Ingezonden persbericht

| | | | | |
|          |        |         |        |       |
|          |        |         |        |Balistraat 48 a |
|Vereniging|Multicul|Vriendsch|        |1094 JN         |
|          |turele  |ap       |        |Amsterdam       |
|          |        |         |        |Tel: (020) 665 33 20         |
|          |        |         |        |(06-10112691)                |
|          |        |         |        |Bankrekening: 48.93.34.997   |
|          |        |         |        |K.v.K.          |
|          |        |         |        |40.53.87.25     |
|          |        |         |        |e-mail: assadaaka@gmail.com  |
|          |        |         |        |website: www.assadaaka.nl    |

"Ridder Ahmed El Mesri"

Op 27 april jongstleden, drie dagen voor Koninginnedag is Ahmed El Mesri toegetreden tot het leger van de ridders in de Orde van Oranje Nassau. Hij heeft van niemand minder dan onze eigen burgervader Job Cohen 'het lintje' mogen ontvangen temidden van 45 andere ridders. Plek, de Beurs van Berlage, aan het woord El Mesri:

Wanneer hoorde je dat je deze Koninklijke Onderscheiding zou gaan krijgen?
Een week geleden, misschien ietsje langer, viel er een brief van de gemeente door de brievenbus. Ik heb hem op mijn bureau gelegd en ik heb er verder geen aandacht meer aan geschonken. Ik krijg zoveel van die brieven en ik kom, eerlijk gezegd, om in het werk. Mijn bureau lijkt wel een dependance van TNT. Na drie dagen kreeg ik een telefoontje van de secretaresse van de burgemeester. Zij wilde weten of ik wist wie ik zou meenemen in het kader van de plaatsbezetting. Toen herinnerde ik mij de brief en ik heb hem snel geopend en ja ... in deze brief werd mij meegedeeld dat ik op een lijst stond voor een Koninklijke Onderscheiding en dat ik op 27 april in de Beurs van Berlage moest zijn om negen uur in de ochtend en dat ik vier mensen mocht meenemen.

Hoe was het daar in de Beurs van Berlage?
Spannend, je krijgt een spannend gevoel. Er waren heel veel mensen. Ik zat op de derde rij. Een goede plek. De burgemeester riep opeens: 'A. El Mesri'. Ik schrok even, immers ik wist niet zeker of ik het lintje wel zou krijgen. Ik ben naar voren gereden met mijn scootmobiel en vlak voor de bühne fluisterde de burgemeester dat ik achter langs moest. Zo gezegd, zo gedaan. Achter was een soort van helling naar boven. Ik heb flink wat gas gegeven, je weet maar nooit, en ik stoof het podium op en ik stond in een mum van tijd naast de burgemeester. De zaal begon luid te klappen. Ik voelde me op dat moment wel een kleine held. Ik zei: "meneer de burgemeester, wij zijn heel trots op jou", en hij zei tegen mij dat ik het zeer verdiend had. Hij hield een speech waarin hij al mijn functies noemde die ik in de afgelopen vijf en twintig jaar heb vervuld. Dat zijn er, geloof ik, meer dan twintig in totaal! Ik was er een paar al weer vergeten. Maar goed, nu ben ik dan onder andere voorzitter van de Europese vriendschapsvereniging Assadaaka en Comité Onze Hoop, een belangenvereniging voor migranten met een handicap, chronische ziekte en hun familieleden. Overigens de burgemeester heeft alle vijfenveertig lintjes zelf opgespeld, vergezeld van een bijbehorende speech. Hij heeft echt hard gewekt deze dag ... petje af. Trouwens ik heb nog een bloemetje gekregen en een certificaat. Dat komt boven mijn bureau te hangen, naast de diversiteitprijs die Assadaaka in 2001 heeft gekregen. Dat stimuleert mij.

