SGP


SGP » jongeren >>
19 - 04 - 07 | De SGP ontevreden over antwoord Bijleveld

De SGP vindt dat (gemeente)bestuurders in principe Nederlander moeten zijn. SGP-kamerlid Van der Staaij stelde hierover onlangs schriftelijke vragen aan het kabinet omdat blijkt dat in sommige gemeenten niet-Nederlanders raadslid en/of wethouder zijn.

In antwoord op die vragen stelt het kabinet dat het bezit van de Nederlandse nationaliteit niet nodig is voor deze bestuursfuncties. Staatssecretaris Bijleveld vindt het niet nodig om de wet op dit punt aan te passen. De SGP neemt geen genoegen met dit antwoord. Kamerlid Van der Staaij zal daarom bij het voorgenomen debat over de Nederlandse nationaliteit terugkomen op dit onderwerp en de Kamer hierover een uitspraak laten doen.

Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over raadsleden en wethouders zonder Nederlandse nationaliteit. (Ingezonden 2 april 2007)

Vraag 1
Is het waar dat personen die niet beschikken over de Nederlandse nationaliteit, in Nederland raadslid of wethouder kunnen worden? (1)

Antwoord 1
Ja. In artikel 130 van de Grondwet is vastgelegd dat de wet het recht lid van de gemeenteraad te zijn, kan toekennen aan ingezetenen die geen Nederlander zijn. Dit is nader uitgewerkt in artikel 10, eerste lid, van de Gemeentewet. Richtlijn 94/80/EG verplicht er zelfs toe dat EU-onderdanen die ingezetene van Nederland zijn, onder dezelfde voorwaarden als Nederlanders raadslid kunnen worden. Voor ingezetenen die geen EU-onderdaan zijn, heeft de wetgever in artikel 10, tweede lid, van de Gemeentewet aanvullende eisen gesteld in de zin van verblijfsrecht en verblijfsduur.
Ingevolge artikel 36a, eerste lid, van de Gemeentewet gelden voor het wethouderschap dezelfde eisen als voor het raadslidmaatschap. Daaruit volgt dat met inachtneming van genoemde voorwaarden ook niet-Nederlanders wethouder kunnen worden.

Vraag 2
Hoeveel raadsleden en wethouders in Nederland beschikken niet over de Nederlandse nationaliteit?

Antwoord 2
Hiervan zijn geen exacte cijfers bekend.

Vraag 3
Vindt u het wenselijk dat belangrijke representatieve en bestuurlijke functies als raadslid en wethouder worden uitgeoefend door personen die niet beschikken over de Nederlandse nationaliteit?

Antwoord 3
Voor het goed functioneren als lokaal volksvertegenwoordiger of bestuurder is niet nationaliteit doorslaggevend maar veeleer het wettelijk vereiste van ingezetenschap, op grond waarvan de persoon in kwestie geacht kan worden binding en voeling met de lokale gemeenschap te hebben. Voor wat betreft de benoeming van wethouders komt daarbij dat de raad ter zake, binnen de kaders van de wet, over een ruime mate van beleidsvrijheid beschikt. Dat de wet het mogelijk maakt dat ook niet-Nederlanders raadslid of wethouder kunnen worden, stimuleert hun integratie in de Nederlandse samenleving. Hun politieke participatie bevordert een actief burgerschap en dient anderen ten voorbeeld; dat lijkt mij een goede zaak.

Vraag 4
Bent u bereid de regelgeving zodanig aan te passen dat voor het vervullen van de functies van raadslid en wethouder het bezitten van ten minste de Nederlandse nationaliteit is vereist?

Antwoord 4
Nee. Ik zie geen aanleiding voor aanpassing van de regelgeving op dit punt, los van de vraag of dit ingevolge het Europese recht wel mogelijk is (zie antwoord vraag 1).


1) Trouw, 24 maart 2007

De SGP ontevreden over antwoord Bijleveld