Algemene Onderwijsbond

datum: 3 mei 2007

20 procent minder scholing voortgezet onderwijs

Uit de Aandachtsgroepenmonitor 2006 van het ministerie van Onderwijs blijkt dat de scholingsuitgaven in het voortgezet onderwijs per personeelslid ternauwernood de helft bedragen van wat in het bedrijfsleven gebruikelijk is. Verontrustender is dat er een dalende trend is. Per personeelslid werd er in 2005 maar liefst 20 procent minder uitgegeven dan in 1999. âHet is natuurlijk schandalig dat de scholingsmogelijkheden voor onderwijspersoneel zo onder druk staanâ, aldus Martin Knoop, in het dagelijks bestuur van de AOb verantwoordelijk voor het voortgezet onderwijs. âWe zien niet alleen een achterstand met het bedrijfsleven, maar ook een dalende trend. Dat zal echt omgebogen moeten worden, willen we de kwaliteit van het onderwijs hoog houden.â

De situatie lijkt dit jaar verder te verergeren doordat werkgevers scholing schrappen om aan de strengere normen voor onderwijstijd voor leerlingen te kunnen voldoen. Op een AOb-bijeenkomst waarschuwde de onderwijsinspectie voor de gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs door de dalende scholingsuitgaven.
De situatie lijkt onder druk van die strengere regels voor onderwijstijd voor leerlingen bovendien snel te verslechteren. Mogelijkheden voor scholing worden geschrapt om meer uren les te kunnen geven, hoort Knoop van verschillende scholen. âIk roep scholen waar dat gebeurt op dat bij de AOb te melden.â

Uit een eerste inventarisatie onder sectorconsulenten in het voortgezet onderwijs blijkt dat op een meerderheid van de scholen sowieso onduidelijkheid bestaat over scholingsplannen en het budget. Vaak zijn die afwezig. Als er wel bedragen per personeelslid bekend zijn, variëren die tussen de 200 en 650 euro. Er zijn slechts enkele scholen waar individuele aanvragen van personeelsleden voor vakinhoudelijke cursussen vanzelfsprekend gehonoreerd worden, op de meeste wordt vanwege de noodzakelijke vervanging moeilijk gedaan om scholing toe te staan. Daarnaast is er een groep scholen waar het budget alleen wordt ingezet voor âideologische propaganda cursussen zoals nieuwe leren en begeleidingâ en nauwelijks voor vakinhoud. Veel sectorconsulenten spreken ook hun verbazing uit over de verdeling tussen directie aan de ene kant en oop en leraren aan de andere kant. Een citaat uit de inventarisatie: âEen locatiedirecteur mag twee weken naar Canada voor scholing, een technisch onderwijs assistent mag niet eens naar de NOT omdat de onderwijstijd niet gehaald wordt.â

De Inspectie van het Onderwijs is ook gealarmeerd door het schrappen van scholingsmogelijkheden. Op een bijeenkomst van de sectorraad voortgezet onderwijs van de AOb in maart, vertelde inspecteur J. Rijkers dat het de onderwijsinspectie bij de controles van de onderwijstijd ook al was opgevallen dat de scholing van personeel het slachtoffer wordt van de strengere regels voor onderwijstijd. Hij beschouwde dat als een zeer ongewenst nevenverschijnsel, dat negatieve gevolgen heeft voor de onderwijskwaliteit.

Scholing in het onderwijs

Scholingsuitgaven po vo bedrijven
als % loonsom 1,0% 0,7% 1,35%

per manager ⬠1541 ⬠2559
per leraar ⬠319 ⬠284
per assistent ⬠226 ⬠378
per overig oop ⬠27 ⬠2314
trend 1999-2005 +56% -20%