Wat heb je daarna gedaan, gevierd?
Aansluitend ben ik vanuit de Beurs van Berlage naar mijn volgende afspraak gegaan. Het werk gaat door, ja ook op zo'n dag. Onderweg moest ik naar het toilet, van de koffie en trouwens ik heb het heerlijke petitfourtje, aangeboden door de burgemeester, niet kunnen proeven omdat ik als invalide weer eens te laat was. Ik had erge honger, dat ook nog, maar ik was dus te traag en toen ik daar aankwam was de 'vogel' gevlogen. Daar heb je nu een mantelzorger voor nodig ... hahahaha ... humor is belangrijk zeg ik altijd.
Ik was dus op zoek naar een toilet: als invalide heb ja daar dus 'speciale attributen' voor nodig. Ik ben toen even langs gegaan bij het APCP en de SGOA op de Plantage Middenlaan, het lag op de route. Ik werk veel samen met deze twee fantastische organisaties en zij hebben mij gefeliciteerd en waren zeer opgetogen over mijn lintje. Ik voelde me apetrots. Ik heb het pas afgedaan toen ik naar Assadaaka ging voor de 'avonddienst'.

Was je de avond ervoor nerveus, heb je wel kunnen slapen?
Ja, ik heb goed geslapen en nee, ik was niet nerveus. Daar heb ik te veel voor mee gemaakt. Ik ben gewoon gaan slapen en ik heb de wekker gezet. Je weet maar nooit. Ik had wel al mijn stropdas en pak uitgezocht en klaar gelegd. Ik ben er naar toe gegaan op hoop van zege. Ik wist dat het een hele leuke dag zou worden.

Hoe is het nu om ridder te zijn?
Leuk, heel leuk en het geeft mij het gevoel dat mijn werk gewaardeerd wordt. Het is een bewijs voor een kwart eeuw werken en mij steeds weer elke dag inzetten voor de doelgroep. Dat zijn de mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Het geeft mij de energie om nog eens vijfentwintig jaar door te gaan. Immers, je komt soms in een diep dal terecht. Het vrijwilligerswerk wordt wel gewaardeerd en tevens is het onnoemelijk zwaar, zeker als je om je heen kijkt. Jaar in jaar uit roep ik dat integratie wel mogelijk is, maar dat je daarvoor op een bepaalde manier te werk moet gaan en al die jaren word ik genegeerd. Het is moeilijk om te zien dat jouw ideeën niet echt opgepikt worden terwijl veel initiatieven, waar jaar in jaar uit miljoenen belastinggeld naar toe gaan, mislukken. Dat doet pijn en maakt het soms erg moeilijk. Gelukkig krijg ik telkens weer, als een geschenk uit de hemel in dit geval Amsterdam, nieuwe mensen die mij ondersteunen. Immers alleen zou ik het niet hebben kunnen doen. Gelukkig zijn er op de werkvloer wel mensen die geloven in mijn werkwijze. En die onderscheiding is voor mij een teken dat mijn werk op hoger niveau gewaardeerd wordt. Dat geeft moed en kracht.

Wat voelde je op het moment dat je het lintje kreeg?
Je krijgt een gevoel van waarde. De omgeving en het feit dat de burgemeester er is en werkelijk voor iedereen een goed woord heeft. Hij weet van elke toekomstige ridder wat hij gedaan heeft en wat er zo uitonderlijk is aan zijn werk om onderscheiden te worden. Ik voelde me echt gewaardeerd. Alles wat ik doe, is in het kader van vrijwilligerswerk. Ik werk zo rond de zestig uur per week. Er ligt zoveel werk voor de stad als het gaat om integratie, participatie, sociale cohesie. Ik doe dit werk dus vrijwillig. Maar aan de andere kant is het noodzakelijk dat dit werk gebeurt. Ik wil niet dat de stad verloedert. Dat is mijn inzet. Ik kom op voor de sociaal zwakkeren. Ik wil ze uit hun isolement halen. Ik zie dat dit broodnodig is. Ik doe dit vanuit mijzelf en voor mij zelf. In het verleden zat ik ook in een isolement. Ik weet precies hoe dit voelt en ik weet hoe ik iemand uit dit isolement kan halen om hem/haar te laten participeren aan de 'civil society'. Ik kan dit en daarom doe ik dit. Veel meer mensen zouden dit moeten doen.

Veel mensen hebben een werkweek en hebben na hun werk geen zin en puf om ook nog eens vrijwilligerswerk te gaan doen; laat staan mensen uit een isolement halen die men niet kent omdat ze niet tot de kennissenkring noch tot de belevingswereld behoren. Hoe zie jij dit dan?
Een deel moet gewoon van de overheid komen. Professionelen dus.

De overheid is nu juist bezig met een volgens hen logische 'giga' terugtrekking. Het komt wel goed, aldus de overheid.
Dat geloof ik niet. Alle bezuinigingsmaatregelen zullen uiteindelijk leiden tot een grotere scheiding tussen de burgers. En dan bedoel ik tussen arm en rijk. Dit is geen leuk verhaal, maar goed ik ben dan ook niet onderscheiden voor mijn leuke verhaal. Ik vraag me af, wie gaat de tol betalen als de overheid zich steeds meer en meer terug trekt? Ik denkt dat over, pak weg een jaar of tien de helft van de Nederlandse bevolking (misschien wel een Europese/wereldwijde trend) zonder ziektekostenverzekering zit omdat het eenvoudigweg niet meer op te brengen is. De overheid heeft toch een heel vertekenend beeld over wat nog haalbaar is voor de mensen. De individualisering eist nu z'n tol. Je ziet, als je om je heen kijkt dat de individuele mens nauwelijks om z'n buurman geef en kan geven. De mens heeft zich wel ontwikkeld. In economische zin, ja, maar niet in de sociale zin. De mens heeft het zo druk met het werken voor z'n dagelijkse onderhoud dat er gewoonweg geen tijd meer is voor vrijwilligerswerk zoals de overheid dat in haar gedachten heeft en zoals het zo mooi beschreven staat in de nieuwe visie op het sociale domein.

Waar ligt voor jou dan het zwaartepunt in de ontwikkeling van de mens?
Kijk naar de lagere school, daar begint het al. Het gaat nog maar om één ding en dat is die goede baan later. Het gaat niet om het nu, om je klasgenoten om de kinderen die het misschien niet zo goed hebben en het niet zo goed kunnen. Nee, het gaat maar om één ding, die goede baan met dat goede salaris. Kinderen worden asociaal gemaakt. Het is toch te gek voor woorden dat wij hier in Amsterdam apartheid hebben omdat ouders niet willen dat hun witte kinderen met zwarte kinderen in één klas zitten. Theoretisch wordt er trouwens anders beweert dan dat er in de praktijk gehandeld wordt. Ik bedoel, nergens staat dat er apartheid is en toch is er een systeem van apartheid in het Nederlandse schoolwezen. De WMO en de nota 'Vernieuwing van het sociaal domein', is een volgende bouwsteen die deze apartheid nog verder gaat inkleuren.

Wat bedoel je daarmee?
De theorie en de praktijk staan mijlenver uit elkaar. Er wordt wel leuk geponeerd dat er een door de overheid een sociaal vangnet is ingesteld en dat is ook zo, maar hoe moet nu iemand die in een sociaal en of sociaal-economisch isolement leeft bij dat vangnet terechtkomen? Niet dus en dat worden en dat zijn de gevallen die de krant halen, de doden die liggen te stinken op hun driehoog-achter etage. De verwarde man of vrouw die met een mes door de buurt rent, de jongere die googled naar de ingrediënten voor bommen in plaats van de ingrediënten voor een broodje gezond. Het sociale domein is van en voor ons allen en in de nieuwe nota wordt de schijn gewekt dat wij allemaal mee mogen doen in het sociale domein, maar dat is in theorie. In de praktijk is dat niet zo.
Kijk ook eens naar het ouderenbeleid binnen de WMO. Ze willen in theorie de ouderen zo lang mogelijk thuis houden en in de praktijk moeten de ouderen 25% inleveren waardoor ze geen zorg meer kunnen inkopen en dus thuis wegkwijnen en steeds zieker worden.

