Gemeente Rotterdam

Nr. 70
18 april 2007

College tevreden met uitkomst onderzoek Rekenkamer

Meer Rotterdammers met midden- en hoog inkomen

Het aandeel Rotterdammers met een midden en hoog inkomen is in de periode 1999-2005 gestegen van 44% naar 46%. Dit concludeert de Rekenkamer in het onderzoek "Een steentje bijgedragen. Inkomenseffecten van woningbouw in Rotterdam". De afgelopen jaren is vooral gebouwd in het midden en hoge segment, omdat daaraan in de stad een tekort is. Wethouder Karakus gaat door met het bouwen van middeldure en dure woningen om huishoudens met een midden- en hoog inkomen de mogelijkheid te bieden om in de stad zelf het huis te vinden waarnaar ze op zoek zijn.

In 2003 heeft de gemeenteraad van Rotterdam de Woonvisie vastgesteld. Hoofddoel is dat Rotterdam een aantrekkelijke woonstad moet zijn voor iedereen, in iedere fase van zijn leven. Op dit moment is dat niet in de hele stad het geval. In sommige wijken staan te veel kleine onaantrekkelijke huizen. Mensen in de wijk die carrière maken en een ander huis zoeken, vinden dat huis meestal buiten de wijk, of zelfs buiten Rotterdam. Wethouder Hamit Karakus (Wonen en Ruimtelijke Ordening) wil deze mensen de mogelijkheid bieden om parallel aan hun maatschappelijke carrière ook een wooncarrière te maken. Hij noemt als voorbeeld de Rotterdamse studenten: "Met duizenden studenten hebben we in Rotterdam een enorme groeipotentie. Zij hebbent op dit moment een laag inkomen maar gaan op den duur meer verdienen. Als wethouder Wonen maak ik me hard om juist deze starters voor de Rotterdamse woningmarkt te behouden". Om dit te bereiken moet er een meer gevarieerde woningvoorraad komen. Daarnaast moet er een aanzienlijke kwaliteitsslag gemaakt worden in de huidige woningvoorraad. Daarom zal de gemeente samen met de corporaties nog deze collegeperiode zo'n 10.000 bestaande woningen opknappen. Ook worden er 3200 nieuwe woningen gebouwd, 20% daarvan is bestemd voor mensen die minder geld te besteden hebben.

Aanbevelingen Rekenkameronderzoek
In het onderzoek doet de Rekenkamer enkele aanbevelingen. De Rekenkamer concludeert dat voor de stad als geheel niet is vast te stellen of het bouwen van (middel)dure woningen daadwerkelijk aan de stijging van het aantal midden- en hoge inkomens heeft bijgedragen. Daarom wordt aanbevolen om de doelen met betrekking tot inkomenssamenstelling op deelgemeente of wijkniveau te formuleren en niet op stadsniveau. Andere aanbevelingen zijn: het formuleren van meetbare doelstellingen om beleidseffecten te kunnen monitoren, het prioriteren van het planaanbod (bijv. meer woningen voor gezinnen), het voortzetten van het overleg tussen deelgemeenten en andere partijen en meer inzicht krijgen in de inkomenssamenstelling en de woningvoorraad. Het college neemt de aanbevelingen van de Rekenkamer over.

Noot voor de redactie/