Uitspraak in de zaken van de VEB en de stichting VEB-Actie-WOL tegen
World Online ABN AMRO en Goldman Sachs
Amsterdam, 3 mei 2007 - Het gerechtshof te Amsterdam heeft vandaag in
hoger beroep uitspraak gedaan in de zaken van de VEB en de stichting
VEB-Actie-WOL tegen World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs. De zaken
betreffen een collectieve actie naar aanleiding van de beursgang van
World Online in maart 2000.
In de door VEB aangespannen zaak is het hof tot het volgende oordeel
gekomen.
- Mevr. N. Brink heeft onduidelijkheid geschapen over haar
aandelenbezit World Online ten tijde van de beursgang. Dat is toe te
rekenen aan World Online, omdat mevr. Brink daarvan bestuursvoorzitter
was en zij ten behoeve van de beursgang van World Online in de
publiciteit trad.
- In het prospectus is onvolledige informatie over de loopbaan
van mevr. Brink opgenomen.
- Ten onrechte is in het prospectus Telitel als
dochtervennootschap van World Online vermeld.
- World Online heeft in maart 2000 een aantal persberichten
uitgegeven waardoor een optimistischer beeld van de waarde en de
toekomst van World Online werd geschapen dan gerechtvaardigd was.
- ABN AMRO en Goldman Sachs, die de beursgang van World Online
begeleidden, zijn tegen dat alles onvoldoende opgetreden.
World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs hebben daarom onrechtmatig
gehandeld tegenover de beleggers die hebben ingeschreven op de
beursintroductie of die uiterlijk op 3 april 2000 aandelen World
Online hebben gekocht. De vordering van de VEB, die ertoe strekt dat
het hof verklaart dat aldus onrechtmatig is gehandeld, wijst het hof
toe.
In de zaak van de stichting VEB-Actie-WOL heeft het hof de vorderingen
afgewezen.
De deelnemers aan de stichting hadden hun vordering op World Online,
ABN AMRO en Goldman Sachs aan de stichting bij cessies overgedragen.
Deze cessies zouden echter pas zijn voltooid nadat de stichting
daarvan naar behoren kennis had gegeven aan World Online. Dat heeft
zij verzuimd. De stichting heeft ook nog aangevoerd dat zij door haar
deelnemers gevolmachtigd was om voor hen op te treden, maar ook dat
heeft zij niet op de wettelijk vereiste wijze aangetoond.
LJ Nummer
BA4343
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 3 mei 2007 Naar boven
Gerechtelijke organisatie