Ministerie van Algemene Zaken

| | |

|                                        |Aan de Voorzitter van de Tweede     |
|                                        |Kamer der Staten Generaal           |
|                                        |Postbus 20018                       |
|Postadres                               |2500 EA DEN HAAG                    |
|Postbus 20001                           |                                    |
|2500 EA  Den Haag                       |                                    |
|                                        |                                    |
|Bezoekadres                             |                                    |
|Binnenhof 19, Den Haag                  |       |                           |
|                                        |       |                           |
|                                        |       |                           |
|                                        |       |                           |
|                                        |       |                           |
|                                        |       |                           |
|                                                 |                           |
|               |Datum          |Kenmerk        |Onderwerp                  |
|               |19 april 2007  |3036143        |Kamervragen leden de Roon  |              |
|               |               |               |en Wilders (PVV)           |              |
|                                                                             |
|                                                                             |
Zeer geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u, mede namens de minister en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, toekomen de antwoorden op de vragen van de leden De Roon en Wilders (beide PVV), mij toegezonden op 29 maart 2007.

DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,

mr.dr. J.P. Balkenende

Vragen van de leden De Roon en Wilders (beiden PVV) aan de minister- president, minister van Algemene Zaken over de Verklaring van Berlijn en de uitspraken van het Duits voorzitterschap terzake, dd. 29 maart 2007, nr. 2060710820.


---


1.

Heeft u kennisgenomen van het bericht "Nederland moet oude EU-grondwet toch slikken"? 1)

Ja


2.

Is het waar dat de Duitse bondskanselier Merkel heeft gezegd "We hebben al een ontwerp dat is getekend door 27 premiers en ministers van buitenlandse zaken'? Zo ja, wat is uw oordeel hierover?


3.

Waarom heeft u, nu het Voorzitterschap van de Europese Unie blijkbaar het standpunt huldigt dat het Grondwettelijk Verdrag niet alleen het uitgangspunt is voor de onderhandelingen over wijziging van het Verdrag van Nice maar ook geen majeure wijzigingen duldt ten opzichte van de door de Nederlandse kiezer verworpen Europese Grondwet, niet veel krachtiger afstand genomen van deze zienswijze en strategie van het Duitse voorzitterschap?

De uitspraak zou door bondskanselier Merkel zijn gedaan op een persconferentie. Blijkens het genoemde krantenartikel wilde de bondskanselier daarmee zeggen dat bij het opstellen van een nieuw verdrag in meer of in mindere mate gebruik kan worden gemaakt van het voorwerk dat is gedaan bij de opstelling van het Grondwettelijk Verdrag. Het Kabinet deelt die mening (zie Kamerbrief d.d. 19 maart 2007). Daarmee is overigens niet gezegd dat alle lidstaten precies dezelfde elementen van het GV op het oog hebben voor opname in het nieuwe verdrag. Daarover zal in de komende periode binnen de Unie worden gesproken, waarbij het Kabinet streeft naar een wijzigingsverdrag dat zich overtuigend onderscheidt van het verworpen Grondwettelijk Verdrag in inhoud, omvang en benaming. Dat Nederlandse standpunt wordt op alle niveau's duidelijk uitgedragen.


4.

Bent u bereid om als Nederlandse premier die op moet komen voor de Nederlandse belangen publiekelijk aan te geven dat een nieuwe verdragstekst niet door Nederland zal worden ondertekend als blijkt dat die tekst slechts het resultaat is van "knip- en plakwerk" aan het Grondwettelijk Verdrag en geen majeure wijzingen bevat ten opzichte van de door de Nederlandse kiezer verworpen Europese Grondwet? Zo neen, waarom niet?

Zie antwoord op vraag 3.


5.
Bent u bereid welk onderhandelingsresultaat met betrekking tot de nieuwe verdragstekst dan ook te allen tijde in een referendum aan de Nederlandse bevolking voor te leggen? Zo neen, waarom niet?

Neen, de vraag of wel of niet een referendum moet worden gehouden kan pas worden beantwoord wanneer duidelijk is wat de vorm en inhoud van het nieuwe verdrag zijn.


1) Trouw, 26 maart 2007