PH Nieuwsbrief 256.10

Wekelijkse nieuwsbrief van de Disciplinegroep Public Health van het Julius Centrum, Utrecht


PATIËNTENORGANISATIES FINANCIEEL VRIJ ZELFSTANDIG


In Nederland ontvangen 164 patiënten- en gehandicaptenorganisaties subsidie van de overheid. In totaal ontvingen zij in 2005 aan inkomsten 49,4 miljoen euro. Hiervan was 19,5% afkomstig uit subsidie van de overheid, 32,4% uit contributies en donaties van leden, en 48,1% uit collectebus- en overige fondsen. De organisaties zijn dus redelijk zelfstandig ten opzichte van de overheid. Deze onderzoeksresultaten presenteerde Julius onderzoeker drs. Masha Berk op woensdag 25 april. Zij deed dat op het UMC Utrecht op 25 april tijdens een bijeenkomst voor vertegenwoordigers van de genoemde organisaties. Berk had in de maanden januari en februari 2007 vele gegevens uit de jaarverslagen over 2005 van die 164 organisaties ingevoerd in een database. Die jaarverslagen waren beschikbaar bij de Stichting PGO te Haarlem, die opdrachtgever is voor de studie, die uit drie onderdelen bestaat. Het eerste onderdeel is op 27.04 openbaar gemaakt. Het rapport over dit onderdeel heet: Deelrapport 1, Feitenonderzoek naar de activiteiten en kenmerken van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. Hieronder tref je nog meer berichten gebaseerd op dit rapport. Wil je het gehele rapport inzien? Over enkele dagen staat het op www.juliuscenter.nl doorklikken op Public Health. Wil je er eerder over beschikken? Stuur dan een email naar Masha Berk op M.B.Berk-3@umcutrecht.nl


PATIËNTENORGANISATIES HEBBEN SAMEN BIJNA 800.000 LEDEN


De 164 patiënten- en gehandicaptenorganisaties hadden in 2005 tezamen 793.200 leden, aldus blijkt uit optellingen gebaseerd op hun jaarverslagen ( zie ook het bericht hierboven). De kleinste organisatie telde 53 en de grootste 220.000 leden. De mediaan bedroeg 988 leden en het gemiddelde 4836 leden. In 2005 bereikten de organisaties 9,6 miljoen personen. Zij deden dat met 61.500 vrijwilligers en 500 betaalde krachten. Tijdens de bijeenkomst op 25 april (zie hierboven) ontstond discussie over de definitie van het begrip lid. Hieronder kunnen vallen 1. patiënten zelf 2. hun ouders of andere mantelzorgers 3. sympathisanten, bijvoorbeeld nabestaanden van een inmiddels overleden patiënt en 4. donateurs. Niet alle patiëntenorganisaties hanteren dezelfde definities. Van de organisaties heeft 75% als rechtspersoon een vereniging met natuurlijke personen als lid. De overige zijn een stichting en kennen donateurs en die zijn niet allen te vergelijken met leden van een vereniging. Wil je het rapport inzien waaruit deze gegevens afkomstig zijn? Over enkele dagen staat het op www.juliuscenter.nl doorklikken op Public Health. Wil je er eerder over beschikken? Stuur dan een email naar Masha Berk op M.B.Berk-3@umcutrecht.nl


PATIËNTENORGANISATIES BEHARTIGEN DAGELIJKS COLLECTIEF BELANG


Lotgenotencontact bevorderen, informatie geven over hun aandoening en collectieve belangenbehartiging: dat zijn de drie hoofdtaken van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. In 2005 draaiden 42 patiëntengroepen per organisatie (7000 in totaal) ter bevordering van het lotgenotencontact. Ze brachten dat jaar twintig folders of brochures uit per organisatie(7000 in totaal) en handelden gemiddeld zes verzoeken om informatie per dag af (totaal 278.500 verzoeken). Ze ondernamen gemiddeld per organisatie één actie per dag ter bevordering van hun collectieve belang ( totaal 46.600 acties). Wil je het rapport inzien waaruit deze gegevens afkomstig zijn? Over enkele dagen staat het op www.juliuscenter.nl doorklikken op Public Health. Wil je er eerder over beschikken? Stuur dan een email naar Masha Berk op M.B.Berk-3@umcutrecht.nl


