abcdefgh
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
7 mei 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
SDG 2007/49244/737 2060714000
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid De Krom (VVD)
over de afsluiting van de Hollandse brug.
1. Bent u op de hoogte van de afsluiting van de Hollandse brug voor vrachtverkeer
vanaf 27 april?1)
1. Ja.
2. Kunt u aangeven hoelang de Hollandse brug gesloten blijft voor het
vrachtverkeer?
2. Op dit moment kan niet worden aangegeven hoelang de Hollandse brug precies
gesloten blijft voor vrachtverkeer. De exacte duur van het verbod voor
vrachtverkeer is afhankelijk van de maatregelen die moeten worden getroffen. Er
wordt hard gewerkt om eind dit jaar tot een structurele oplossing te komen. Wat
dit betekent voor de duur van de afsluiting verwacht ik binnen enkele weken meer
nauwkeurig te kunnen vaststellen.
3. Kunt u aangeven waarom vrachtverkeer niet en busvervoer wel wordt toegelaten
op de Hollandse brug?
1) Persbericht van Rijkswaterstaat, 26 april 2007
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
SDG 2007/49244/737
3. De maatregel ten aanzien van het vrachtverkeer is een voorzorgsmaatregel. Door
zware belasting van vrachtverkeer bestaat de mogelijkheid dat er gaten vallen in
het wegdek. Doordat het vrachtverkeer nu geen gebruik meer maakt van de
Hollandse Brug zal de belasting van de brug zo sterk afnemen dat de veiligheid
voor het verkeer geborgd is.
Bussen vormen een andere categorie voertuigen en vallen niet binnen de definitie
van een vrachtauto (motorvoertuig, niet ingericht voor het vervoer van personen,
waarvan de toegestane maximummassa meer bedraagt dan 3500 kg). Het
busverkeer levert geen te zware belasting voor de brug op. Daarom is het op dit
moment niet noodzakelijk om uit voorzorg óók het busverkeer te weren.
4. Deelt u de mening dat er onmiddellijk maatregelen genomen moeten worden om
de Hollandse brug weer toegankelijk te maken voor het vrachtverkeer? Zo ja,
welke maatregelen? Zo neen, waarom niet?
4. Ja, mits de maatregelen op een degelijke en veilige manier getroffen kunnen
worden en er toe leiden dat de veiligheid dan structureel gewaarborgd zal zijn. Op
dit moment wordt door Rijkswaterstaat alles op alles gezet om op zo kort
mogelijke termijn de Hollandse brug weer aan de veiligheidseisen te laten voldoen.
Gelet op het grote belang van deze verbinding wordt gezocht naar een structurele
oplossing voor de problematiek en wordt er niet gekozen voor tijdelijke
aanpassingen of noodoplossingen. In het geval van noodoplossingen wordt de
oorzaak immers niet weggenomen en blijft de brug een (te) zwakke schakel.
5. Kunt u aangeven wat de oorzaken zijn voor deze afsluiting en waarom dit nu pas
aan het licht komt?
5. Rijkswaterstaat werkt aan de voorbereidingen van het project `verbreden en
versterken Hollandse brug'. Er zijn versterkingsmaatregelen nodig om de brug te
kunnen verbreden. Daarnaast is versterking nodig omdat de verkeersbelasting
door vrachtverkeer op de Hollandse brug sterk is toegenomen en ook de
veiligheidseisen voor betonconstructies zijn aangescherpt. Bij de uitwerking van de
geplande verbreding en versterkingsmaatregelen heeft Rijkswaterstaat TNO
gevraagd om metingen te doen aan de huidige betonconstructie. Uitkomst van dat
onderzoek was dat de draagkracht van de brug momenteel al niet aan de huidige
eisen voldoet.
Het komt nu aan het licht omdat het onderzoek van TNO in week 10 is afgerond.
Tegen de verwachting in toonden de resultaten van het TNO-onderzoek aan dat
de constructie van de Hollandse brug zwakker was dan eerder was gebleken. Op
basis van de uitkomsten heeft Rijkswaterstaat nader overleg gevoerd met TNO om
de consequenties in beeld te brengen. Daarna moesten er modelberekeningen
plaatsvinden. Zodoende werd in week 16 de volledige omvang van de
problematiek duidelijk.
---
SDG 2007/49244/737
6. Kunt u aangeven of voor meer bruggen strengere veiligheidseisen van toepassing
zijn? Zo ja, voor welke bruggen geldt dit en is het te verwachten dat deze bruggen
in de toekomst ook gesloten moeten worden?
