Kamerbrief inzake het verslag van de vierde zitting VN-mensenrechtenraad
18-04-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ten vervolg op mijn brief van 12 maart jl. betreffende de Nederlandse
inzet voor de vierde zitting van de VN-mensenrechtenraad (MRR),
Kamerstuk 2006-2007, 30800 V, nr. 73, informeer ik u hierbij over het
verloop en de resultaten van deze vierde reguliere zitting. De zitting
vond plaats van 12 tot en met 30 maart te Genève. De agenda werd pas
kort voor aanvang van de zitting vastgesteld, waardoor ik uw Kamer pas
in een laat stadium heb kunnen informeren over de Nederlandse inzet
voor deze zitting. Vanaf de zomer zal de Raad gaan werken met een
jaarlijks werkprogramma, waardoor de agenda per zitting vanaf dan naar
verwachting eerder bekend zal zijn.
De vierde zitting had een volle agenda. Naast informele
onderhandelingen over `institutionele' onderwerpen, kwamen onder meer
de mensenrechtensituatie in Darfur, Zimbabwe en het Midden-Oosten aan
de orde. Belangrijke thema's waren geloofsvrijheid, de doodstraf en
geweld tegen vrouwen. Tijdens dit laatste agendapunt werd ingegaan op
het bezoek van de Speciale Rapporteur inzake geweld tegen vrouwen aan
Nederland.
Algemene appreciatie
Zoals reeds vorige brieven aangegeven, bevinden Nederland en
gelijkgezinde landen zich in een minderheidspositie in de
Mensenrechtenraad. Het is voor deze landen moeilijk om een
doorslaggevende invloed te hebben op de resultaten. Het mag dan ook
met recht een succes worden genoemd dat de Raad met consensus een door
de EU ingediende resolutie over de situatie in Darfur heeft
aangenomen. Dat landen uit verschillende regionale groepen en
regio-overstijgende groepen (zoals de Organisatie van de Islamitische
Conferentie, OIC) de mensenrechtenschendingen in Darfur bespreekbaar
maken en oproepen tot actie is van belang voor de geloofwaardigheid
van de Raad. Hiermee kwam meer balans in de aandacht die de Raad
besteedt aan de mensenrechtensituatie in de verschillende regio's. Van
de drie resoluties die waren ingediend over het Midden-Oosten is er
slechts één behandeld. Veel delegaties, waaronder Nederland en de EU,
hebben zich verder kritisch uitgesproken over de situatie in Zimbabwe,
die tijdens de zitting ernstig verslechterde. Met betrekking tot de
institutionele onderwerpen is relatief weinig vooruitgang geboekt.
Nederland en gelijkgezinde landen hebben zich tijdens de
onderhandelingen sterk ingezet voor een institutionele inrichting die
de effectiviteit en geloofwaardigheid van de Raad vergroot. De
tegendruk van landen die de Mensenrechtenraad willen verzwakken is
echter aanzienlijk. Met betrekking tot thematische onderwerpen geldt
als belangrijk winstpunt dat het thema godsdienstige
onverdraagzaamheid op de agenda van de Raad is gezet.
Nederland is een van de meest actieve leden van de Mensenrechtenraad.
Dit geldt in het bijzonder voor deze vierde zitting. Nederland heeft
zich binnen de EU sterk ingezet voor een duidelijk inhoudelijk
profiel. Zo heeft Nederland aangedrongen op een zo krachtig mogelijke
EU-tekst over Darfur. Met betrekking tot het Midden-Oosten heeft
Nederland zich uitgesproken tegen een eenzijdige gerichtheid op
Israël. Nederland heeft actief gebruik gemaakt van de dialoog met
Speciale Rapporteurs om concrete mensenrechtenschendingen aan de orde
te stellen. Ook tijdens de onderhandelingen over institutionele
onderwerpen was Nederland een actieve speler. Nederland heeft namens
de EU de tekst over godsdienstige onverdraagzaamheid voorbereid en
uitonderhandeld. Daar waar Nederland zelf aan de orde kwam - tijdens
de bespreking van het rapport van de Speciale Rapporteur over geweld
tegen vrouwen - heeft Nederland aangegeven volledig te willen
samenwerken met de mechanismen van de Raad.
