Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Uitreiken Dow Energieprijs

25-04-2007

Toespraak van minister Cramer bij de uitreiking van de Dow Energieprijs op 25 april 2007 in Terneuzen. De prijs wordt elke twee jaar uitgereikt aan personen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt om duurzame ontwikkelingen in de procesindustrie te bevorderen. Cramer overhandigde de prijs aan Mark van Loosdrecht voor zijn bijdrage aan een innovatieve biologische methode om afvalwater te zuiveren.

De minister gebruikte bij haar toespraak een presentatie. Download de


Zie het origineel
presentatie (pdf, 780 KB). In de toespraak staat de bijbehorende dia van de presentatie aangegeven.

Dames en heren,

Visie, durf, inzet, inventiviteit, zakelijk inzicht...dat zijn maar enkele van de typeringen van de eerdere winnaars van de DOW energieprijs. Of het nu gaat om de winnaar van vorig jaar de heer De Kok, chief engineer van DAF Trucks en zijn niet aflatende inzet voor de ontwikkeling van milieuvriendelijke motoren, of de heer Stassen winnaar in 1993 met zijn onderzoek naar het gebruik van biomassa. Alle winnaars koppelden inzet, inventiviteit en inzicht aan elkaar. En ik verzeker u de winnaar van de DOW Energieprijs 2007 zal wederom deze drie i's aan elkaar verbinden. Maar laat ik niet te veel op de prijsuitreiking vooruit lopen.

De rode draad tussen alle prijswinnaars is dus de koppeling tussen technisch vernuft en de maatschappelijke praktische toepasbaarheid. En bovenal is er sprake van dubbel dividend: technologie die het milieu bespaart en tegelijk economisch gewin oplevert. Dat is natuurlijk niet verbazingwekkend omdat die koppeling hét criterium is om in aanmerking te komen voor deze prijs. Maar toch...in een land waar we de mond vol hebben over het missen van kansen, over de innovatieparadox, over de kloof tussen kennis, kunde en kassa, dan is het goed om te zien dat er vele voorbeelden zijn van geslaagde innovaties. Zeker op het terrein van duurzaamheid en energie.

Dames en heren,

En waarom is de koppeling innovatie en duurzaamheid nu zo belangrijk?

Leest u de kranten er maar op na. Het klimaat verandert, we moeten alles uit de kast trekken om doemscenarios geen realiteit te laten worden. Tegelijkertijd blijft wereldwijd de vraag naar energie groeien en groeien. De eindigheid en toenemende leveringsonzekerheid van fossiele brandstoffen versterken de noodzaak de dominantie van fossiel te beperken. En ervoor te zorgen dat fossiel écht schoon wordt geproduceerd. Kortom, we staan de komende decennia voor enorme uitdagingen. Kyoto moet een vervolg krijgen, we moeten ons land klimaatbestendig maken, en tegelijk de uitstoot van broeikasgassen revolutionair terug te schroeven.

Het kabinet heeft dan ook forse ambities geformuleerd op het terrein van de reductie van broeikasgassen 30 procent, een energiebesparing van 2 procent en het aandeel van hernieuwbare bronnen zoals wind, zon en biomassa opschroeven naar 20 procent in 2020. Ruwweg betekent dit dat de nationale prestaties met een factor 5 omhoog moeten. Maar ik ben ervan overtuigd dat het kán, want het moet én het kán! Linksom of rechtsom.

De signalen staan gelukkig op groen. Ik refereer onder andere alleen al aan het historische besluit van de Europese Commissie dit voorjaar. De Commissie heeft een soort van dubbelbesluit genomen: Europa gaat in ieder geval zelf 20 procent broeikasreductie realiseren. Als belangrijke landen buiten Europa meedoen, dan verhogen we die inzet naar 30 procent. Afspraken in EU verabnd van belang in verband met het level playing field.

Doelstellingen formuleren zijn belangrijk, maar het komt uiteraard ook aan op de uitvoering. We hebben het tenslotte over een trendbreuk die zijn weerga niet kent. Samen zullen we deze klus moeten klaren. Het ruimteschip Aarde kent geen passagiers, we zijn allen bemanningsleden. Zaak is iedereen aan boord en aan het werk te krijgen en de neuzen dezelfde kant op te laten wijzen. Ik ben een optimistisch mens. Zeker als ik zie hoe de afgelopen maanden de aandacht en het draagvlak voor milieu zijn verbreed.

En ik zie ook veel concrete initiatieven die als paddestoelen uit de grond schieten. Over forse energiebesparingreducties in sectoren zoals de papierindustrie, over de potenties van aardgas als motorbrandstof, over energie grootverbruikers in de glastuinbouw die energieproducenten worden, over vele energiebesparende projecten in de gebouwde omgeving. Concrete projecten zijn bijvoorbeeld het bouwen van aardgas tankstations in Oss door ondernemers samen met transportbedrijven. Of de realisatie van de waterstofkart door Formula Zero. Of Organische CO2 voor Assimilatie van Planten door tuinders in het Westland. Een energiebesparing ter grootte van het totale verbruik van de gemeente Zoetermeer. Of als laatste want ik kan wel uitputtend doorgaan duurzame koeling aan de Zuidas, een duurzaam koudedistributienetwerk van Nuon. Goed voor 64 procent minder CO2-uitstoot.

Ook zie ik dat sommige multinationals als Shell, AKZO Nobel, Philips, DOW, maar ook energiebedrijven en vele MKB bedrijven gelukkig de oprit hebben gevonden in de richting van een schone en energie-efficiënte energiehuishouding. En ik hoop dat het peloton gaat volgen. Dat we de komende jaren kunnen berichten dat industriebreed investeringen in energiebesparing zijn verdubbeld. We zijn op een feestje van DOW dus neem ik graag DOW als lichtend voorbeeld.

Niet om stroop om de mond te smeren, maar om aan te geven dat bedrijven meer en meer hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen voor mens en milieu. DOW was in 1996 een van de eerste chemiereuzen die zichzelf wereldwijd ambitieuze milieudoelstellingen oplegde. In tien jaar tijd zijn de emissies van belangrijke chemicaliën met 84 procent afgenomen. Energie-efficiëntie is met 22 procent verbeterd. En de hoeveelheid afval en afvalwater is in tien jaar met ruim 35 procent afgenomen, bij DOW Terneuzen zelfs met 60 procent. DOW wil tot de top tien van energiezuinige bedrijven behoren. Het bedrijf heeft aangekondigd nog meer inspanningen te leveren op het gebied van energie-efficiëntie. Goed voorbeeld is het gebruik van Zeeuws huishoudelijk afvalwater voor de productie van stoom. Dat zijn voor mij dé bewijzen dat bedrijven milieu meer en meer als kans zien, als winstpost. Voor mij is duurzame ontwikkeling het vinden van een juiste balans tussen people, planet en profit. En ik ben ervan overtuigd dat in meer en meer directiekamers dat uitgangspunt ook leidend is geworden.

Dames en heren,

De afgelopen maanden heb ik met vele sectoren en maatschappelijke organisaties de dialoog gezocht om hun ideeën te horen hoe zij denken dat we de duurzaamheids ambities moeten invullen. Uiteraard heb ik daar zelf ook ideeën over. Binnenkort hoort u van mij welke maatregelen wij als kabinet willen nemen om onze doelstellingen op het terrein van klimaat en energie te bereiken. U moet nog even geduld hebben. Ik wil met dergelijke grote opgaven ook niet over één nacht ijs gaan. Ik wil een pragmatische, realistische en betaalbare invulling geven aan onze doelstellingen. Over een kleien maand is het beleidsprogramma af. Ik kan u wel het volgende zeggen. Mijn beleid zal een mix zijn van meters maken - nodig om op korte termijn voortgang te maken en een flinke intensivering van onze innovatie inspanningen. We hebebn combi nodig van korte en lange termijn.

