Toekomst Nederlandse biodieselbedrijven in gevaar

23.04.2007 / 13:01 / Rubriek: Economie / Organisatie: Sunoil biodiesel b.v.

Sunoil biodiesel b.v.

PERSBERICHT

Toekomst Nederlandse biodiesel op het spel!

De twee Nederlandse biodieselfabrieken hebben vandaag in een brandbrief aan de Tweede Kamer aandacht gevraagd voor de toekomst van deze bedrijfstak.

10)'Wij luiden de noodklok omdat wij onze biodiesel in Nederland niet in de markt kunnen afzetten vanwege de oneerlijke concurrentie. Onze voorraden lopen gigantisch op en wij moeten externe opslag huren om de biodiesel op te slaan. Het water staat ons aan de lippen en als er niet snel ingegrepen wordt, door middel van een importverbod of heffing, dan betekend dit het einde van de biodieselfabrieken in Nederland.', aldus Sunoil Biodiesel B.V. uit Emmen en Biodiesel Kampen B.V. uit Kampen. De twee fabrieken hebben te maken met concurrentie van zwaar gesubsidieerde Amerikaanse produkten die ook nog eens niet aan Europese eisen voldoen.

Voortbestaan

Biodiesel wordt steeds meer toegepast als vervanging van fossiele diesel, sinds 2006 ook in Nederland. Biodiesel is een wereldwijd verhandeld product. Door oneerlijke concurrentie van gesubsidieerde biodiesel uit landen als de USA en Argentinië vrezen Nederlandse biodieselbedrijven rechtstreeks voor hun voortbestaan.

Export subsidie

De Nederlandse en Europese biodieselmarkt wordt overstelpt met gesubsidieerde biodiesel uit de USA. De biodiesel wordt als een blend (mengsel) van 99,9% biodiesel en 0,1% (of minder) minerale diesel (B99,9) aangeboden. De oorsprong van deze regeling bevindt zich in 2004 toen de USA heeft besloten om de eigen biodieselfabrieken te ondersteunen met 1 US dollar per gallon (1 gallon = 3,8 liter) biodiesel welke gemengd is met minerale diesel. Dit betekent dat de biodiesel gesubsidieerd wordt met 20 cent per liter wanneer er maar een 'drup' minerale diesel in geblend wordt. Na deze vermenging wordt de biodiesel tegen afbraakprijzen in Rotterdam/Europa aangeboden.

Deze biodiesel voldoet niet aan de Europese biodieselnorm. De USA-biodiesel is niet alleen van biologische aard. Toch is er alleen al in januari 2007 ca. 30.000 ton geïmporteerd in de EU. In de praktijk blijkt dat de gesubsidieerde Amerikaanse brandstof als pure biodiesel wordt verkocht. De oliemaatschappijen en andere gebruikers lopen, bij gebruik hiervan, grote risico s. Bij controle door de douane worden zeer forse boetes opgelegd.

100% milieuvriendelijk

De biodieselfabrieken in Emmen en Kampen staat het water nu na aan de lippen. Er wordt voldoende 100 procent milieuvriendelijke brandstof geproduceerd, bijvoorbeeld van frituurvet, koolzaadolie en sojaolie, maar de Nederlandse bedrijven kunnen de biodiesel nergens kwijt. Directeur Wilfred Hadders van Sunoil: "We hebben zelfs al extra opslagplaatsen moeten regelen voor de brandstof die we niet kunnen verkopen.' De beide Nederlandse bedrijven begrijpen niet dat de Nederlandse overheid de fabricage van milieuvriendelijke biodiesel op geen enkele wijze ondersteund. In alle reguliere brandstoffen zit sinds kort 2 procent biobrandstof. Dat percentage wordt de komende jaren opgevoerd naar het maximale bijmengpercentage van 5 procent. Momenteel wordt deze bijmenging volledig ingevuld met gesubsidieerde biodiesel van buiten de EU.

Nederlandse fabrikanten vragen zich af waarom de overheid niet optreedt tegen deze oneerlijke concurrentie. Deze oproep wordt ondersteund door het Europese Biodiesel Board waarbij veel Europese biodieselfabrieken aangesloten zijn.