`High Level Segment'
De vierde zitting begon met een `High Level Segment' waarop
uitsluitend ministers, regeringsleiders en staatshoofden mochten
spreken. Veel sprekers gingen in op de institutionele aspecten van de
Mensenrechtenraad die tijdens het eerste bestaansjaar moeten worden
uitonderhandeld. Veel landen zien, evenals Nederland en de EU, in de
ontwikkeling van een `Universal Periodic Review' een nieuw en
potentieel positief mechanisme dat de bestaande mechanismen van de
Mensenrechtenraad kan versterken. Andere thema's die aan de orde
kwamen, waren universaliteit en ondeelbaarheid van mensenrechten en
het belang van de nieuwe mensenrechtenverdragen over gedwongen
verdwijningen en voor mensen met een handicap. De ministers lieten
zich in hun toespraken ook uit over landensituaties. De situatie in de
Palestijnse Gebieden werd veelvuldig onder de aandacht gebracht.
Verder werd er aandacht gevraagd voor de situatie in Sudan (Darfur),
Noord-Korea, de Westelijke Sahara en Birma. Het EU-voorzitterschap
noemde in zijn toespraak een geloofwaardige `Universal Periodic
Review', het behoud van de Speciale Rapporteurs, een effectieve rol
van NGO's, afschaffing van de doodstraf en Darfur als EU-prioriteiten.
Zoals ik in mijn brief van 12 maart jl. reeds aangaf, heb ik in mijn
toespraak het grote belang dat Nederland hecht aan mensenrechten en
aan het werk van de Mensenrechtenraad benadrukt. Ook heb ik de leden
van de Mensenrechtenraad opgeroepen de morele moed te tonen die nodig
is om over mensenrechten te spreken, in andere landen én in eigen
land. Ik heb het voornemen uitgesproken het mensenrechtenprofiel van
Nederland in de komende jaren te versterken en heb in dit verband
gewezen op de kandidatuur van Nederland voor herverkiezing als lid van
de Raad voor de periode 2007-2010. Ik heb voorts benadrukt dat de
Mensenrechtenraad niet onevenredig veel aandacht zou moeten besteden
aan slechts één specifieke regio, zoals tot nu toe het geval is
geweest met de situatie in het Midden-Oosten. Ik heb eveneens aandacht
gevraagd voor de situatie in Darfur en heb de Raad opgeroepen actie te
ondernemen. De tekst van de toespraak doe ik u hierbij toekomen.
Landen
Darfur
De presentatie van het rapport van de onderzoeksmissie Darfur door
Jody Williams leidde zoals verwacht tot een stevige discussie in de
Mensenrechtenraad. De westerse landen spraken in krachtige
bewoordingen hun steun uit voor het rapport. Het was opmerkelijk dat,
anders dan in voorgaande zittingen, ook een aantal Afrikaanse landen,
waaronder Ghana, Zambia en Senegal, kritiek uitte op de regering van
Sudan. Delegaties van OIC-landen daarentegen deden hun best om de
legitimiteit van het rapport te ondergraven door er onder meer op te
wijzen dat de missie zonder bezoek aan Darfur geen volledig rapport
had kunnen schrijven. De legalistische redeneringen van de OIC-landen
legden het echter steeds weer af tegen de krachtige roep van anderen
om aktie te nemen.
Het was voor de EU cruciaal dat er een geloofwaardige opvolging zou
worden gegeven aan de aanbevelingen van de onderzoeksmissie. Dat dit
gelukt is, is te danken aan intensieve onderhandelingen van het
EU-voorzitterschap met de Afrikaanse groep die uitmondde in een met
consensus aangenomen resolutie. Mede dankzij Nederlandse inzet is het
een aanvaardbare tekst geworden waarin een adequaat follow-up
mechanisme is gecreëerd. De resolutie roept verschillende Speciale
Rapporteurs en Vertegenwoordigers onder leiding van de Speciale
Rapporteur inzake Sudan op samen met de regering van Sudan te werken
aan de effectieve implementatie van resoluties en aanbevelingen ter
verbetering van de mensenrechtensituatie in Darfur.
Niet alleen noopte de zeer slechte humanitaire en
mensenrechtensituatie in Darfur tot actie van de Mensenrechtenraad,
ook stond de geloofwaardigheid van de Raad zelf op spel. Het kan
immers niet zo zijn dat mechanismen die door de Raad in het leven
worden geroepen wegens onwil van het betrokken land buiten spel worden
gezet. Zoals bekend verstrekte de Sudanese regering een aantal leden
van de missie geen visum, waardoor zij Darfur niet konden bezoeken.