6. Vanwege toenemende verkeersbelasting, capaciteitsuitbreiding, aanscherping van
de veiligheidseisen vanaf 1975 en het feit dat 2000 bruggen en viaducten
gebouwd zijn vóór 1975, onderwerpt Rijkswaterstaat de constructie van deze
bruggen aan een extra grondige inspectie, deze inspectie is in aanvulling op de
reguliere controles. Deze inventarisatie van de technische staat van kunstwerken is
in december 2006 gestart. De resultaten worden gerapporteerd in een
risicorapportage. Daaruit zal blijken welke kunstwerken een verhoogd risico
hebben en op welk traject deze zich bevinden. Deze inventarisatie en
risicorapportage zullen in juli 2007 gereed zijn. Over de uitkomsten van dit
onderzoek zal ik u separaat informeren.
7. Kunt u aangeven hoe groot de economische schade is voor de Nederlandse
transportsector?
7. Nee, primaire zorg was en is de veiligheid. Economische schade heeft geen
doorslaggevende rol gespeeld bij de afweging. Rijkswaterstaat heeft wel overleg
gepland met zowel (regionale) bestuurders als vertegenwoordigers van het
bedrijfsleven, waarbij mogelijke economische schade ongetwijfeld aan de orde
wordt gesteld. Hierbij teken ik aan dat ik natuurlijk alles zal doen om schade zo
snel mogelijk tot een minimum te beperken.
8. Deelt u de mening dat een spoedige tweede verbinding zeer gewenst is, evenals
een verbreding van de Hollandse brug zelf? Zo ja, wat kan en wilt u doen om dit
te realiseren? Op welke termijn is dat mogelijk? Welke kosten zijn hieraan
verbonden en wie gaat dit financieren? Zo neen, waarom niet?
8. Een verbreding van de Hollandse brug vind ik zeer gewenst. Een goede ontsluiting
van Almere vraagt om een uitbreiding van de infrastructuur op de corridor
Schiphol-Amsterdam-Almere. Ik wil dit realiseren door de capaciteit van de
bestaande snelwegen te vergroten. De realisatie van dit omvangrijke project is
gepland in de periode 2011-2017. Bij de start van de Planstudie Schiphol-
Amsterdam-Almere voor de bereikbaarheid over de weg is reeds 4,5 miljard
gereserveerd vanuit het FES. Daarnaast zullen de regionale overheden financieel
bijdragen aan de inpassing van de weg in stedelijk gebied.
De wenselijkheid van een tweede verbinding wordt onderzocht in de Planstudie
OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL), mede in relatie tot de
schaalsprong Almere en de toekomstagenda Markermeer/IJmeer. In de eerste fase
heeft de planstudie OV SAAL een brede scope. Zowel oplossingen op het
bestaande spoor via de Hollandse brug als een nieuwe verbinding via het IJmeer
worden meegenomen.
---
SDG 2007/49244/737
Onderzocht wordt een OV-verbinding aslmede een mogelijke wegverbinding in
combinatie met een OV-verbinding via het IJmeer. Op basis van het Masterplan
Pampus, de Planstudie OV SAAL en een uitwerking van de regionale
ontwikkelingsopgave IJmeer/Markermeer zal vóór 2010 een principebesluit
worden genomen over wonen, waterbeheer, natuur en infrastructuur in en rond
het IJmeer. Het is gezien de genoemde planning nu nog te vroeg om vooruit te
lopen op de wijze van financieren.
9. Bent u bereid, in navolging van de motie-Rutte/Verhagen 2), om het verbeteren
van de ontsluiting van Almere te regelen via een één-besluitregeling of een
spoedwet? Zo ja, wanneer krijgt de Kamer concrete voorstellen op dit punt? Zo
neen, waarom niet?
9. Ik deel uw wens om slagvaardige besluitvorming zoveel mogelijk te bevorderen. In
de algemene reactie op de motie Rutte/Verhagen (brief 30 800 A, nr. 54, 16
februari 2007) is ingegaan op de oorzaken van vertraging en op de recente
aanpassingen van onder meer de Tracéwet. Uitbreiding van bestaande
verbindingen kan geschieden met de verkorte tracéwetprocedure. Een één-
besluitregeling of een nieuwe Spoedwet vragen allereerst om wetgeving, waarmee
toch gauw anderhalf jaar is gemoeid. Bovendien is het zeer de vraag of er nog een
(juridische) versnelling mogelijk is bovenop de verkorte tracéwetprocedure. De tijd
die nodig is om tot wetgeving te komen, gebruik ik liever om de ingezette
tracé/m.e.r.-procedure voortvarend uit te voeren en af te ronden. Mijn streven
naar snelle besluiten komt ook tot uiting in het opstellen van het
Urgentieprogramma Randstad.
Binnenkort zal ik in aanvulling op de brief van 16 februari 2007 uw Kamer nader
informeren over de stand van zaken ten aanzien van de motie Rutte/Verhagen.
10. Bent u bereid deze vragen voor 4 mei 2007 te beantwoorden?
10. Nee, vanwege verblijf in het buitenland was beantwoording voor 4 mei 2007 niet
mogelijk.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
2) Kamerstuk 30 800, nr. 22, vergaderjaar 2006-2007
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat