EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
http://www.evo.nl

PERSBERICHT EVO

26 april 2007

Kabinet mist enorme kans door fiscale bijtelling bestelauto niet te schrappen

EVO is diep teleurgesteld over de weigering van het kabinet om de wens van de Tweede Kamer uit te voeren en de fiscale bijtelling voor de bestelauto af te schaffen. EVO is vooral verbaasd over de bewering van de staatssecretaris van Financiën dat de administratieve lasten van deze regeling meevallen. Dat dit allerminst het geval is, blijkt wel uit het feit dat EVO duizenden steunbetuigingen heeft gekregen waarin vooral ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf vragen de bijtelling te schrappen. Eerder deze week heeft EVO die steunbetuigingen aangeboden aan de vice-voorzitter van de Vaste Commissie voor Financiën. EVO betreurt de afwijzing en laat het er niet bij zitten.

Schilders, loodgieters en andere werknemers met een bestelauto moeten kiezen uit twee kwaden. Of een torenhoge bijtelling betalen, óf een gedetailleerde rittenregistratie bijhouden. Dat kost gemiddeld 20 minuten per dag. Het kabinet maakte vorig jaar de problemen nog groter door de bijtellingregeling vanaf 2006 op het bordje van de werkgever te schuiven. Het was de Tweede Kamer die de scherpe randjes van deze regeling afhaalde, maar de problemen zijn allerminst opgelost.

Werknemers die geen bijtelling en geen rittenregistratie willen, kunnen met hun werkgever een verbod op privé-gebruik afspreken, vastgelegd in een contract. De werkgever moet wel toezicht houden op de naleving en sancties opleggen bij overtreding. Vooral het verplichte toezicht kost werkgevers veel tijd. Maar afgezien van het feit dat deze regeling nog steeds voor veel administratieve lasten zorgt, is deze constructie lang niet voor alle bedrijven een optie. Zeker als de werknemer altijd vanuit huis werkt en maar heel weinig op kantoor komt, kan de werkgever niet voldoende toezicht houden. En dan zal de werknemer toch een sluitende rittenregistratie bij moeten houden. De tweede regeling (eindheffing van 300 euro) kan alleen maar worden toegepast als de bestelauto zeer wisselend door 2 of meer werknemers wordt gebruikt. Ook met deze regeling wordt slechts een kleine groep bedrijven geholpen.

Gevolg is dat het overgrote deel van de werknemers nog steeds vastzit aan die ellendige rittenregistratie met bovendien het levensgrote risico op een naheffingsaanslag. Want het zijn wel monteurs en geen boekhouders die zo'n bestelbus besturen. En dus is een fout in die registratie zo gemaakt. Als dat gebeurt, brengt de fiscus een naheffing in rekening van 3000 euro. Een monteur met een maandsalaris van 1500 euro netto die een gezin moet onderhouden, heeft dat bedrag echt niet in zijn portemonnee. Het kabinet laat met dit besluit dus niet alleen de ondernemer, maar ook de werknemer in de steek.