Nederlandse Orde van Advocaten

Uitgangspunten advocaat bij politieverhoor

Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten hoe hij het experiment van de advocaat bij politieverhoor gestalte wil geven. Het experiment (gedurende twee jaar, in twee arrondissementen) zal betrekking hebben op alle misdrijven in Titel XIX (misdrijven tegen het leven gericht) van het Wetboek van Strafrecht. Het moet daarbij gaan om voltooide levensdelicten. Het gaat bovendien om het eerste inhoudelijke verhoor van de verdachte in de verhoorkamer: 'Dat betekent dat niet kan worden volstaan met bijvoorbeeld een louter formele vaststelling van de identiteit van de verdachte en mededeling van de aanhouding en de verdenking,' aldus Hirsch Ballin. Oogcontact tussen advocaat en verdachte is niet toegestaan.
Het eerste verhoor eindigt met het voorleggen van het proces-verbaal van het verhoor aan de verdachte met het oog op de ondertekening van zijn verklaring. De verdachte kan bij daaropvolgende verhoren verzoeken om de aanwezigheid van zijn advocaat. De voortgang van de waarheidsvinding mag niet worden belemmerd, en 'dringende onderzoekshandelingen moeten kunnen worden verricht ook voordat de raadsman contact heeft gehad met de verdachte. Daarbij kan worden gedacht aan een spontaan verklarende verdachte, of anderszins spoedshalve noodzakelijke onderzoeks- of verhoorhandelingen,' schrijft de minister, die verwacht dat het in dit experiment om ongeveer 100 verdachten per jaar zal gaan.

Klik hier voor de brief

---