niet overal tot het gewenste resultaat heeft geleid.

Maar dat ligt aan de aanbestedingsprocedures die zijn gevolgd en niet aan het aanbesteden zélf. Het is belangrijk dat ervaringen worden uitgewisseld en daaruit de juiste lessen worden getrokken. De PvdA wil dat een uitzondering wordt gemaakt voor de vier grote steden. De VVD wijst dat af. De VVD vindt dat ook de burgers van de grote steden recht hebben op kwalitatief hoogwaardig vervoer, en ziet daarom geen reden van de ingeslagen weg af te wijken. Bovendien ziet de VVD niet in waarom de vier grote steden een andere positie zouden moeten krijgen dan andere plaatsen in het land. De VVD verwerpt het randstedelijk voorkeursbeleid van de PvdA.

Hieronder vindt u de bijdrage in het debat van VVD woordvoerder Paul de Krom. Alleen het gesproken woord geldt.

De Staatssecretaris heeft in het kennismakings overleg en in antwoord op schriftelijke vragen van de VVD fractie al gezegd door te willen met openbare aanbesteding en marktwerking van het decentraal openbaar vervoer. Die lijn vind ik ook terug in de brieven van 10 april waarin zij de positieve resultaten nog eens op een rijtje zet en tegelijkertijd met een open oog ingaat op wat er nog niet goed gaat, zoals in Brabant. Ik ben het met haar analyse en haar aanbevelingen eens. Niet aanbesteding en marktwerking, maar het aanbestedingsproces was het probleem. Ook reizigersorganisatie Rover ziet dit zo. Ook zij willen, evenals de VVD, het CDA en de Staatssecretaris, dóór met aanbesteding. Dat is ook niet voor niets. Als we kijken naar de evaluatie WP 2000, de klantenmonitor OV van maart 2007, en de monitorraportage 2006 dan zien we dat in aanbestede gebieden:
1. meer wordt geïnvesteerd

2. de kosten dalen en de efficiency stijgt

3. de efficiencywinsten bovendien worden gebruikt om de sociale functie van het OV in landelijk gebied in stand te houden
4. de emissies dalen door de inzet van nieuw en schoner materieel
5. in sommige regio's zowel het aanbod als het aantal reizigers en het aantal reizigerskilometers stijgt

6. aanbesteding niet heeft geleid tot substantiële verslechtering van arbeidsvoorwaarden of het ontslag van chauffeurs. Dat laatste kan ook moeilijk, want we spreken over zo ongeveer de best beschermde beroepsgroep van Nederland sinds in de WP een onbeperkte ontslagbescherming is opgenomen.

Ook de ervaringen in Zweden en Japan zijn positief. Gaat het dan overal even goed? Nee, er is zeker nog verbetering mogelijk, maar als er in een klas een paar onwillige kinderen zitten of kinderen die nog niet goed kunnen meekomen dan laat je ook niet de hele klas zitten. We moeten dus niet stoppen, maar doorgaan en tegelijkertijd de punten aanpakken waar het niet goed loopt. Ik kan mij vinden in de aanpak die de Staatssecretaris schetst.

Omdat deze Staatssecretaris het beleid van het vorige kabinet van marktwerking en openbare aanbesteding gewoon doorzet en er dus niets nieuws onder de zon is, laat ik het oppositievoeren op dit punt met plezier over aan de Partij van de Arbeid, dat met de hete adem van de SP en de vakbonden in de nek de boel in de grote steden in de vertraging wil gooien. Ik constateer dat de PvdA daarmee niet alleen op ramkoers ligt met deze Staatssecretaris, maar ook met reizigersorganisatie Rover en met de burgers van de grote steden die al jarenlang te veel betalen voor het OV en te weinig kwaliteit daarvoor terugkrijgen. Hoe lang zou het nog duren voordat de PvdA er achter komt dat als je echt wil verdwalen de SP de weg weet? Ik roep ook op n.a.v. de recente ervaring in Brabant niet terug te vallen in de oude, welbekende reflex van centraal ingrijpen als aanbestedingen op decentraal niveau niet goed verlopen. Maar ik constateer dat de Staatssecretaris op beide punten haar rug keurig recht houd. Zo lang zij dat blijft doen kan zij op de warme steun van de VVD fractie rekenen.

Beste Staatssecretaris, u vraagt zich af welke belemmeringen er zijn voor nieuwe toetreders tot de markt. Ik weet het antwoord. Te veel regelarij. U wilt dat allemaal in kaart brengen, prima, daar ben ik zeer voor. Maar houd dan op tegelijkertijd nieuwe barrières op te werpen. Je kunt niet harder willen zeilen en tegelijk de zeilen strijken. Het is het een of het ander. Hoe meer partijen op de markt zijn die concurreren om aanbiedingen, hoe beter. Maar meer partijen komen er zeker niet als u nu alweer begint om nieuwe regeltjes aan de al bestaande rijstebrij toe te voegen. Graag een reactie. Wanneer kunnen wij de resultaten van dat onderzoek trouwens tegemoet zien?