Ingezonden persbericht

4 mei 2007 herdenkingsrede door M.R. van der Heijden, burgemeester van Zandvoort

Embargo tot 4 mei 18.45 uur

Vandaag herdenken wij opnieuw alle Nederlandse slachtoffers die sinds het uitbreken van de Tweede Wereld Oorlog in de periode
'40-'45 zijn gevallen.

Wederom zijn er talrijke herdenkingsbijeenkomsten in ons land die wij sinds het herwinnen van onze vrijheid op velerlei manieren vorm geven.

Tegelijkertijd is in de afgelopen jaren de behoefte gegroeid om óók stil te staan bij hen die in andere oorlogssituaties en bij vredesoperaties zijn omgekomen.

Daarmee geven wij invulling aan onze behoefte om vrijheid én veiligheid in één adem met elkaar in verband te brengen.

En dat is goed!

Zodat de bedreigingen die het mensdom wereldwijd tarten een bewustzijn doet ontwikkelen die vele malen indringender wordt beleefd dan het vluchtig en automatisch déjà-vu gevoel dat ons overkomt bij wéér een ander televisiebeeld uit wéér een deel van de wereld.

Dat bewustzijn moet springlevend zijn. Het mag nooit overgaan en ons onverschillig maken.

Immers, onverschilligheid t.a.v. oorlog en vrede, veiligheid en vrijheid, kent desastreuze gevolgen. Daarentegen, waakzaamheid en bezorgdheid, respect en tolerantie, hebben alles te maken met het ordenen van de maatschappij die ruimte geeft aan een veilige haven voor allen.

Het zijn begrippen die aan de essentie van 4 mei raken.

Zonder veiligheid géén vrijheid, zou je kunnen zeggen.

Het is dit adagium dat essentieel is bij onze beleving dat vrijheid wel degelijk aan voorwaarden dient te voldoen. En wij mensen hebben daarbij de koorden in handen.

Vrijheid van de een mag nooit leiden tot onvrijheid van de ander.

De mens bepaalt het respect dat aan de ander verschuldigd is.

Maar óók hóe tolerant we willen zijn jegens de ander.

Wélke ruimte wij onszelf en elkaar willen bieden.

Hóe zorgvuldig we met de samenleving willen omgaan om veiligheid en vrijheid als waarden die er toe doen vorm te geven.

Met "macht"is één en ander niet te bereiken.
Wél met "overtuiging" en "invloed".
Wél met "integriteit", zorg en empathie.

Zijn wij deze op zich hooggekwalificeerde begrippen niet verschuldigd aan hen die in de Tweede Wereld Oorlog voor ónze vrijheid hebben gestreden?

Zij immers werden onderdrukt door een niets en niemand ontziende vijand die als beulen een einde maakten aan jonge en oudere levens.

Onderdrukking en verzet liggen in elkaars verlengde.

De onderdrukking in de jaren '40-'45 riep bij velen een gevoel op van noodzaak te vechten voor volk en vaderland.

Om hén te beschermen die het slachtoffer werden van terreur en onderdrukking.

Deze hoeders van de vrijheid stonden voor een vaderland waarin allen zich beschermd zouden weten.

Zij waren dapper, burgers én soldaten, verdedigers van veiligheid en vrijheid.

Zij kónden vermoeden wat de gevolgen van zo een betekenisvolle en manmoedige houding zou kunnen zijn; zij deden desalniettemin wat de plicht van hen vroeg!

Zo hebben zij velen van de dood gered.

Maar ook zíj konden niet voorkomen dat velen, joden en niet-joden een onmenselijk einde vonden, ver weg in de kampen of dichterbij huis.

Willoze slachtoffers van wrede, meedogenloze en brute moorden, uitgeroeid, vernietigd.

De oorlogsjaren '40'-'45 heeft onmenselijk diepe wonden geslagen, die veelal niet meer heelden.

Het joodse deel van onze natie werd geslachtofferd, maar daarnaast ook velen in het verzet.

Het boek van Schulten "En verpletterd werd het juk" werd een monument voor hen die hun leven waagden en dikwijls verloren.

Dit boek legt veel bloot.

Het is een les ten aanzien van de gevolgen van oorlogsvoering.

Wij allen kúnnen én móeten leren van ons gezamenlijk verleden.

Wij moeten steeds opnieuw leren begrijpen wat de woorden tolerantie en respect betekenen.

Harry Mulisch heeft in een van zijn boeken gereleveerd dat de Tweede Wereldoorlog niet meer zal leven als de huidige jongere generatie zal zijn uitgestorven.

Gelukkig wijst ander onderzoek uit dat steeds méér jongeren belangstelling hebben voor deze gifzwarte periode van onze geschiedenis.

Immers, als jongeren, die uiteindelijk de sleutel naar de toekomst dragen, de overtuiging hebben dat onze wereld waarin culturele en religieuze verschillen tussen bevolkingsgroepen zo pregnant aanwezig zijn, het gevoel hebben dat zij zich mede- verantwoordelijk moeten voelen voor de toekomst van onze samenleving, dan is dat een goed signaal.

Het betekent dat herdenken zin heeft.
Dat we willen leren van onze geschiedenis, mag daarbij als hoopvolle conclusie gelden.

Onze verzetsmensen, soldaat en burger, de joodse slachtoffers en vele anderen die slachtoffer werden, verdienen dit.

Zij vormen het gemeenschappelijk monument dat ons allen iedere dag opnieuw doet herinneren dat veiligheid en vrijheid, respect en tolerantie begrippen zijn die levend gehouden moeten worden.

Dit monument is géén dood monument.
Het zwijgt weliswaar, maar is tegelijkertijd springlevend.
Het is een monument vol bezieling. Het staat tussen ons allen in, opdat wij nooit zullen vergeten hoe de slachtoffers uit de Tweede Wereld Oorlog voor óns het leven lieten.

---- --