Mensen moeten bewuster consumeren en de innovatiekracht van bedrijven moet worden versterkt. Want innoveren is de crux onder het halen van onze doelstellingen. Met innovatie bereiken we kostenreducties om uiteindelijk de grote stappen voorwaarts te maken. Ik kom daar later op terug.
Wat is de rol van de overheid? Die moet met een juiste mix van beleidsinstrumenten komen, maatwerk. Er is niet één silver bullet. Want soms zijn vrijwillige afspraken geschikt, aangevuld met fiscale prikkels. In andere gevallen is het juist beter helderheid te verschaffen en te werken met voorschrijdende verplichtingen. Denk aan de emissieplafons, waarbinnen bedrijven keuzevrijheid hebben. Emissiehandel is een goed systeem. Dat geeft zekerheid over doelen en felxibiliteit. Plafonds zullen in de toekomst wel lager zijn. De overheid stelt de doelen, de markt vult ze in! Ook internationaal en vanuit Europa is dit een belangrijk spoor. Ik hecht er wel aan dat bedrijven steeds keuzevrijheid houden, maar hun verantwoordelijkheid wel kennen en kunnen nemen!

Ik ben een groot voorstander van het uitgangspunt dat de overheid bewust en duurzaam consumenten en producenten gedrag beloont, onduurzaam gedragen ontmoedigt.
Een consistent, solide en betrouwbaar overheid is een ander belangrijk punt. Dat creëert het noodzakelijke draagvlak in de samenleving en vertrouwen door de markt. Ik zet in op samenwerking met sectoren. Het gaat om de hele keten: van onderzoek, ontwikkeling tot implementatie. Ik wil afspraken met sectoren om innovaties commercieel succesvol op de energietechnologie markt te brengen. Zeg maar het verzilveren van innovaties. Dat is niet alleen een technisch verhaal. Het gaat ook om slimmer beleid met behulp van innovatiekracht van de markt. En het gaat uiteraard ook om het beïnvloeden van het gedrag van consument en producent.

De aanpak is dus in eerste instantie gericht op korte termijn maatregelen waarmee we op grote schaal snel resultaat kunnen boeken. Maar daarmee zijn we er nog niet.

Dames en heren,

Innovatie is essentieel voor het halen van forse doelen op langere termijn. Sommige innovaties staan op doorbreken zoals micro-WKK en de energieleverende kas. Andere zitten nog in de embryonale fase zoals de tweede generatie biobrandstoffen of bioenergie. Keuzes moeten gemaakt worden. Denk aan chemische kennis, landbouwcluster in Wageningen of kennis over hernieuwbare bronnen zoals wind en zon. We moeten onze sterkste troeven uitspelen.

Met behulp van onze gerenommeerde kennisinstituten als de TUs, TNO, ECN en anderen en juiste aansturing door de markt kunnen we een eind komen. Voor het bereiken van de doelen moeten alle sectoren een bijdrage leveren. Niemand mag aan de kant blijven staan. In het programma Klimaat en Energie: Schoon en Zuinig zullen per sector de nationale doelen vertaald worden in inspanningen voor individuele sectoren. Elke sector is uniek, met unieke aanpak. De overheidsinstrumenten zullen dus sectorspecifieke moeten zijn en ook op Europees niveau gerealiseerd worden.

Tot slot, dames en heren, het initiatief van DOW voor het instellen van deze prijs is weliswaar een kleine bijdrage maar wel een belangrijk signaal dat de ontwikkeling en uitvoering van duurzame innovaties in Nederland niet stilstaan.

Gelukkig maar, want innovatie is de sleutel naar een duurzame toekomst. Duurzaam en innovatief ondernemen, we moeten het kunnen, willen én durven, voor een beter schoner, zuiniger en veiliger Nederland.

Om met een toepasselijk citaat van Albert Einstein af te sluiten: We need a new way of thinking, to solve the problems caused by the old way of thinking.

Dank u wel.