Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Eerste Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 22 Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22

Contactpersoon Ons kenmerk BSG/2007/14871 Doorkiesnummer Datum 20 april 2007

Onderwerp Kennismaking vaste commissie SZW Eerste Kamer

Op dinsdag 24 april a.s heeft u de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mij uitgenodigd voor een kennismakingsoverleg. U heeft aangegeven daarbij in te willen gaan op een aantal openstaande toezeggingen die door mijn ambtsvoorganger zijn gedaan. In deze brief ga ik in op de stand van zaken ten aanzien van de positie van personen met een arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 35 % en het rechtmatigheidsaspect van WAZ in het licht van ILO bepalingen en CGB. Over de ontwikkelingen rond ILO-verdrag 118 heb ik u zeer recent per brief geïnformeerd (brief aan uw Kamer van 19 april 2007, kenmerk IZ/IA/07/12457).
Tevens zend ik u, een in overleg met uw griffie geactualiseerde lijst van openstaande toezeggingen. Daarbij wordt per onderwerp beknopt de stand van zaken aangegeven.

WIA: positie personen die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn Sociale partners zijn verantwoordelijk voor de re-integratie van de groep 35-minners. Sociale partners hebben in de SER, in het Sociaal akkoord van 2004 en bij de Werktop in 2005 hierover gezamenlijke afspraken gemaakt. Naar aanleiding van deze afspraken heeft de Stichting van de Arbeid onderzoek laten verrichten naar re-integratie van de groep 35-minners. Daarop heeft de Stichting van de Arbeid op 19 januari 2007 afgesproken dat zij op het niveau van arbeidsorganisaties zullen komen tot maatwerkoplossingen, kiezen voor een ketenbenadering( preventie, arbeidsomstandighedenbeleid, verzuimbegeleiding, re-integratie- en inkomensbeleid), de uitvoering van de gemaakte afspraken op ondernemingsniveau of op sectoraal niveau zullen bevorderen, zullen stimuleren dat wanneer re-integratie niet op bedrijfsniveau plaats kan vinden er dan gekeken wordt op regionaal of sectoraal niveau en er eventueel re-integratiebureaus ingeschakeld worden, goede voorbeelden van re-integratie verzamelen en verspreiden en ze gaan verder onderzoek doen naar het effectiever maken van ondersteuning van werkgevers en werknemers die niet in het eigen bedrijf kunnen re- integreren. Verder heeft de Stichting van de Arbeid zich voorgenomen om de re-integratie van werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn te blijven monitoren.

Ons kenmerk BSG/2007/14871

WAZ/ILO/CCB: rechtmatigheidsaspect
Conform diens toezegging aan de Eerste Kamer, heeft mijn ambtsvoorganger de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) en de ILO geraadpleegd over de internationale bestendigheid van de afschaffing van de publieke zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor vrouwelijke zelfstandigen. Op 2 mei 2006 heeft de CGB het gevraagde advies uitgebracht. Omdat over dezelfde internationaalrechtelijke aspecten eveneens een procedure tegen de Staat loopt, is besloten de afloop daarvan af te wachten. Hierover is de Eerste Kamer onder meer geïnformeerd met zijn brief van 9 november 2006. In het coalitieakkoord is over dit onderwerp afgesproken dat de mogelijkheid van een uitkeringsregeling bezien zal worden. Dit is nog in beraad.

ILO-verdrag 118
Mijn voorganger heeft uw Kamer bij brief van 4 juli 2005 geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar de herbekrachtiging van ILO Verdrag nr. 118 na opzegging van dit verdrag. Op 29 maart 2007 heeft de Raad van Beheer van de ILO conclusies aanvaard in de bezwaarzaak van de Turkse vakbond tegen Nederland wegens niet-naleving van ILO Verdrag nr. 118. Deze conclusies, die nu openbaar zijn, heb ik inmiddels aan uw Kamer aangeboden.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. J.P.H. Donner)

Bijlage(n): Lijst met openstaande toezeggingen


---