ONDERZOEK GESTART NAAR MEERWAARDE VAN PATIËNTENORGANISATIES


Het feitenonderzoek (zie berichten hierboven) vormt het eerste onderdeel van een studie naar de meerwaarde van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. Per 1 april is het tweede onderdeel gestart, dat de ervaren maatschappelijke meerwaarde beoogt in kaart te brengen. Dat gebeurt door middel van een vragenlijstonderzoek bij telkens acht personen van een a-selecte steekproef van 45 uit de 164 hierboven genoemde patiëntenorganisaties. De steekproef betreft dus in totaal 360 personen. Van de telkens acht personen zijn er vier insiders ( bijvoorbeeld voorzitter, kernleden en bureaumedewerker) en vier outsiders met recente contacten met de patiëntenorganisatie(bijvoorbeeld een gemeente ambtenaar, een medewerker van een zorgverzekeraar, een onderzoeker en een vertegenwoordiger van de medisch of farmaceutische industrie). De acht worden geselecteerd via de patiëntenorganisatie en worden telefonisch geïnterviewd door medische studenten. Eind 2007 komen de resultaten naar buiten, zowel per groep van patiëntenorganisaties als per categorie insider en outsider. Daarnaast vindt een kwalitatief onderzoek plaats onder twintig vertegenwoordigers van patiëntenkoepels (nationale insiders) en andere koepels en landelijke instanties (nationale outsiders). Opdrachtgever is het bestuur van de Stichting PGO. Zij ziet de studie als een voormeting. Want in de komende jaren wordt de positie van patiëntenorganisaties anders. Dat komt door de werking van de Zorgverzekeringswet. Zal het de patiëntenorganisaties lukken meerwaarde als vragende partij te realiseren, als deze wet marktwerking bevordert? De studie staat onder leiding van dr. Henk van der Steeg en ondergetekende. Drs. Masha Berk voert de studie uit samen met vele interviewende, medische studenten. De opzet van de totale studie staat beschreven in het hierboven genoemde Deelrapport 1. Over enkele dagen staat het op www.juliuscenter.nl doorklikken op Public Health. Wil je er eerder over beschikken? Stuur dan een email naar Masha Berk op M.B.Berk-3@umcutrecht.nl


PARTNERS GEVRAAGD VOOR STUDIEDAG OVER COPD ZORG


Het Julius Centrum bereidt een studiedag voor over zorgprogramma's voor COPD patiënten. De dag is gericht op professionals, onderzoekers, managers en op al wie met transmurale projecten voor deze groep te maken heeft. Wij beogen ervaringen en onderzoeksresultaten uit te wisselen tussen circa acht sprekers en circa 80 personen. Wij zijn op zoek naar samenwerkingspartners. Heb je belangstelling om de dag mee te organiseren? Wil jij zelf als spreker optreden over jouw project? Stuur dan een email naar ondergetekende op a.j.p.schrijvers@umcutrecht.nl


MEETWEKEN SPOEDZORG PROBLEEMLOOS VERLOPEN


De meetweken spoedzorg in Gooi & Vechtstreek en in Noord Veluwe zijn prima verlopen evenals die in Utrecht en Rijnmond. Ze liepen alle tegelijkertijd, en wel van 19 tot en met 26 april. De komende weken wordt de data, voorkomend uit deze week, geanalyseerd en verwerkt in diverse rapporten. In regio Gooi & Vechtstreek zal naast de algemene rapportage het accent onder andere gelegd worden op de doorstroomtijden op de huisartsenpost en de oudere zorgvrager binnen de spoedzorg. Daarnaast wordt er gekeken naar mogelijke veranderingen die voortkomen uit het samengaan van beide SEH's van de Tergooiziekenhuizen. De rapportage regio Harderwijk richt zich vooral op de semi-integratie van de huisartsenpost en SEH, en de metingen op de dienstpost van de apotheek. De uit te lichten thema's voor Utrecht en Rijnmond worden nog nader bepaald. Op 14 september worden de eerste resultaten van al deze meetweken openbaar tijdens het congres Recente Ontwikkelingen in de Spoedzorg te Nijmegen. Wil je bij die openbaarmaking zijn en ook tal van andere innovaties bewonderen? Schrijf je dan in voor dit congres door te surfen naar www.integratedcare.nl doorklikken op Spoedzorg.


NEDERLANDSE VERPLEEGKUNDIGEN HOUDEN NIET VAN TELLEN


Van 18 tot en met 21 april hield de ACENDIO haar zesde tweejaarlijkse congres in de Meervaart te Amsterdam. Aan het congres namen 300 leidinggevende verpleegkundigen deel. De afkorting ACENDIO staat voor Association for Common European Nursing Diagnosis, Intervention and Outcomes. Zij is de zusterorganisatie van de bekendere NANDA ofwel de North American Nursing Diagnosis Association. Enkele voorbeelden van verpleegkundige diagnoses zijn: 1. pijn 2. gebrek aan eetlust 3. ongewenste somatische complicaties zoals decubitus en wondinfecties 4. terugkerende negatieve gedachten. Door die verpleegkundige diagnoses te classificeren, worden vergelijkende empirische studies mogelijk Tijdens het genoemde congres werden tal van voorbeelden getoond uit Duitsland en Engeland waarin verpleegkundige diagnoses worden gekwantificeerd en meegeteld in DBC's. Ondergetekende had de eer om de tweede dag te openen met een plenaire voordracht over de noodzaak van gemeenschappelijk taalgebruik van professionals in Disease Management Programma's. Ik heb gepleit voor het gebruik van de International Classification of Functions (ICF) als niet-discipline gebonden taal in een multidisciplinaire setting.

Na afloop kreeg ik de indruk dat Nederlandse verpleegkundigen niet van tellen houden. Ik baseer deze bevindingen slechts op drie observaties: 1 Bestuursleden van ACENDIO attendeerden mij erop dat hun beweging niet zo leeft in Nederland 2. Er namen weinig Nederlandse verpleegkundigen deel aan het Amsterdamse congres 3. Slechts twee van de 42 posters en drie van de 96 voordrachten (waaronder een van mijzelf) kwamen uit uit ons land. Ik besef dat en bezoek van een paar uur aan een congres en enkele gesprekken geen basis vormen voor een gefundeerd oordeel. Daarom de vraag aan PH.Nieuwsbrieflezers: houden Nederlandse verpleegkundigen inderdaad niet van classificeren, tellen en kwantitatief onderzoek? De website van Acendio heeft als adres http://www.acendio.net De PPP's bij mijn eigen lezing tref je binnenkort aan op www.integratedcare.nl doorklikken op lezingen.


OP 24 MEI HANS DE GOEIJ OVER MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN VAN UMC'S


Op lange termijn dreigt er een groot personeelstekort voor de gezondheidszorg. Om de kwaliteit te handhaven zou een op de vijf Nederlanders dan in de zorg moeten werken. Dat kan niet, want dan hebben andere sectoren zoals de industrie, het toerisme, het onderwijs en defensie te weinig arbeidskrachten. Een van de maatschappelijke opgaven voor de Rijksoverheid is daarom dat op lange termijn de kwaliteit van zorg gehandhaafd blijft ook al is er minder personeel beschikbaar. Zo is er een aantal andere maatschappelijke opgaven te noemen voor de lange termijn zoals het terugdringen van (de ernst van) chronische aandoeningen, het omgaan met etnische minderheden en het breed invoeren van alle ICT mogelijkheden. Om kennis te verzamelen over die maatschappelijke opgaven beschikt de Rijksoverheid over eigen kennis instituten: het RIVM en het Sociaal Cultureel Planbureau. Maar kan zij ook beschikken over kennis en expertise van de UMC's? Of staat de autonomie van de UMC's op gespannen voet met dienstbaar zijn aan overheidsbeleid op lange termijn? Over deze vragen houdt VWS Directeur Generaal ir. Hans de Goeij op 24 mei, 1300 -1400 uur een lezing voor UMC Utrecht medewerkers. Hij doet dat in de reeks van Julius Seminars, die iedere donderdag tussen de middag plaatsvinden. De plaats van handeling is de gele collegezaal. Toegang is vrij maar alleen voor Julius en andere UMC Utrecht medewerkers.


ELS BORST: DOORWERKEN TOT 67 JAAR IS GEZOND


De levensduur is sinds de komst van de AOW vijftig jaar geleden voldoende toegenomen om de pensioensgerechtigde leeftijd thans te leggen op 67 jarige leeftijd. Er blijven dan nog genoeg gezonde jaren over. Bovendien blijf je door te werken gezond en behoud je contacten en maatschappelijke status. Achter de geraniums is de meest ongezonde plaats voor een oudere. In Duitsland is de pensioensgerechtigde leeftijd al naar 67 jaar gebracht. Met dit pleidooi opende oud-minister dr. Els Borst de studium generale cyclus MOOI OUD. Zij deed dat op 26 april in de Aula in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht. De cyclus bestaat uit zes lezingen die steeds op donderdagen om 2000 uur beginnen in de Aula. Ik noem in telegramstijl de datums, thema's en de sprekers: 10 mei (de boodschap van de Turkse groepscultuur van het ouder worden voor de individualistische autochtone cultuur, dr. Ank loog); 24 mei (vijftig jaar AOW, prof. Gijsbert Vonk), 31 mei (het onmogelijke, jeugdige schoonheids- en seksideaal, drs. Larissa Pans) en 7 juni (Niet roken, wel bewegen en matig eten: kunnen we de verantwoordelijkheid aan of moet de overheid de wijste zijn?, prof. Guus Schrijvers). De cyclus MOOI OUD gaat vooraf aan het gezondheidsfestival dat op 9 en 10 juni plaatsvindt en over gezondheid en ouderdom gaat. Wil je meer weten over MOOI OUD? Surf dan naar Studium Generale op www.sg.uu.nl Wil je meer weten over dat festival? Surf dan naar http://www.levendegeschiedenisonbegrensd.nl


BIG!MOVE SLAAT IN UTRECHTSE WIJK


Sinds een jaar draait in de Utrechtse wijk Overvecht het programma BIG!MOVE. Dat programma is ontwikkeld door de Amsterdammers Marijn Aalders, fysiotherapeut en Louis Overgoor, huisarts. Het is erop gericht om volwassenen met overgewicht meer te laten bewegen en hun (eet)gedrag aan te passen. Uitgangspunten voor Big!Move zijn vooral plezier (de generator van het project), naar buiten gericht (creëren van nieuwe sociale relaties in de wijk), kracht (vergroten van zelfvertrouwen), participatie (commitment van alle partijen), procesgericht (een interactie tussen deelnemers en begeleiders), focus op gezond gedrag (gezond gedrag wordt bekrachtigd) en continuïteit. Vanwege het grote succes in Amsterdam is het door Jacqueline van Riet en andere Overvechtse huisartsen overgenomen en met steun van de Gemeente Utrecht in Overvecht geïmplementeerd. Tot nu toe gingen alle groepen volgeboekt van start. Begeleiders en cursisten zijn enthousiast. Wil je meer weten over BIG! MOVE? Surf dan naar www.bigmove.nu Wil je meer weten over de Overvechtse variant? Surf dan naar http://www.bigmove-overvecht.nl


VERANTWOORDING Hierbij ontving je de wekelijkse Nieuwsbrief van de Disciplinegroep Public Health. Wil je meer weten over een bericht? Neem dan contact op. Wil je delen van de nieuwsbrief verspreiden onder collega's, doe dat. Je collega's kunnen zich ook aanmelden voor rechtstreekse toezending. Je meldt je aan en af door een mail te sturen naar PH.Nieuwsbrief@planet.nl Bij afmelding of wijziging graag vermelden welke versie (bv 243.1, 243.2, etc) je ontving.

De nieuwsbrief is gericht aan een aantal relaties van de Disciplinegroep: collega's binnen en buiten het Julius Centrum, pao- en keuzeblok studenten, gastdocenten, stage-verleners aan co assistenten Sociale Geneeskunde, onderzoeksrelaties, subsidiënten en overigen die geïnteresseerd zijn in Utrechts Volksgezondheids onderwijs en in onderzoek naar zorginnovaties, ketenzorg en transmurale zorg. De Nieuwsbrief verschijnt wekelijks op zondag of maandag. Eerdere edities tref je aan vanaf nr 65 op de internetsite www.integratedcare.nl

Heb je belangstelling voor nieuws over ketenzorg en zorginnovaties in het buitenland? Surf dan naar de website van het international Network of integrated Care: www.intergratedcarenetwork.org Wil je wetenschappelijke artikelen lezen over deze onderwerpen? Lees dan het peer reviewed internettijdschrift International Journal of Integrated Care op www.ijic.org Dit is een gratis tijdschrift, dat online publiceert en is opgenomen in Pubmed. Ook submissions van concept artikelen zijn welkom.

Opsteller van deze nieuwsbrief is:

Guus Schrijvers
Hoogleraar Public health in het bijzonder Structuur en functioneren van de
Gezondheidszorg
Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen
en Eerstelijnsgeneeskunde
Universitair Medisch Centrum Utrecht
email: a.j.p.schrijvers@umcutrecht.nl
tel 030 250 9359