Rechtbank Maastricht


Connexiteit in de voorlopige voorziening procedure

Met dit bericht stelt de sector bestuursrecht van de rechtbank Maastricht u op de hoogte van een wijziging in de behandeling van het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, zoals bedoeld in artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Het peilmoment voor het moeten voldoen aan het vereiste van connexiteit, als bedoeld in lid 1 van artikel 8:81 Awb, wordt gesteld op de aanvang van de behandeling van het verzoek ter zitting.

Dit betekent dat het mogelijk is dat een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening kan worden ingediend, zonder dat al sprake is van een bezwaar- of een beroepschrift. Als bij de daadwerkelijke behandeling van het verzoek nog geen bezwaar- of beroepschrift is ingediend en dus geen connexiteit tot stand is gekomen, zal het verzoek worden afgewezen.

Tot aan deze wijziging werd het voldoen aan het vereiste van connexiteit beoordeeld op het moment van indiening van het verzoekschrift. Was op dát moment niet ook al bezwaar of beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, werd het verzoek afgewezen om reden van het ontbreken van connexiteit.

Achtergrond van de wijziging is dat de rechtbank Maastricht ten opzichte van andere rechtbanken een afwijkende handelwijze ter zake van de beoordeling van de connexiteit had en harmonisering van procedures gewenst is.

Voor eventuele vragen kunt u telefonisch terecht bij mw. Chantal Dassen (043-3 465 126) of bij mw Ismihan Gordijn (043 - 3 465 329).

Maastricht, 26 april 2007
mr. E.J.H.G. van Binnebeke
mr. E.B.A. Ferwerda

Bron: Rechtbank Maastricht Datum actualiteit: 26 april 2007 Naar boven