Zimbabwe
In een publieke verklaring veroordeelde de EU de gebeurtenissen in
Zimbabwe, riep de regering op een dialoog te starten met de oppositie
en verzocht de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens en enkele
Speciale Rapporteurs tijdens de zesde zitting van de Raad over de
situatie in Zimbabwe te rapporteren. De verklaring werd uitgesproken
mede namens een groot aantal landen uit verschillende regio's. Veel
landen legden ook op nationale titel een dergelijke verklaring af.
Nederland veroordeelde in zijn interventie de ernstige
mensenrechtenschendingen in Zimbabwe, riep de regering op samen te
werken met de internationale gemeenschap en verzocht Zimbabwe in dit
verband alsnog de Mensenrechtenambassadeur te ontvangen.
Midden-Oosten
De Palestijnse delegatie diende tijdens de vierde zitting namens de
OIC drie resoluties in over het Midden-Oosten: een resolutie die
Israël oproept om samen te werken met de mechanismen die tijdens
eerdere Speciale Zittingen zijn ingesteld, een resolutie over de
archeologische opgravingen door Israël in Oost-Jeruzalem, en een
resolutie over de verlenging van het mandaat van de Speciale
Rapporteur inzake de mensenrechtensituatie in de Palestijnse Gebieden.
De Mensenrechtenraad heeft uiteindelijk alleen de eerste resolutie
behandeld. Deze werd zonder stemming aangenomen. Nederland heeft een
aparte stemverklaring uitgesproken, waarin afstand is genomen van de
resoluties die tijdens de Speciale Zittingen over het Midden-Oosten
zijn aangenomen, en waarin alle VN-lidstaten worden opgeroepen om mee
te werken met de mechanismen die door de Mensenrechtenraad worden
ingesteld. De behandeling van de twee andere resoluties is op verzoek
van de Palestijnse delegatie uitgesteld.
Overige landen en interactieve dialogen
Zoals hierboven aangegeven heeft Nederland, in EU-kader en op
nationale titel, actief onderwerpen opgebracht in de dialoog met
Speciale Rapporteurs. Nederland betoonde zich hiermee als één van de
meest actieve leden van de Mensenrechtenraad. Zoals toegezegd aan uw
Kamer zijn het gebrek aan vrijheid van godsdienst in Birma en Eritrea
door Nederland aan de orde gesteld. Daarnaast heeft Nederland in
verschillende verklaringen aandacht gevraagd voor de situatie van
vrouwen in Afghanistan, de situatie van de Bahai alsmede de recente
arrestatie van vrouwelijke mensenrechtenactivisten en het verbieden
van NGO's in Iran, internetcensuur in Vietnam en China alsmede de
slechte mensenrechtensituatie in Noord-Korea, Belarus en Zimbabwe.
Een EU-resolutie over Sri Lanka is tot nader orde uitgesteld, evenals
het Amerikaanse voornemen om een resolutie over Birma in te dienen.
Thema's
Godslastering en godsdienstige onverdraagzaamheid
Een tweede EU-succes betrof het met consensus aannemen van een
resolutie over godsdienstige onverdraagzaamheid. De leden van de Raad
zijn hiermee overeengekomen dat het recht op vrijheid van godsdienst
en overtuiging tijdens de zesde zitting aan de orde zal komen. De
resolutie is door Nederland voorbereid en uitonderhandeld.
In reactie op de door de OIC ingediende resolutie over godslastering,
sprak de EU een door Nederland opgestelde stemverklaring uit. In deze
verklaring riep de EU op tot een dialoog om de meningsverschillen te
overbruggen, maar tevens werd benadrukt dat het begrip godslastering
niet binnen het mensenrechtenacquis past. Daarin is immers sprake van
rechten van individuen en niet van collectieve rechten van
godsdiensten.
Doodstraf
Het EU-Voorzitterschap las mede namens een groot aantal landen uit
alle regio's een verklaring voor waarin de doodstraf wordt veroordeeld
en landen worden opgeroepen deze af te schaffen dan wel een moratorium
op executies in te stellen. Meerdere EU-lidstaten, waaronder
Nederland, westerse landen, maar ook Mexico en Brazilië ondersteunden
deze interventie met een nationale verklaring. Pakistan (namens de
OIC-landen), Singapore en de Verenigde Staten benadrukten in hun
interventies dat het doodstrafverbod niet internationaal erkend is en
dat de doodstraf in uitzonderingsgevallen en volgens strikte
voorwaarden moet kunnen worden uitgesproken en toegepast.
