Universiteit Twente

Kanker vroeger op het spoor met gouden nanodeeltjes

Door aan kankercellen gouden nanodeeltjes -bolletjes of staafjes- te hechten, wordt het mogelijk om de kanker eerder op te sporen dan met de huidige afbeeldingstechnieken. Dit kan met fotoakoestiek, verwachten onderzoekers van het BMTI Instituut voor Biomedische Technologie van de Universiteit Twente: een combinatie van laserlicht en ultrasoon geluid. Ook in de bestrijding van de kankercellen kunnen de gouddeeltjes een beslissende rol gaan spelen. In vitro en pre-klinische tests moeten de haalbaarheid uitwijzen. De onderzoekers hebben hiervoor een subsidie gekregen uit het Innovatiegericht Onderzoeksprogramma IOP-Photonic Devices.

Gouden nanodeeltjes hebben opvallende eigenschappen: ze warmen snel op als er infrarood licht van de juiste golflengte op valt. Door ze vervolgens uit te rusten met een antilichaam dat zich hecht aan een specifieke kankercel, is dit verschijnsel te gebruiken bij de detectie van kanker. De opwarming geeft drukverschillen in de directe nabijheid van het deeltje, die weer tot uiting komen in ultrageluidgolven. Licht uit een laser geeft, via warmte, geluid. Dit akoestisch signaal geeft informatie over de aanwezigheid van kankercellen.

De onderzoekers onder leiding van prof. Ton van Leeuwen verwachten op deze manier een veel beter resultaten te halen dan met bestaande imaging-technieken - röntgen, MRI of alleen licht of geluid. In het beginstadium is het contrast ontoereikend om kankercellen te onderscheiden van gezond weefsel.

Fotothermische therapie

Het verschijnsel dat ertoe leidt dat het gouddeeltje snel opwarmt, heet plasmon resonantie; de vorm van het deeltje bepaalt bij welke golflengte van het licht dit precies gebeurt. De opwarming kan oplopen tot maar liefst 100 graden, en dat maakt dat de techniek zich mogelijk niet beperkt tot detectie van een kankercel. Fotothermische therapie zou inhouden dat het gouddeeltje zo sterk wordt de kankercel ook wordt vernietigd. Het is daarmee een vorm van therapie die uitsluitend op de bewuste kankercel is gericht. Een indirecte mogelijkheid is dat gouddeeltjes zijn verwerkt in de wand van een capsule met een cytostaticum: de capsule hecht aan de kankercel en door opwarming van de gouddeeltjes smelt de wand en komt het medicament vrij.

Dit gaan de UT-onderzoekers, samen met collega's van het Erasmus MC en de ondernemingen Esoate Europe en Luminostix, de komende jaren in vitro en pre-klinisch onderzoeken. Het onderzoek wordt gefinancierd uit het Innovatiegerichte Onderzoeksprogramma Photonic Devices van SenterNovem. Aan de basis staat het onderzoek van dr. Srirang Manohar, die hiervoor al een VENI-subsidie ontving van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het BMTI Instituut voor Biomedische Technologie van de UT heeft daarnaast een speerpuntprogramma Non Invasive Molecular Tumor Imaging and Killing (NIMTIK), waarin verschillende onderzoeksgroepen samenwerken.

Contactpersoon voor de pers: ir. Wiebe van der Veen, tel (053) 4894244