Intrekken hoger beroep tegen vrijspraak zelfmoordconsulent Vink
Amsterdam, 19 april 2007
De rechtbank Amsterdam heeft op 22 januari 2007 vonnis gewezen in de
zaak tegen zelfmoordconsulent Ton Vink en hem van het tenlastegelegde
feit, namelijk hulp bij zelfdoding, vrijgesproken.
De centrale vraag in de rechtszaak was of verdachte initiatieven heeft
genomen dan wel regie heeft gevoerd en daarom actief gestuurd bij de
uitvoering van de zelfdoding van mevrouw De Kleine.
De rechtbank komt tot de conclusie dat enerzijds het handelen van Vink
inderdaad het karakter van regievoering zou kunnen hebben. Anderzijds
kan de brief van Ton Vink aan mevrouw De Kleine volgens de rechter ook
worden opgevat als een schriftelijke bevestiging van hoeveelheden
medicijnen die mevrouw De Kleine zelf al voornemens was in te nemen.
Bij deze stand van zaken geeft de rechtbank het voordeel van de
twijfel aan verdachte Vink.
Het Openbaar Ministerie en de rechtbank delen de juridische toetsing
in deze zaak. De stand van zaken in de wetsgeschiedenis en
jurisprudentie ten aanzien van hulp bij zelfdoding, waarin de
invulling van het begrip "instructie", staat niet ter discussie.
Het enige punt van verschil is de bewijsvraag, waarbij twijfel in het
voordeel van de verdachte moet werken. In deze zaak is geen nader
onderzoek mogelijk. Mevrouw De Kleine is overleden en Vink heeft zijn
aantekeningen weggegooid. De beide getuigen zijn nauwelijks betrokken
geweest bij de contacten tussen De Kleine en Vink. Een appèl acht het
OM derhalve niet vruchtbaar.
Openbaar Ministerie