We dwalen af, nog even over het lintje. Je bent nu ridder van de koningin der Nederlanden. Gezien je visie, heb je geen moeite met het feit dat je nu tot een garde behoort die het overheidsbeleid steunt, wie weet wel influistert?

Nee, je moet dit zo zien. Nu dat ik hier ben en met hier bedoel ik bij de garde van de koningin, kan ik ter plekke mijn zegje doen en een geluid laten horen dat ze wellicht anders niet zouden horen. Het is juist goed om daar te zijn. Ik heb er geen moeite mee. Er wordt voor mij een mogelijkheid gecreëerd. Als ik de kans krijg, kan ik het leven van de mensen waar ik voor sta vertolken. Ik vind het gepast dat ik daar ben. Het is goed, het is een ingang om voor deze doelgroep op te komen. Ik hoop echt dat ik wat meer kan doen voor deze mensen.

Heb je al iets gemerkt, ik bedoel, zijn er al deuren open gegaan voor jou?
Het is nog te vroeg. Ik heb het lintje nog maar een kleine week. Alles heeft z'n tijd nodig. Ik ben wel optimistisch.

Denk je dat dit lintje een positieve uitwerking heeft op de Marokkanen in Nederland?
Zeker weten. Ik was één van de vier Marokkanen die een lintje hebben gekregen op die dag. Dat is een goed begin. Het geeft mij moed en dat betekent ook dat mijn visie gewaardeerd wordt. Ik hoop dat beleidsmakers dit nu ook eens gaan zien. Want er gebeuren veel dingen die niet nodig zijn en veelal kunnen bijdragen tot segregatie. Twee weken geleden hebben wij bij Assadaaka een bijeenkomst gehouden ter ere van de geboorte van Mohammed. Ik had de vereniging 'Jeugd en Toekomst' uitgenodigd om haar visie op de Islam te geven. Het is een groepje intellectuele moslims en jong. Wie schetst mijn verbazing. Jonge mannen in witte jurken en vrouwen met grote zonnebrillen op. Waarom die afscheiding? Ik begrijp het niet. Ik heb ook op die dag gezegd: 'geloof zit van binnen en niet van buiten'. Ik ben toch wel van mening dat deze mensen, hoe zeg je dat nu ook al weer in het Nederlands 'niet echt sporen'. Ik bedoel hiermee: ze gaan gewoon niet mee met de tijd en zij moeten een voorbeeld zijn voor wie? Ik zag een jonge man die ik van vroeger ken. Hij heeft een opleiding tot ingenieur gevolgd. Hij kwam naast mij zitten met een gebreid petje, een witte jurk en ik zei:"Man je bent geradicaliseerd. Waarom loop je er zo bij?" Hij keek me aan en hij lachtte schamel. Ik schrik daar eigenlijk wel een beetje van. Waar zijn die mensen mee bezig? Wat gaat er rond in de hoofden van deze mensen?

Aan wie geef je het lintje door?
Aan mijn dochter Yasmine en aan mijn zoon Sofyan. Ik zie dat hij veel van mijn denkwijze heeft overgenomen. Hij houdt van mensen en hij draagt zijn steentje bij, ook al bij Assadaaka. Zo vader zo zoon. Hij doet het op zijn eigen manier. Hij schrijft overigens prachtige liedjes.Yasmine is nog te klein om dit alles te beseffen en ik hoop dat ook zij later in de voetstappen van haar vader zal treden.

Wil je nog wat zeggen?
Ik wil diegene bedanken die dit lintje voor mij heeft aangevraagd. Bedankt!

Interview: Tess Jungblut
Foto's: Abdelkader El Mesri

---- --