*

Reactie naar aanleiding van Reporter-uitzending

Nieuwsbericht | 29-04-2007

De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van het ministerie van Justitie beschikt over twee locaties voor de opvang van gedetineerden met een terroristische achtergrond. De plaatsing van gedetineerden op deze afdelingen geschiedt op basis van de Regeling Selectie, Plaatsing en Overplaatsing Gedetineerden (RSPOG), die met het oog op de opvang van deze groep gedetineerden is aangepast. Over het voornemen tot samenplaatsing is de Tweede Kamer in september 2005 geïnformeerd.

Het belangrijkste doel van de samenplaatsing van deze doelgroep is het voorkomen van rekrutering en radicalisering in de gevangenissen. Bij het besluit tot samenplaatsing zijn in samenspraak met de betrokken instanties (DJI, NCTb, AIVD) de voor- en nadelen van concentratie zorgvuldig afgewogen. Het belangrijkste argument is dat met de samenplaatsing radicalisering en rekrutering van overige gedetineerden, als ook ander onwenselijke contacten met overige gedetineerden worden voorkomen.

Regime

De detentie van gedetineerden met een terroristische achtergrond vindt op een veilige en humane wijze plaats. De gedetineerden verblijven in eenpersoonscellen op basis van een zogeheten individueel regime. Dit betekent dat de directeur van de inrichting voor elke gedetineerde bepaalt in welke mate hij gemeenschappelijk dan wel individueel het dagprogramma kan volgen. Dit regime is niet nieuw en geldt bijvoorbeeld ook beheersproblematische gedetineerden in het gevangeniswezen.

Zoals iedere gedetineerde hebben ook de gedetineerden op deze afdelingen recht op minimaal 18 uur activiteiten per week. Dit betreft onder meer luchten, bezoek, recreatie en sport. De gedetineerden kunnen gebruik maken van de inrichtingsbibliotheek en ook onderwijs volgen. Zaalarbeid is voor deze groep niet mogelijk, maar de inrichtingen hebben wel een inspanningsverplichting om arbeid op cel aan te bieden. Wanneer er geen celarbeid beschikbaar is, hebben de gedetineerde recht op een zakgeldvergoeding.

Het personeel op deze afdelingen is speciaal voor dit werk geselecteerd en heeft aanvullende opleidingen gevolgd voor een veilige en professionele omgang met de gedetineerden. Daarbij is ook aandacht geweest voor de culturele en religieuze achtergrond van de huidige doelgroep. In de omgang met de gedetineerden zijn voorbeeldgedrag en een respectvolle benadering belangrijk.

De beroepscommissie van de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft onlangs in een beroepsprocedure, die was aangespannen door een aantal gedetineerden, geoordeeld dat de plaatsing op deze afdelingen niet in strijd is met de Nederlandse wet, noch met internationale verdragen (EVRM). Voor klachten over het regime staat voor de gedetineerden de mogelijkheid van beklag bij de beklagcommissie open.

RSJ

De toenmalige minister van Justitie heeft in augustus 2006 aan de RSJ een advies gevraagd over de aanpassing van de RSPOG. In de adviesaanvraag was de voorziene datum voor de ingebruikname van de eerste afdeling gemeld. In de contacten met de RSJ is niet gebleken van onoverkomelijke bezwaren tegen de inwerkingtreding van de regeling of de ingebruikname van de eerste afdeling in de PI Vught. Het advies van de RSJ is ook niet ongemotiveerd terzijde geschoven. Zoals gebruikelijk is het ministerie van Justitie in een uitgebreide reactie aan de RSJ ingegaan op de verschillende elementen van het advies, waarbij is aangegeven welke punten worden overgenomen.

In het antwoord aan de RSJ is ook toegezegd dat de bijzondere opvang voor gedetineerden met een terroristische achtergrond binnen drie jaar grondig wordt geëvalueerd.