Overige thema's
Argentinië sprak namens een grote groep landen uit alle werelddelen
een verklaring uit over het grote belang van de bevordering van
seksegelijkheid en de rechten van vrouwen en meisjes. De
Mensenrechtenraad werd daarom opgeroepen een strategie voor het
integreren van deze thema's te ontwikkelen, waaronder effectieve en
betrouwbare toezichtsmechanismen. Nederland behoorde tot de eerste
ondertekenaars van deze verklaring.
Voor het eerst werden `special events' georganiseerd, waarin een panel
wordt uitgenodigd om met de Mensenrechtenraad van gedachten te
wisselen over een bepaald onderwerp. Tijdens de vierde zitting waren
er `special events' over geweld tegen kinderen en het nieuwe
gehandicaptenverdrag.
De Mensenrechtenraad nam thematische resoluties aan over economische,
sociale en culturele rechten (Portugal), `transitional justice'
(Zwitserland), versterking van het kantoor van de Hoge Commissaris
voor de Rechten van de Mens, globalisering en mensenrechten (beide
ingediend door China), het recht op ontwikkeling, unilaterale
dwingende maatregelen, internationale samenwerking op
mensenrechtenterrein (alledrie ingediend door Cuba) en rectificatie
van de status van het ESOCUL-Comité (ingediend door Zuid-Afrika).
Geweld tegen vrouwen; bespreking situatie in Nederland
De Speciale Rapporteur inzake geweld tegen vrouwen, mevrouw Yakin Ertü
rk, presenteerde op dinsdag 20 maart haar rapport over haar missie
naar Nederland in juli 2006. In haar presentatie noemde zij als
problematische punten de sekseneutrale aanpak van huiselijk geweld in
het Nederlandse beleid, het gebrek aan bescherming tegen geweld in de
seksindustrie en de kwetsbare positie van recent gearriveerde
migrantenvrouwen in verband met hun afhankelijke verblijfsvergunning.
De Mensenrechtenambassadeur sprak de reactie op deze presentatie uit.
Hiermee benadrukte Nederland het belang dat gehecht wordt aan de
bevindingen van Speciale Rapporteurs in het algemeen en die van
mevrouw Ertürk in het bijzonder. De Mensenrechtenambassadeur gaf aan
dat Nederland geweld tegen vrouwen een serieuze mensenrechtenschending
vindt die in alle landen ter wereld voorkomt. Hij sprak steun uit voor
het mandaat van mevrouw Ertürk en gaf aan de hand van een aantal
voorbeelden aan dat Nederland haar aanbevelingen ter harte zal nemen.
De Mensenrechtenambassadeur sloot af met een pleidooi voor het behoud
van de onafhankelijkheid van Speciale Rapporteurs. Het volledige
rapport van mevrouw Ertürk alsmede de Nederlandse reactie daarop doe
ik uw Kamer hierbij toekomen.
Onderhandelingen over institutionele onderwerpen
Alhoewel er nauwelijks tijd was gereserveerd op de officiële agenda
voor institutionele onderhandelingen over de inrichting van de Raad,
kwamen deze onderwerpen wel uitgebreid aan de orde. De zes voorzitters
van de werkgroepen over de institutionele onderwerpen ('universal
periodic review', mandaatherziening, expertadvies, klachtenprocedure,
agenda en jaarprogramma, werkmethoden en procedureregels) hadden
voorafgaand aan de vierde zitting nieuwe voortgangsrapporten
voorbereid. Deze rapporten vormden de basis voor discussie tijdens een
serie informele bijeenkomsten, die weinig concrete vooruitgang hebben
opgeleverd. Reeds ingenomen standpunten werden herhaald en er lijkt in
dit stadium nog weinig ruimte voor verdere toenadering. Vanaf 10 april
zullen gedurende drie weken opnieuw onderhandelingen worden gevoerd
over de inrichting van de Mensenrechtenraad.
Nederlandse kandidatuur Mensenrechtenraad 2007-2010
Zoals bekend heeft Nederland zich kandidaat gesteld voor herverkiezing
in de Mensenrechtenraad voor de periode 2007-2010. In de Westerse
Groep zijn twee zetels beschikbaar, waarvoor op dit moment drie
kandidaten zijn: Italië, Denemarken (namens de Noordse landen) en
Nederland. De verkiezingen zullen op 18 mei door de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties in New York worden gehouden. De
Nederlandse plechtige belofte, die alle kandidaatleden voor de
Mensenrechtenraad moeten opstellen, doe ik uw Kamer hierbij toekomen.
De vijfde zitting vindt plaats van 11 tot en met 18 juni. Ik zal uw
Kamer tijdig informeren over de Nederlandse inzet.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken