GroenLinks

Rechtspositie Nederlandse gedetineerden in het buitenland steeds verder in het gedrang

23 april 2007

GroenLinks wil dat Nederlandse gedetineerden in het buitenland in aanmerking blijven komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Op dit moment zitten er ruim 2.400 Nederlanders hoofdzakelijk voor drugsdelicten in buitenlandse detentie. De detentieomstandigheden zijn vaak inhumaan te noemen en ook het recht op een eerlijk proces wordt vaak met voeten getreden.

GroenLinks wil daarom dat de Nederlandse overheid niet alleen betere rechtshulp verleent, maar zich er ook sterker voor inzet om Nederlandse gedetineerden naar Nederland over te laten komen om hier het strafproces en de strafexecutie te laten uitvoeren.

Naïma Azough
Den Haag, 23 april 2007

Schriftelijke vragen van het lid Azough (GroenLinks) aan de minister van Justitie en de minister van Buitenlandse Zaken over het ontbreken aan gesubsidieerde rechtshulp voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland


1. Kent u het bericht dat Nederlandse gedetineerden in het buitenland niet langer in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtshulp?
2. Hoe kan het zijn dat de Raad voor Rechtsbijstand nu besluit de rechtshulp te stoppen omdat de regels het niet toe zouden laten, terwijl er tot op heden op basis van dezelfde regels wel rechtshulp geboden werd?

3. Kunt u aangeven hoeveel verzoeken om rechtshulp er vanuit het buitenland zijn gedaan in de afgelopen jaren?

4. Wat vindt u van de zorgen van advocaat Bob Vink dat je als Nederlandse gedetineerde in het buitenland, waar vaak zeer lange celstraffen dreigen, 'overgeleverd bent aan corrupte advocaten' en dat dit vanuit Nederland tegen te houden is?

5. Bent u bereid om Nederlandse gedetineerden in het buitenland in aanmerking te laten komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand? Zo nee, is dan niet de kans aanwezig dat deze gedetineerden waarschijnlijk geen eerlijk strafproces tegemoet zien?

6. Bent u bereid om de WOTS dusdanig aan te passen dat het eenvoudiger wordt om Nederlandse gedetineerden in het buitenland sneller naar Nederland terug te halen om te garanderen dat deze verdachten een eerlijk strafproces krijgen en dat veroordeelden onder humane omstandigheden de opgelegde sancties kunnen ondergaan? Zo nee, waarom niet?

7. Herinnert u zich uw beantwoording op mijn eerdere vragen ? Met welke landen overweegt u thans een, bij voorkeur multilaterale of, zonodig bilaterale verdragsrelatie aan te gaan? Is het niet eenvoudiger om de verdragseis in de WOTS te vervangen voor de eis dat de betrokken gedetineerde om overbrenging naar Nederland verzoekt?

Den Haag, 23 april 2007