Vrije Universiteit Amsterdam

THEMA WEEK VAN HET OOR 2007: arbeid en gehoor
Consequenties gehoorproblemen voor werk nader onderzocht

De afdeling KNO/audiologie van VU medisch centrum start een grootschalig onderzoek naar de gevolgen van slechthorendheid. Nooit eerder is een spraak-in-ruis test op zo'n grote schaal afgenomen. De test wordt gebruikt in onderzoek naar de gevolgen van slechthorendheid voor werk, psychosociale gezondheid en zorggebruik.

Het onderzoek vindt plaats via internet. Kern van de metingen vormt de Nationale Hoortest (www.hoortest.nl) die ook op deze afdeling is ontwikkeld en twee jaar geleden onder veel belangstelling in Nederland is geïntroduceerd. Iedereen die deze test heeft gedaan, is uitgenodigd om mee te doen aan het onderzoek.

De deelnemers wordt gevraagd een uitgebreide vragenlijst in te vullen. Het is de bedoeling om de deelnemers gedurende een langere periode te volgen, waarbij eens in de 4 à 5 jaar het gehoor, de psychosociale gezondheid, werksituatie en zorggebruik opnieuw worden gemeten. Op deze manier worden er unieke gegevens verzameld over het verloop van het gehoor en het dagelijks functioneren door de jaren. Nooit eerder is een spraak-in-ruis test op zo'n grote schaal afgenomen en gebruikt in onderzoek naar de gevolgen van slechthorendheid voor werk, psychosociale gezondheid en zorggebruik.

Inmiddels hebben zich 1449 deelnemers voor het onderzoek aangemeld. De participanten zijn over heel Nederland verspreid en er hebben zich zelfs Nederlanders in het buitenland voor het onderzoek ingeschreven. De groep varieert van jong tot oud. De basisvragenlijst is momenteel door zo'n 1230 personen ingevuld. Inschrijven voor de NLSH is nog steeds mogelijk. Informatie over het onderzoek en de inschrijfprocedure is te vinden op www.hooronderzoek.nl

Anderhalf miljoen Nederlanders hebben in meer of minder mate moeite met horen. Eén op de tien mensen in ons land is slechthorend. Hoewel er inmiddels veel bekend is over de invloed van slechthorendheid onder ouderen, is er nog veel onduidelijk over de consequenties ervan bij mensen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar. Is de deelname van slechthorenden op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld anders dan die van goedhorende leeftijdsgenoten? Heeft slechthorendheid gevolgen voor werk en inkomen? Zijn slechthorenden eenzamer dan goedhorende leeftijdsgenoten? In welke mate heeft de achteruitgang van het gehoor hier invloed op?